H71
Al het geluid van buiten verstomd. Ze snappen natuurlijk niet waar het gevaar nú is. Ze hebben natuurlijk net mijn vader zien weg teleporteren, en ze vragen zich natuurlijk af wie er zometeen van achteren aan gevallen zal worden.
Huiverend zit ik achter de bank. Ik vraag me maar één ding af, hoe snel zal ik dood gaan? Oke, twéé dingen. Hoe snel en hoe pijnlijk. Ik huiver bij de herrindering aan de kuil, bij de nachtmerrie.
Onder tussen komt mijn vader dichterbij. Stééds dichterbij. Ik sla mijn armen om mijn benen. Naast me zit Diamantar te rillen. Maar hij trilt van spanning, hij wil mij beschermen, mij redden. Ik moet hem tegen houden. Hij mag niet dood. Oke, als ik sterf sterft hij ook. En als hij sterft sterf ik niet. Maar ik wil niet zonder hem door leven, dus ik sterf nog liever. Alles beter dan zonder hem te leven.
Ik bijt op mijn lip, de voetstappen komen dichterbij.
'Lilithje, ik heb altijd al geweten dat jij zwak bent. Altijd.' Mijn vader's stem is verandert. Hij is nu kil en bot. En er zit iets scherps in. Vroeger was hij hard en gemeen.
'Omdat je straks toch gaat sterven kan ik het je net zo goed vertellen.'
Nee, pap, rek het nou niet, dood me snel, ik wil geen pijn.
'Ik wil je graag de reden vertellen waarom ik je ontvoerde toen je nog zó klein was.' Mijn vader die mijn vader niet is grinnikt.
Ik bibber.
'Je moeder is een belangrijke elf, en ze hield van me. Ik was daar blij mee, ik heb altijd iets gehad met macht. Ik deed alsof ik ook van haar hield. Ze trapte erin. Andere elven hadden het misschien wel door, maar je verliefde moeder bleef maar zeggen dat ik goed was. En niemand kon haar tegen houden. We kregen een kind.
Je moeder was zo blij! Zo heel erg blij! En laat het toeval nou eens zijn dat er één jaar eerder iemand was geboren met nog meer macht. Hij is de zoon van de koninging van de elven, Arya en van Eragon de leider van de rijders.'
Mijn adem schokt, Aryen.
'Ja, je kent hem. Nouja, je moeder wou dus dat jij en hij een koppeltje zouden worden, en Eragon en Arya stemden toe. Jij de kleine baby en de zoon van Eragon konden het goed samen vinden. Jullie speelden op baby leeftijd blij samen. Maar ondertussen raakte ik mijn macht kwijt.
Steeds meer werdt ik me er van bewust dat mijn magie me verliet. Ik had het niet meer in de hand en je moeder zei dat ik het maar zo moest laten, dat ik maar moest leven zonder magie. Zij heeft mooi praten, zij wordt niet ouder. Ik was boos, maar ik hield me in. Ik had nog een groot deel van mijn kwaadaardige magie en die sloeg ik in een edelsteen op. Een beetje liet ik in mijn lichaam. Ik had iets bedacht, een plan om onsterfelijk te worden, om voor altijd te leven. Een plan om al mijn magie terug te krijgen. Het was een geweldig plan. Maar ik had jouw er voor nodig. Ik had nog nooit nagedacht waarom ik een dochter wou, nooit waarom ik met een machtige elf trouwde. Misschien om de macht. Als jij met Aryen trouwde zou jij op de troon komen. En die macht wou ik. Maar als ik oud werdt en sterf voordat jij volwassen zou worden zou dat nooit kunnen. Mijn plan moest ik uitvoeren.'
Reageer (1)
welk plan ik zei welk plan
1 decennium geleden