4.
Ik loop door de gangen van het ziekenhuis zoekend naar de kamer waar Jay ligt.
Het is al een week geleden en nu pas mocht hij bezoek ontvangen, ik liep verder en kwam langs het ziekenhuis winkeltje.
Ik keek door de etalage toen ik een gigantische beer zag staan, dat kopen is wel het minste wat ik kan doen, het is ook eigenlijk allemaal mijn schuld.
Ik loop de winkel binnen en koop de beer.
Even later loop ik naar buiten met de veel te grote beer.
Ik vraag aan de balie waar Jay’s kamer is en loop er naar toe, Jay slaapt nog als ik de knuffel op zijn nachtkasje leg.
Na 20 minuten zit ik daar nog steeds doelloos voor me uit te staren, hoor ik zacht gekreun uit het bed komen.
Als ik opkijk opent Jay zijn ogen, heel even kijkt hij me recht aan of hij wil zeggen dat hij me heel dankbaar is en of hij me vragen wil wat er precies gebeurd is.
Hij sluit zijn ogen weer, en een vlaag van teleurstelling gaat door mijn hoofd.
Ik zou hem zo zielsgraag willen vertellen wat ik voor hem voel, en wat hij voor mij betekend, maar ik kan het niet.
Ik zak onderuit in mijn stoel als ik per ongeluk met mijn voet het bed aanraak.
Zachtjes word Jay weer wakker en hij kijkt me nu heel helder aan, ‘waar ben ik Neveah’ vraagt hij.
Hij kijkt verward om zich heen als hij zijn arm in het verband ziet, hij schrikt en begint te schreeuwen, “Wat is er gebeurd met me?, Waar ben ik?’ hij klinkt heel verward en ik probeer hem gerust te stellen door zachtjes tegen hem te praten.
‘het komt goed Jay, het komt goed’ fluister ik in zijn oor, en weer vraagt hij wat er is gebeurd.
Ik raak een beetje in paniek en probeer vlug iets te bedenken, ‘je hebt een ongeluk gehad toen je met je scooter van school naar huis reed’ zeg ik.
Even zie ik twijfel in zijn ogen maar dat verandert snel, zo blijven we 5 minuutjes praten.
Er word op de deur geklopt door de verpleging, ik open de deur en daar staat een vriendelijke vrouw met een koffiekarretje.
‘willen jullie misschien wat te drinken?’, vraagt ze vriendelijk.
Ik knik nee en vraag of Jay wat te drinken lust, ook hij wil het niet en ik bedank de vrouw vriendelijk waarop zij knikt en vertrekt.
Als ze in de deuropening staat zegt ze nog iets, ‘dadelijk gaan we het verband verwisselen, als je er bij wilt zijn mag het maar ik zal je alvast waarschuwen dat het er een beetje eng uit kan zien.
Ik zeg dat ik er heel graag bij wil zijn omdat het voelt als een verplichting, het is mijn schuld dat hij hier ligt en sleep ik hem er ook doorheen ook.
De vrouw vertrekt en ik ga weer op mijn stoel zitten, Jay kijkt me vriendelijk aan en ik vraag of het nog veel zeer doet.
Hij schud nee en dat lucht me ontzettend op, de verpleging komt binnen gelopen.
‘laten we dat verband maar even verwisselen’ zegt een knorrige man.
Langzaam rolt hij het verband van zijn arm af, het laatste stukje moet wel heel erg zeer hebben gedaan want Jay schreeuwde het uit van pijn.
Ik sloot mijn ogen omdat ik niet wilde zien hoe het er uit zag, maar tegelijkertijd was ik heel nieuwsgierig.
Toen ik ze weer opendeed werd ik overspoeld door een golf van misselijkheid, een enorm litteken nam zijn hand en onderarm compleet ik beslag.
Ik zag dat Jay ook schrok want hij zag lijkbleek, of dat moest door de pijn komen natuurlijk.
Een traan rolde over mijn wang, wat had ik gedaan?, was dit nou echt nodig?, ik had nog liever gehad dat die vreemde jongen het nooit had gedaan, dan had ik wat meer pijn gehad maar dat geeft me meet eigenwaarde dan dit.
Nu verpest ik het leven van de ander omdat ik zelf bang bent voor wat komen zal.
Weer wellen er tranen op en ik veeg verwoed door mijn ogen, ‘sorry jay, ik ga’ zeg ik zacht en ik ren het ziekenhuis uit, weg van de zorgen , weg van wat er gebeurd is.
Zo zal ik het nooit vergeten, de dood van mijn vader licht nog zo vers en elke keer beland er door mij iemand in het ziekenhuis waardoor ik alles opnieuw moet doormaken.
Ik herinner me die ene dag nog als gister, en als ik het voor me zie lijkt het ook allemaal zo echt.
Ik schrik op van de toeter van een auto, een boze man steekt zijn middelvinger op omdat ik door rood reed, ik had het niet eens in de gaten.
Ik fiets langs het parkje en gooi mijn fiets in de heg, ik neem plaats op het parkbankje.
Alles komt terug, alles wat ik geprobeerd had weg te stoppen.
Er zijn nog geen reacties.