057.
Hebben jullie een voorkeur welke POV ik moet gebruiken volgend hoofdstuk?
Trillend van angst grijp ik naar mijn telefoon en bel Harry op. Nog geen minuut geleden ben ik zwetend wakker geschrokken uit een nachtmerrie. Ik was er bij, mijn broer werd voor mijn neus doodgeschoten door zijn vader, mijn bloed eigen vader. Mijn moeder schreeuwde en huilde, hysterisch begon ze Sjoerd door elkaar te schudden waardoor mijn vader alleen maar bozer werd. Alle twee werden ze voor mijn ogen vermoord door mijn vader. Zijn ogen waren rood doorlopen en hij had een wazige blik in zijn ogen. "hello?" hoor ik Harry slaperig mompelen. De telefoon leg ik naast me neer zonder op te hangen en ik maak me zo klein mogelijk. Het voelde zo echt dat ik nu bang ben dat hij terug komt voor mij. "hallo? Wie is dit?" hoor ik zachtjes door de telefoon komen die naast me ligt.
Mijn deur vliegt open en Harry komt mijn kamer in gestormd. Zonder het licht aan te maken komt hij naast me zitten en trekt hij me in zijn armen. Ik klem me vast aan zijn shirt en knijp er hard in. Het doet pijn aan mijn hart, het lijkt wel alsof er duizenden messen in mijn lichaam worden gestoken. Mijn ogen knijp ik krampachtig dicht en langzaam begin ik weer naar adem te happen. Dit gaat fout, dat besef ik maar al te goed en met alles in mijn lichaam probeer ik er tegen te vechten. Deze keer wil ik niet toegeven, ik moet doorzetten, ik moet er tegen vechten. Ik grijp me nog steviger vast aan Harry waardoor hij alleen maar nog meer in paniek raakt. Mijn hart bonkt in mijn hoofd waardoor ik een ondraaglijke hoofdpijn krijg. Wanhopig probeer ik te luisteren naar de ademhaling van Harry maar doordat hij ook in paniek is geraakt is dat niet te doen. Vaag hoor ik hoe hij naar de andere jongens schreeuwt. Mijn hand klem ik stevig om zijn bovenarm waardoor hij zachtjes gilt.
Mijn zicht is verdwenen, het enige dat ik nog zie zijn de beelden van de nachtmerrie. Wild schud ik mijn hoofd, ik weet dat het me niet helpt met beter ademhalen maar ik wil dit niet zien. Ik wil niet dat ze weg zijn. Nog een paar armen slaat zich om mijn lichaam. Harry straalt paniek uit maar dit lichaam niet, wanhopig probeer ik Harry weg te duwen en zo dicht mogelijk tegen het andere lichaam te kruipen. Het werkt meteen, ik ben nog wel in paniek maar de rust van de persoon die me vast heeft stelt me enigszins gerust.
Met moeite weet ik mijn ademhaling weer enigszins onder controle te krijgen. De pijn voel ik nog steeds en is al ver over het ondraaglijke heen. Al die tijd heb ik geen traan gelaten maar nu beginnen ze als watervallen over mijn wangen te stromen. Mijn gezicht duw ik steviger tegen de schouder van degene die me vast heeft. Sussende woordjes worden in mijn oor gefluisterd en zachtjes word ik heen en weer gewiegd. Mijn ogen blijven gesloten, ik durf ze niet open te doen. Bang voor wat ik dan aantref. Misschien verbeeld ik me dit alleen maar en was die nachtmerrie toch echt. Wat nou als ik de ontmoeting met de jongens gedroomd heb? Ze zeggen toch altijd dat je maar vijf seconde hoeft te dromen om het gevoel te hebben dat je een uur hebt gedroomd. De persoon verslapt zijn greep om mij waardoor ik meteen weer in paniek raak. Vrijwel meteen grijp ik weet krampachtig met mijn handen in het rond tot ik iets heb gevonden om me aan vast te klampen. Weer worden er duizende messen in mijn lichaam gestoken. Mijn tanden klem ik op elkaar om de pijn te trotseren maar het duurt te lang. Ik heb het gevoel dat ik gemarteld wordt en ik hou het niet meer vol. Ik wil geen pijn, ik wil het niet meer, als het altijd zo blijft hoeft het van mij niet meer. Dan ben ik liever dood. Waarom heeft sjoerd me laten beloven dat ik door zou gaan met mijn leven? Waarom?
Als ik naast de messteken door mijn hele lichaam een druk voel op de plaats van mijn hart kan ik een gil niet meer onderdrukken. Iedereen is in paniek, ook de persoon die me vast heeft. Spartelend in de armen van iemand die me rustig probeert te houden ondanks zijn eigen angst open ik mijn mond. Voor mijn gevoel gil ik keihard maar doordat ik het niet meer ben gewend om geluid te maken komt er niet meer dan een fluisterende gil uit. Ik moet weg, ik wil weg, ik wil dit niet meer. In mijn hoofd bid ik tot een god waar ik niet meer in geloof. De god die me mijn ouders en broer heeft afgepakt, die me mijn leven heeft afgepakt.
God laat dit asjeblieft het einde zijn. Ik wil het niet meer, ik ben moe en ik kan het allemaal niet meer aan
Reageer (8)
Ze heeft geluid gemaakt!!!
1 decennium geledenSNEL VERDER! OMG O_O
1 decennium geledenlove your story! <3333333333
Omfg omfg omfg omfg omfg omfg omfg omfg
1 decennium geledenaaah zo zielig!
1 decennium geledenHeel snel veder hoor het is veel te spannend om nu te stoppen:O
omggg snel verder zo mooi geschreven
1 decennium geleden