1. De aankomst
‘Bam!’ Een auto botst tegen een boom en een eekhoorn ligt levenloos op straat. Een man en een vrouw stappen uit. “Waar keek je nou naar Neil?!” roept de vrouw uit. Het zijn Neil Watts en Eva Rosalene, artsen. Maar geen gewone artsen, nee, deze artsen reizen door de herinneringen van stervende mensen om uit te vinden wat hun laatste wens is, en dan laten ze die wens uitkomen. “Nou, sorry hoor, voor het heldhaftig ontwijken van die eekhoorn die zomaar op de weg sprong!” Eva kijkt naar het arme dier. “… Je bent er toch overheen gereden.” Neil kijkt weg en zegt “… Oh.” “Je reed er overheen en je bent tegen een boom aan gereden…” Neil schuift zijn bril omhoog en zegt “ach, maak je geen zorgen, het was een auto van de zaak.” “Serieus? De baas zal ons vermoorden!” Eva kijkt bezorgd naar de rook die uit de auto komt. Neil slaat zijn armen over elkaar. “Hm… We zeggen gewoon dat ik een puppy aan het redden was. Hij houdt toch van puppies?” “Hij houdt meer van katten,” antwoordt Eva. Neil zucht. “Waarom zit de wereld toch zo moeilijk in elkaar? Ach, van welke haarballen die man ook houdt, het probleem is opgelost.” “Ja, schrijf er later maar over in je verslag,” antwoordt Eva. Ze loopt om de auto heen. “Laten we de machine uit de auto halen en verdergaan. Neil pakt de machine uit de auto en Eva doet de deur dicht. Neil kijkt naar een bordje. ‘Verderop woont de familie Wyles,’ staat erop. “Met zo’n bordje terwijl ze in the middle of nowhere wonen vragen ze er toch om beroofd te worden?” Ze lopen in de richting die het bordje aanwijst. Het is een hele klim met trappen en rotsen. Bovenaan één van de trappen ligt een rots. “… Wie heeft dat nou hier neer gelegd?” vraagt Eva hardop. “Misschien is het hun beveiligingssysteem,” antwoordt Neil. Eva zucht. “Komkommers! Hier hebben we geen tijd voor… Misschien kunnen we het wel wegduwen.” “Misschien kunnen we een tak gebruiken als hefboom- Wacht… Of we kunnen weer teruggaan en die rots de schuld geven!” Eva kijkt Neil waarschuwend aan en hij zet snel de machine neer. Samen zetten ze hun handen tegen de rots en duwen ze met al hun kracht. De rots schiet weg, botst tegen een andere rots en stuitert terug, van de rotsen naar beneden. Neil en Eva kijken de rots verbaasd na. “… Wat was dat?” zegt Neil. “Geen rots, dat is zeker,” antwoordt Eva. Ze kijken nog even verbaasd naar beneden voor Eva zegt “we moeten nu echt verdergaan. We… We zoeken later wel uit wat hier is gebeurd…” “Ja…” Neil pakt de machine op en samen lopen ze verder. Een meisje speelt een liedje op de piano en een jongen luistert naar haar. Opeens wordt er geklopt. “Mam! Ze zijn er!” schreeuwt de jongen naar boven. Neil heeft de machine neergezet en Eva staat voor de deur te wachten. “Mooie plek om van je pensioen te genieten huh?” zegt Eva. Het is een prachtig huis met een prachtige tuin. Achter het huis kun je de zee zien. “Dit zal wel weer de hele nacht duren…” klaagt Neil. “En ik betwijfel of ze koffie klaar hebben staan.” “Ach houd je mond,” zegt Eva. “… En de golven zullen slaapliedjes zingen…” dicht Neil. “Niet door jou gezeur heen,” antwoordt Eva. “En je ogen zullen-” dicht Neil verder, maar de deur gaat open. Eva loopt naar binnen en Neil wil achter haar aan huppelen, maar ze houdt hem tegen. “Je vergeet de machine, sukkel.” Neil loopt terug, pakt de machine op en zucht. “Ik krijg hier niet genoeg voor betaald…”
Er zijn nog geen reacties.