Foto bij Hoofdstuk 4: De toespraak

Met opgeheven hoofd begaf de Vrouwe zich naar het podium, wat verlicht werd door duizenden kaarsen.

“Vanuit diep in mijn gesloten hart spreek ik, als ik zeg dat ik mijn behoeftes kan stillen bij deze man.
“Hij heeft me geleerd me open te stellen en naar mijn hart te luisteren.
“Ook wil ik hem hier bij me hebben. En ik bedank jullie voor jullie komst.
“Maar ik vrees dat deze bijeenkomst snel afgelopen zijn.
“Om middernacht zal ik de stad verlaten, samen met degenen die ik waardig genoeg vind.
“Laat je niet ontmoedigen. Ik sla niemand over. Ieder krijgt zijn loon.”

Hiermee eindigde ze haar korte toespraak, en direct stak er een krachtige wind op. Waar hij vandaan kwam, was niet vast te stellen. Hij kwam overal vandaan, nergens vandaan.
Een zacht lach streek over de hoofden van de stedelingen, voordat ze beseften dat de kille wind bij de Vrouwe vandaan kwam.

Een wind, zo koud dat je ziel terstond bevroor.

Reageer (8)

  • Dongwoon

    Verder <333333

    1 decennium geleden
  • Incipient

    Verdeer! Ik ben echt nieuwsgierig welke kant het verhaal zal opgaan :'D

    1 decennium geleden
  • Lifehack

    Ergens vind ik het eng ;O

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen