H53
Als een drakenrijder zijn of haar, draakje voor het eerst aanraakt krijgt hij of zij een schok. Met die schok worden krachten over gebracht. Krachten van een drakenrijder. De rijder krijgt hier meer kracht, magie en engergie van. Na die schok raakt de rijder even buiten bewust zijn, daarna wordt hij of zij wakker en heeft de rijder een teken op zijn hand, het is het teken van de drakenridjers: de Gedwëy Ignasia. Als de rijder magie gebruikt gebruik hij of zij meestal de hand waar dit teken op zit, dat versterkt de magie die hij of zij toepast. Drakenrijders worden door dit teken vaak "Agetlan" genoemt, dat betekend: zilveren handpalm. Het teken is dan ook wit-zilver van kleur.
Lees ik in een van mijn boeken. Dit verklaard waarom ik die schok kreeg, en waarom ik neer ging toen ik mijn draakje aanraakte.
'Dit verklaart veel,' fluister ik naar de schuldige.
'Pieuw,' zegt de schuldige.
'Ik weet het, piep,' zeg ik. Het draakje klauwd in de leuning van de stoel waar hij op ligt. Hij tikt mijn hand aan met zijn neusje. Honger.
'Heb je honger, kleintje?' vraag ik hem.
'Pieuwrr!' Ik ga er van uit dat dat een "Ja" is. Ik til mijn draakje op en we gaan op weg naar de grote zaal.
Onder weg zie ik verschillende rijders, mij met hun ogen nakijken. Oke, het zou stom zijn als ik serieus denk dat ze naar "mij" kijken, ze kijken duidelijk naar mini-draakje. Ik loop dan ook wat sneller, voorbij de deuren dan normaal. Dan kunnen ze minder lang naar mijn draakje kijken.
'Dit is de deur van Metsa, hij is de zoon van de dochter van de dochter van Galbatorix. Galbatorix was een slechte rijder, maar ik denk niet dat Metsa ook slecht is,' zeg ik tegen mijn draakje als ik langs deur 36 loop, de kamer van Metsa.
'Metsa denk iniedergeval wel dat iedereen dat van hem denkt... de idioot.' Ik hoor een deur zachtjes dicht gaan, en ik wordt rood. Oeps, ik hoop niet dat dat Metsa's deur was...
'Pieuw,' zegt mijn draakje.
'Ik weet het,' zucht ik. Ik hoop dat hij snel ook iets anders zal kunnen zeggen.
'Dit is de eet-zaal. Hier eten we. Er is echt van alles,' zeg ik. Het draakje geeft geen antwoord.
Ik ben blij dat de leerling-rijders nu les hebben met hun draken, dan hoef ik tenminste niet weg te rennen voor War en de andere die mij en mijn draakje een grote hoeveelheid aandacht willen geven. Onverdeelde aandacht, gruwel. Ik schuif een kippenbout naar me toe en hou het draakkje op mijn schouder tegen. Eerst het eten klein snijden, daarna eten.
'Smakelijk eten,' zeg ik tegen het draakje terwijl hij de kip naar binnen schrokt.
Reageer (1)
ik zou owk wel zo'n minidraakje willen
1 decennium geleden