05.
Sophie
“Hai mam, ik ben thuis!” Riep ik uitbundig terwijl ik het huis binnenliep. Geen antwoord. “Mam?” Riep ik nog een keer. Alweer hoorde ik niks en zuchtend liet ik me op de bank in de woonkamer zakken. Ze was er dus nog niet. En het was al zes uur. Ik haalde m’n mobiel tevoorschijn en het whatsapp tekentje op het scherm gaf aan dat ik een nieuw bericht had. Ik opende hem en zag tot mijn verbazing dat het bericht van Luke kwam. Natuurlijk had ik vanmiddag nummers met ze uitgewisseld maar ik had niet verwacht dat hij mij al zo snel een bericht zou sturen.
>> ‘Hey Sophie, dit weekend gaan we een nieuwe video opnemen. Misschien lijkt het je leuk om mee te gaan en kijken hoe het is? Ik weet dat ik het natuurlijk ook gewoon morgen had kunnen vragen op school maar ik wilde je het gewoon even laten weten ; ) x Luke’
Automatisch verscheen er een glimlach op mijn gezicht en even voelde ik wat kriebels door mijn maag gieren. Ik probeerde ze te negeren en drukte op beantwoorden
>> ‘Hi (: natuurlijk wil ik graag mee! Lijkt me geweldig om te zien. Xx Sophie’
Nog steeds voelde ik mijn maag kriebelen wat me zenuwachtig maakte. Het kon niet Sophie, dacht ik in mezelf. Ik wist dat het niet kon. Het was net zoiets als verliefd worden op een homo. Je vond hem leuk maar het zou nooit wat worden. En dit voelde precies hetzelfde. Alleen vrienden maken, had ik mezelf voorgenomen. Vrienden waarmee je lol kon maken, avontuur kon beleven. Op een jongen verliefd worden kwam te dichtbij. Ik zou niet tegen hem kunnen liegen. Nooit. Hij zou van mijn verleden afweten en dat wilde ik niet. Van vrienden kon je altijd afstand nemen als ze te dichtbij kwamen. Als ze te veel over je te weten kwamen. Als je verliefd werd op iemand kon dit niet. Je hield onvoorwaardelijk van diegene, en ik zou nooit tegen hem kunnen liegen. Ik wist natuurlijk dat het net zo slecht was om tegen je vrienden te liegen maar dat had ik ervoor over. Alles om ze op afstand te houden.
Ik schrok op uit mijn gedachten door mijn mobiel die liet weten dat iemand mij belde. Ik keek op het scherm. Mama. Meteen nam ik op. “Hai schat, ik kom wat later thuis als je het niet erg vind dus je zult voor je eigen eten moeten zorgen oké?” “Hoelaat kom je thuis dan?” Vroeg ik. “Dat weet ik nog niet precies lieverd, rond half negen ben ik waarschijnlijk wel thuis.” Ik trok verbaasd m’n wenkbrauwen op. “Waar ben je dan? Je hoeft toch niet tot half negen te werken?” “Ehm, ik ben bij een collega van mij. Ze stelde voor een hapje te komen eten zodat we elkaar beter leren kennen. Vind je toch niet erg?” Ik zuchtte. Natuurlijk, het was weer eens raak. “Nee hoor.” Mompelde ik. “Nou, ik moet gaan schat. Tot vanavond!” Voor ik nog iets terug kon zeggen had ze al opgehangen en wat teleurgesteld keek ik voor me uit. Zo was het in Engeland ook gegaan nadat ik mijn ziekte overwonnen had. Ze was blij dat het weg was, maar kon er met niemand normaal over praten dus vluchtte ze weg voor haar gevoelens. Waarschijnlijk de angst dat mijn ziekte weer terug zou komen. Ze vluchtte weg naar collega’s, ze wilden zo graag vrienden maken. Nieuwe mensen kennen zodat ze zich waarschijnlijk minder alleen voelde. Maar nu had ik het gevoel dat ze mij een beetje in de steek liet. Ik had gehoopt dat ze gewoon thuis was, na mijn eerste schooldag. Ze had er niet eens naar gevraagd. Ze had niet gevraagd of ik het leuk had gehad op school en of ik al nieuwe vrienden had gemaakt. Ik staarde wat voor me uit, hield mijn blik gericht op een schilderij aan de muur. Mijn blikveld vervaagde wat, tot mijn verbazing niet alleen door het staren maar ook door de tranen die ik opeens achter mijn ogen voelde prikken. Snel knipperde ik een paar keer met mijn ogen en stond op. Hoe gelukkig ik me vanmiddag nog gevoeld had, met Jai en Luke, zo rot voelde ik me nu. En dit was precies de reden dat ik mijn verleden wilde vergeten. Ik wilde het zo ver mogelijk wegstoppen, er nooit meer aan denken want het maakte me alleen maar ongelukkig. Ik wilde niet ongelukkig zijn, ik had me al 8 jaar ongelukkig gevoeld. Ik rende de trap op, naar boven en ging in mijn kamer voor de spiegel staan. Ik keek naar het meisje in de spiegel. Hoe ze haar haar slordig had opgestoken, haar wallen onder haar ogen, de treurige blik in haar ogen. Ik móest veranderen, veranderen in een gelukkig, vrolijk meisje zonder problemen. Ik wilde niet meer dat verlegen, zielige meisje zijn. Ik zette een glimlach op en het meisje in de spiegel lachte meteen terug. Nee, te nep. Ik haalde m’n haar los uit het elastiekje, schudde het even uit en keek toen weer in de spiegel terwijl ik probeerde een geloofwaardige lach op te zetten. Stukken beter. Zelfs m’n ogen leken mee te lachen. Zo ging ik het doen, zo ging ik het aanpakken. De Sophie van vroeger bestond niet meer. Nu bestond alleen nog de vrolijke, spontane Sophie. Mijn nieuwe ik.
Reageer (3)
Snel verder!!!
1 decennium geledenAaah zo leuk! Snel verder xx
1 decennium geledenahw ahw ahw geweldig snel verder
1 decennium geleden