Foto bij Hoofdstuk 7

Lieve David,

Daar ben ik weer met een brief, die de laatste envelop op zou maken. Ik heb vannacht over je gedroomd. We waren weer bij elkaar en gingen picknicken. We waren nog jong, ik denk hoogstens zestien, en ontzettend verliefd. Toen opeens was je weg en je liet me achter met de picknickmand, die opeens heel zwaar was geworden. Ik moest de mand meenemen naar huis, maar dat lukte maar niet. Het was één van de vreemde dromen die voor mij niet ongewoon zijn, maar ik denk dat ik wel begrijp wat het betekende. Het betekent dat ik nog steeds niet over je heen ben, omdat iets het onmogelijk maakt. Misschien zijn het de herinneringen of misschien is het omdat ik nog steeds deze brieven schrijf. Mocht dat de boodschap van deze droom zijn, dan ben ik goed bezig deze te negeren. Maar ik mis je, en ik kan het niet laten je van alles te vertellen. Ook al is het dan op deze manier.
Ik ben op dit moment redelijk druk met school. Ik heb morgen met Emma, Lara en Rick afgesproken om aan ons project te werken. Ik heb er wel zin in. Nee, ik heb er absoluut geen spijt van dat ik voor geschiedenis in plaats van filosofie heb gekozen. Ik zou je graag vragen of dat de reden is van onze breuk, maar aan de andere kant wil ik absoluut niet met je praten. Ik zou niet weten wat ik dan moest zeggen. Het gaat allemaal zoveel makkelijker in de brieven. Maar ik zou moeten accepteren dat het over is, en ik weet dat ik deze brieven niet zou moeten schrijven. Ik heb ook niemand erover verteld. Ik kan Emma's blik zo voor me zien als ik het haar zou vertellen. Maar ik denk dat jij je dat ook wel kunt bedenken.
Goed, ik ga nieuwe enveloppen kopen. En ja, ik ga waarschijnlijk een hoop van die enveloppen gebruiken om nieuwe brieven te schrijven, hoe vaak ik me dat mezelf ook verbied.

Audrey


Met een zucht stop ik de brief in de laatste envelop. Ik vroeg me af waar ik zou moeten kijken voor enveloppen. Dit stapeltje, die nu op was, had ik van mijn ouders meegekregen toen ik op mezelf ging wonen. Ik had gedacht dat ik er nooit ééntje nodig zou hebben. Nou, ik had me flink vergist.
Waarschijnlijk was er wel een winkel in de stad die ze had. Ik moest toch nog boodschappen doen. En had ik niet eens bureau-artikelen gezien in de supermarkt? Dat zou wel handig zijn!
Ik ging de kastjes door en besloot dat ik meer melk, brood en chocolade nodig had. En ik kon ook nog wel een blik soep gebruiken die niet over datum was. Dat kon ik wel onthouden. Ik greep snel een boodschappentas mee, en liep uit mijn studentenflatje.
Eenmaal in de supermarkt aangekomen, besloot ik een mandje te pakken en snel alles te pakken te krijgen wat ik nodig had. Ik had een hekel aan supermarkten. De geuren van allerlei soorten eten, het gekrijs van kinderen en de verschrikkelijke indeling van rekken. Ik kreeg er gewoon hoofdpijn van en wilde er altijd zo snel mogelijk weg. Snel liep ik langs de groente en fruit-afdeling aan het begin. Hoewel, ik kon wel wat vitamines gebruiken... Een zak appels dan maar. Welke van de honderd soorten was het ook alweer?
Ik stond net wat appels in een zak te doen, toen iets in mijn ooghoek mijn aandacht trok. Een jongen met een heel herkenbaar loopje. David! Ik vloekte zachtjes in mezelf. Wat deed hij hier? Snel verstopte ik me achter een dikke vrouw met een bloemetjesjurk. Ik hoopte maar dat het niet opviel. Vanachter de bloemetjes hield ik mijn ex-vriendje goed in de gaten. Ga nou weg, ga nou weg...
Maar dat deed hij niet. Ten overmaat van ramp besloot hij bij de appels te blijven staan, heel erg dicht in mijn buurt. Ik probeerde hopeloos onopvallend te blijven, maar in mijn ogen kon het niet duidelijker zijn dat ik hier was.
Ik moest die appels nog afwegen, maar ik durfde me nauwelijks te verroeren. Daar had de bloemetjesjurk-vrouw natuurlijk geen boodschap aan, en terwijl zij rustig naar de vleesafdeling liep, werd ik pijnlijk zichtbaar. Nog even hoopte ik dat David me niet zou zien, maar het was hopeloos. Hij keek naar mij en onze blikken kruisten. Voor twee volle seconden keken we elkaar aan, zoals we eerder hadden gedaan. Maar nu was de blik in mijn ogen heel anders. Een vermenging van verdriet, verbazing en woede. En ik besefte weer hoe erg ik hem miste. Op hetzelfde moment keken we allebei weg. Geen van beide durfden we iets te zeggen of te doen. David liep, opmerkelijk sneller, naar de vleesafdeling en ik besloot mijn appels af te wegen.
De rest van mijn bezoek aan de supermarkt probeerde ik David zo veel mogelijk te ontlopen,= en ik moest constant wegduiken. Ik gedroeg me als een kind die verstoppertje aan het spelen was, maar alles was beter dan hem nog een keer tegen te moeten komen.
Ik was dan ook blij toen ik eindelijk bij de kassa kwam en hem succesvol had ontlopen. Ik had al mijn boodschappen, inclusief de appels. Helaas had ik nog geen enveloppen gevonden.
Net toen ik aan wilde sluiten in één van de veel te lange rijen, zag ik ze: enveloppen!

Reageer (4)

  • supperwomen

    wow dat eerste stukje over die droom. Die is echt ontzettend goed geschreven!

    1 decennium geleden
  • Kobyla

    Aww, das best vervelend dat ze hem tegenkwam....
    En netzoals Blackdragon1 zei: Ik wil het weten!
    Maar snel verder!

    1 decennium geleden
  • xIsoldee

    Ohn snel verder, nieuwsgierig!<3

    1 decennium geleden
  • BlackDragon1

    Snel verder!
    Wat is de rede dat het uitging??
    Wil het graag weten!!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen