H57
Metsa haalt nog even adem en begint:
'15 jaar geleden werdt ik geboren, ik werd geboren in een klein houten huisje dat in verval begon te raken. Mijn familie heeft niets meer na de val van Galbatorix... Mijn oma, de dochter van Galbatorix, had het daar het moeilijkst mee. Je moet weten dat ze geboren is in geheimhouding, niemand wist dat Galbatorix een dochter had. Hij kreeg haar met een rijke vrouw ergens in de buurt van Gil'ead. Nadat hij haar had gekregen doode hij de vrouw en legte haar ten vondeling. Volgens mij wou hij een noodoplossing voor het geval dat... een nakomeling.
In iedergeval, mijn oma werdt opgevoet door mensen in Gil'ead en ze werdt een mooie jonge vrouw. Rond die tijd werdt Eragon geboren, denk ik. Een stuk of twintig jaar gingen voor bij en opeens was Galbatorix vermoord, Eragon had gezegenvliert. Mijn oma kreeg te horen dat ze zijn dochter was. Het was wonderbaarlijk geen grote verassing, mijn oma had altijd al gedacht dat ze belangrijk was. Ze kreeg de boodschap via een bode, een bode van Galbatorix toen hij nog leefde. Vlak voor de aanval van Eragon had hij die uitgestuurd.
Naja, mijn oma wist nu dus dat ze een nakomeling van hem was, maar ze was slim en hield het geheim. Ze trouwde met een middelmatige van rang en haar leven ging verder ze kreeg twéé kinderen, een jongen en een meisje, mijn moeder. Al storf haar man een paar jaar na de geborte van haar kinderen. De jongen ging helaas vrij vroeg dood, bij een van de kampioen wedstrijden van het land. Heb je daar over gehoord?'
'Nee,' zeg ik.
'Dat zijn wedstrijden die Eragon onganisteerd in Du Áreanake, daar kunnen de volkeren tegen elkaar strijden om te zien dat ze de beste zijn.
'Oke,'zeg ik,'ga verder.'
'Mijn oom ging daar dus heen, hij deed mee, maar er ging iets mis. Het was een ongeluk, en hij storf. Mijn oma was buiten zinnen van verdriet, dagen sliep ze niet en ze huilde aan een stuk door... Mijn moeder ging uit huis, zo wou ze niet leven. Mijn oma bleef alleen achter. Mijn moeder ging in een klein dorpje wonen waar ik de naam niet van weet, al snel trok ze in bij een man die later mijn vader werd. Ze kregen mij en waren gelukkig. Maar terwijl ik ouder werdt begonnen er steeds meer rare dingen te gebeuren, ik liet rare dingen gebeuren. Toen mijn oma dat hoorde vertelde ze me haar verhaal. Ik ging er van door, ik was niet blij met mijn afkomst.' Metsa zucht.
'Ik kwam bij zo'n kraampje, en een ei reageerde voor mij. Niemand had ooit mijn afkomst geweten als mijn oma niet in dat dorpje had geleefd, toen ik het ei aanraakte begon ze te gillen. "Goed zo, jongen! Je wordt net zo als mijn vader!".' Weer die zucht.
'Ik was veraden, en de rijders namen mij en mijn ei met achterdocht mee, ze waren bang voor me... en nu zit ik dus hier en niemand vind me aardig...' Voordat ik wat kan zeggen voegt hij er iets aan toe.
'Behalve jij.' Ik pak zijn hand.
Reageer (1)
das wel erg dat de rijders zo vooroordelend zijn
1 decennium geleden