* Hoofdstuk 24
Maar het groene wezentje voelt zich een beetje alleen.
Hij heeft behoefte aan meer sciale activiteiten. (Ik zou het ook niet kunnen uithouden met alleen mezelf als gezelschap ) Misshcien willen jullie hem gezelschap houden?
“Ik dacht dat je al sliep.” Peeta komt naast me staan. “Ik ga niet slapen voordat ik naar de sterren heb gekeken, dat weet je.” In het schemerlicht zie ik de contouren van zijn gezicht en het is meteen duidelijk dat hij glimlacht. Het masker voor zijn neus is ook duidelijk te zien. Weer komt het schuldgevoel in me op en ik kan het niet laten om me weer te verontschuldigen. “Het spijt me. Dat ik je neus gebroken heb. Het was helemaal niet mijn bedoeling. Als ik iets kan doen om het goed te maken, doe ik het graag.” Ik wil verder praten maar Peeta neemt mijn hoofd in zijn handen zodat ik hem wel aan moet kijken. “Het. Maakt. Niet. Uit. De schade aan mijnneus is niks vergeleken jouw toestand.” “Ik ben niet gewond.” Hij kijkt me serieus aan. “Niet lichamelijk, nee. Maar mentaal wel en dat hoef je niet te ontkennen. Ik weet hoe jij je voelt op dit moment. Sterker nog, je voelt je rotter dan ik vorig jaar vanwege jouw thuissituatie.” Ik weet dat hij gelijk heeft. Alweer. Zodra ik knik, laat hij mijn hoofd los en staan we naast elkaar in stilte naar de nachtelijke hemel te kijken. Ik denk na over Peeta’s uitspraak. Hij heeft gelijk, ik ben een mentaal wrak al is dat niet te merken voor de buitenwereld. Ik merk het zelf nauwelijks maar nu ik in deze situatie terecht ben gekomen, is het helemaal duidelijk. Ik kijk naar beneden. De capitoolmensen zijn zoals elke avond aan het feesten. Ik zie zelfs een aantal kleine kinderen. Zou Melrose ook ergens daar beneden zijn? ze hoopt dat ik zou winnen. Zij is de enige die dat gezegd heeft. Zelf denk ik het nooit. Peeta heeft zoiets ook niet gezegd. Katniss niet en zelfs mijn eigen broers hebben niet gezegd dat ze hopen. Alleen Melrose. Een klein teder capitoolmeisje die geen weet heeft van wat de Hongerspelen eigenlijk betekenen. Of weet ze dat toch wel? Ze hoopt dat ik zal winnen. Ik denk aan Michaël. Die zou Melrose wel gemogen hebben. Ze lijken best wel op elkaar. Met die gedachte ben ik vastberadener dan ooit. Ik zal de Hongerspelen winnen. Voor Melrose, voor Michaël. Om te bewijzen dat er geen enkele hoop verloren mag gaan. “Waar denk je aan?” word ik uit mijn gedachte geholpen door Peeta. Ik antwoord vastberaden terug. “Ik zal de Hongerspelen winnen!”
Er zijn nog geen reacties.