H67
Zijn lippen duuwen op de mijne. Ik sla automatisch mijn armen om hem heen en ik voel de zijne om mij heen. Ik kus hem vol liefde en hij mij vol liefde. Ik hou van hem.
'Yess, eindelijk,' hoor ik van Diamantar's kant komen. Maar ik negeer hem. Metsa, Metsa. Mijn hele hoofd zit vol met Metsa, ik hou van hem! Dan voel ik iets raars, iets duuwd tegen mijn slapen. Maar het voelt niet prettig, niet veilig. Ik duuw de gedachten weg. Dan laat Metsa me los en kijk raar om zich heen.
'Metsa?' vraag ik.
'Lilith, voelde jij dat ook? Die druk?'
'Eh, ja? Jij ook?' Verbaast kijk ik ook rond.
'Het voelde slecht, die druk.' Metsa buigt zich voor over over de balustrade van de toren. Zijn ogen knijpen zich tot spleetjes.
'Wat is er? Metsa?' Vraag ik bang.
'Lilith... 'zegt Metsa langzaam,'Ken jij hem?' Ik loop nu ook naar de balustrade en ik kijk, mijn adem schokt. Natuurlijk ken ik die man daar, ik hem 16 jaar met hem samen geleefd!
'D-d-dat is mijn vader!' zeg ik geschokt. Tot op dat moment zag ik hem van achteren. Hij zit, op een van de bankjes in het park met de rug naar me toe. Maar nu draait hij zich langzaam om. Ik zie zijn bleke gezicht, al ik het nu bleker dan ooit. Hij kijkt woedend omhoog en ziet me staan. En daarna ziet hij Diamantar, Metsa en Sor. Hij grijnst boosaardig.
'We moeten hier weg,' zegt Metsa meer tegen zichzelf dan tegen mij. Dan grijpt hij mijn arm en trekt me mee naar de trappen. We beginnen te rennen. Diamantar rent achter ons aan en Metsa draagt Sorcha. Samen, hand in hand rennen we naar Eragon.
'Eragon! Mijn vader! We zagen hem in het park!' Hijg ik van angst. Metsa klopt ondertussen luidruchtig op Eragon's deur.
'Eragon! Mijn vader!' Gil ik. Maar de deur gaat niet open.
'Shit, straks is hij er niet!' zegt Metsa hard met een hese stem.
'Nee! Hij moet er zijn, Era-' Net op dat moment gaat de deur open. Eragon en Aryen staan in de deur opening. Allebij kijken ze verbaast, en ze lijken zo veel op elkaar. Als mijn vader niet buiten stond zou ik dit zo grappig hebben gevonden, maar hij staat wel buiten dus het is niet grappig.
'Eragon! Mijn vader, in het park!' Gil ik. Meteen loopt Aryen langs ons weg, maar Eragon blijft staan.
'In het park? Echt? Hoe is hij langs de beveiliging gekomen?' Eragon klinkt ongelovig.
'Het is de waarheid, ik zag hem ook,' zegt Metsa.
'Oke, ga naar Metsa's kamer en blijf daar, daar is het veilig. Metsa bescherm Lilith met je leven.' Eragon rent langs ons met Saphira en dan zijn ze weg. Zijn laaste woorden gonzen door mijn oren.
'Beschermen met je leven? Hoezo dat?' vraag ik aan Metsa. Metsa haalt zijn schouders op en fronst. Dan trekt hij aan mijn arm en rennen we naar zijn kamer. Hopelijk zijn we daar veilig.
Reageer (1)
stomme vader moet die alles weer verpesten
1 decennium geleden