H52
Er klinkt geklop, geklop wekt me uit mijn gevoel van tevredenheid. Het geklop houd aan. Het irriteerd me, ik wil alleen maar alleen zijn met het prachtige schepseltje in mijn armen. Het lieve kleine prachtige wezentje. Mijn draakje.
'Lilith, doe open! Ik ben het zat!' Die stem klinkt bekend, maar de woede die er in klinkt niet.
'Oh! Lilith, ik weet dat je er bent! Doe open!' Mellissa heeft een, om het netjes te zeggen, slecht humeur. Boos omdat ze me stort sta ik op met het draakje in mijn armen, ik begin naar de deur te lopen.
'Ik tel tot 5, als je er dan niet bent om de deur te openen dan ga ik gewoon naar binnen! Hoor je me?' Natuurlijk, ik heb gewoon geen zin om terug te praten.
'Één!' zegt Mell. Ik loop langs de drakenkuil.
'Twéé!' zegt Mell, ik doe de deur naar de hal langzaam open.
'Dríé!' zegt Mell, ik doe de deur naar de hal weer dicht en loop rustig naar de deur.
'Víér!' zegt Mell, ze klinkt nu echt woedend. Ik leg mijn hand op de deurklik naar de gang waar zij staat.
'Víjf!' Mell schreeuwd dat woord. Ik open de deur.
'Lilith! Jij! Je hebt me gewoon verwaarloost, al die tijd al! Hoe kan je! Ik ben hardstikke bezorgt en je moest eens weten! Dat onderzoek naar die oehoe, je vader heeft hem gestuurt, en nu is dat be-' Haar ogen worden groot als ze door heeft wat er in mijn armen ligt.
'Oh, shit, sorry!' zegt ze terwijl ze bewonderend naar mijn draakje kijjkt.
'Geeft niet,' mompel ik,' Het is mijn schuld, ik had je niet mogen verwaarlozen.... Het spijt me echt, Mell...' zeg ik sip, ik weet dat ze de waarheid spreekt. Het draakje in mijn armen draait zich om en klimt weer naar mijn schouder.
'Het is een mooi jong,' zegt Pursian bewonderend in mijn hoofd.
'Dankje, vind ik ook,' zeg ik instemmend. Mijn draakje piept.
'Heb je al een naam?' Vraagt Mell, ze is haar woede vergeten.
'Nee,' zeg ik. Ik draai mijn hoofd en kijk naar het draakje, 'Ik weet niet eens of het een mannetje of vrouwtje is...'
'Mannetje,' zegt Pursian. Hoe ziet hij dat? Ik vraag het toch maar niet hardop, straks is het beledingend.
'O,' zeg ik dus maar. Ik hoor Pursian lachen in mijn hoofd. Ik moet ook grijnzen en ik kriebel het kleine wezentje op mijn schouder onder zijn kin. Dat vind hij lekker.
'Ik ga maar weer... ' zegt Mell en ze draait haar weer om. Maar ze wou nog wat zeggen, dat voel ik, alleen ze wil mijn humeur niet verpesten.
'Mell, wat wil je eigenlijk nog zeggen? Zeg maar.' Ik kijk haar doordringend aan en leg mijn hand op haar schouder.
'Nou...' ze bijt op haar lip, 'De...'
'Ja?' Vraag ik, ik ben toch wel erg benieuwd, het maakt haar duidelijk van streek.
'De oehoe is ontsnapt,' zegt ze. Ik verstijf.
Reageer (1)
(hoera)mell en lillith zijn weer vrienden
1 decennium geledenen nee de oehoe is ontsnapt