Een enorme flits lichtte Elena's kamer op. 'Eén... twee... dr...' "Bang!" Ze huiverde en trok de lakens dichter bij haar. Nog geen vijf seconden later beukten enorme regendruppels in op haar raam gevolgd door een tweede lichtflits. Ze voelde hoe het huis daverde onder de volgende donderslag en het hout kreunde alsof het al zijn kracht gebruikte rechtop te blijven staan. Ze keek naar het raam en zag de druppels kruipend naar beneden glijden. Af en toe voegde de ene druppel zich bij een andere om dan te worden gebombardeerd door nieuwe regendruppels. Elke keer wanneer ze hier naar keek kwam het beeld van huilende vrouwen in haar op. Tranen die de koele glazen huid afgleden en een spoor van verdriet na lieten.
Vanuit haar felgroene ogen ontsnapte een traan. Het gevoel van onmacht overwelmde haar waarop de tranen nu genadeloos begonnen vloeien. Maar haar verdriet zat zo diep, dat zelfs de tranen die van diep kwamen, niet konden uiten hoe ze zich voelde. Het was alsof de reden waarom je hier was, gewoon niet meer was. Er was een leegte, een hol gevoel, dat niets of niemand kon vullen. Ze wilde dingen breken, dingen stuk maken, maar ze stond voor een reusachtige berg waartegen ze hulpeloos schopte. Ze veegde een paar witblonde haren uit haar gezicht die aan haar vel kleefden. Dat zou ze binnenkort zwart verven. Wat voor nut heeft het je haar zo te laten als de enige die het mooi vond nu weg was? Voorgoed? Zonder ook maar een kleinst mogelijke kans haar ooit nog terug te zien? Niet eens hoop... En het was niet eerlijk. Er was al meer dan genoeg van haar afgepakt geweest.
De regen kletterde verder tegen de ramen waardoor plots een gevoel van ongecontroleerde woede, beginnend van de kern waar het nu kookte, naar boven kwam. Ze kreeg het benauwd, trok woest en dwangmatig de lakens van zich af en nam het doosje dat naast haar op het nachtkastje stond om het met een luide krijs naar het raam te gooien. Ze krijste haar longen uit het lijf maar het raam barstte enkel waarop ze haar hoofd op haar knieën legde, haar armen om haar benen sloeg, zichzelf wiegend en luidop begon te huilen. Ze voelde zich net zo ontroostbaar als het onweer dat ook genadeloos insloeg op alles wat het tegenkwam. Het was helemaal niet eerlijk.
'Klik,' met een half oog keek ze op en zag Luna door een kiertje gluren. "Kom maar Maantje," ze snikte maar dwong zichzelf sterk te zijn voor haar zus, "er is niets aan de hand, ik mis oma een beetje." Het meisje deed voorzichtig de deur verder open en stapte naar binnen. Haar lange bruine pijpenkrullen vielen langs haar gezicht dat rood was en haar grote blauwe ogen waren gezwollen en rood. Elena haatte deze plek en het verdriet dat er overal hing maar ze vond het nog erger dat ze er binnenkort weg moesten. Luna kroop naast haar onder de lakens en liet haar hoofd op Elena's schouder rusten. Haar lichaam gaf een warmte die Elena troostte en kalmeerde. "Wil je een verhaal vertellen?" vroeg Luna na een tijdje aan Elena, die nu de rust zelve probeerde te zijn voor haar zus. "Natuurlijk Maan, en dan gaan we slapen. Morgen moeten we onze koffers nemen dus we zullen veel te doen hebben." Luna knikte en plantte haar hoofd onder Elena's kin op haar borst en klemde een van Elena's benen tussen haar knieën. Ze hadden vaak op deze manier in bed gelegen, alleen was het toen niet Elena die de verhalen vertelde, maar oma. Elena haalde diep adem en vertelde haar lievelingsverhaal.

Er was eens een jong meisje, mooi en sereen, heel matuur voor haar leeftijd. Zoals elke dag wandelde ze naar de open velden naast het dorpje waar ze leefde. De grassen waren zo hoog dat ze tot aan haar middel kwamen en wanneer ze helemaal in het midden van het veld was, ging ze liggen. Dan kon niemand haar nog zien en hoefde ze voor niemand iets te doen want in die tijd hadden jonge meisjes vele taken en waren altijd druk bezig. Tussen de hoge grassen kon ook niemand haar horen of zien huilen. Haar vader was als soldaat naar de oorlog vertrokken maar ze hadden al maanden niets meer van hem gehoord. Ze wist dat haar moeder ook stilletjes huilde wanneer zij hoorde te slapen dus ze wist dat hij dood was en aangezien ze absoluut niet mocht huilen voor haar jongere broer deed ze het hier.
Plotseling zag ze aan de hemel een witte lichtflits. Het was zoals bliksem op een klaarlichte dag. Nu wist ze zeker dat hij naar de hemel was gegaan. Maar plots hoorde ze geritsel in het gras en werd ze heel bang. Er konden wel slangen in deze buurt zijn of engere dingen en ze haastte zich weg van de velden. Terwijl ze liep en haast niets zag door haar haren die in haar ogen waaiden, botste ze tegen iemand op waardoor ze achterover viel.


Luna giechelde en zei: "Ik wil ook ooit mijn prins tegenkomen!" Elena draaide met haar ogen, "dat komt nog wel op een dag," ze porde in haar zusje's zij, "maar nu moet je nog spelen met je poppen en vriendinnen!" Ze sloot haar ogen en ging verder met haar oma's verhaal.

Ze zag wel honderden sterretjes door de klap met haar hoofd op de grond maar plots reikte een hand naar haar uit. Wanneer ze opkeek zag ze de mooiste jongeman die ze ooit al had gezien. Betoverd door zijn schoonheid leek het of ze was vergeten hoe ze moest praten en ze stotterde zo erg dat de jongen begon te lachen. Zijn naam was Kyran en hij vertelde dat hij van een andere wereld kwam en naar de aarde was gekomen voor een speciale missie. Hij zei ook dat door de oorlog, die nu bezig was, hij zijn missie voor een tijd moest uitstellen en dus terug moest gaan. Hierdoor werd het meisje heel verdrietig want ze wou helemaal niet dat hij nog weg ging! Ze was verliefd geworden op hem. Hij bleef nog een aantal dagen op aarde en bracht dan al zijn tijd met haar door maar dan was de tijd aangebroken voor hem om te gaan en ze huilde weken en weken. Maanden gingen voorbij en ze miste hem nog steeds even erg. Om hem te proberen vergeten werkte ze elke dag harder, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, en zo gingen er jaren voorbij. Ook de oorlog was voorbij en de vrede was weergekeerd. Het was nu veel rustiger voor de meesten maar zij deed nog altijd druk door. Ze miste hem nog steeds.
Wanneer ze op een dag weer in de velden wandelde zag ze weer diezelfde lichtflits van jaren geleden. Ze was helemaal opgewonden en haar hart ging tekeer. Zo snel als zo kon liep ze naar de plaats waar ze de flits had gezien en daar zag ze, tot haar grote blijdschap Kyran, die nu nóg mooier was geworden. Naast hem stond een mooi wit paard en samen galoppeerden ze door de velden. Ze was nog nooit in haar leven zo gelukkig geweest als vandaag en ze vertelde hem dat hij niet meer mocht weggaan omdat ze van hem hield. Hij had haar gezegd dat hij enkel zijn missie moest afwerken maar dat ze dan, als ze dat wenste, met hem mee mocht gaan naar zijn wereld. Met volle overtuiging had ze 'ja' geroepen en hem omhelst. Omdat ze hem niet meer alleen kon laten hielp ze hem met zijn missie en trotseerden ze grote gevaren. Met hun liefde overwonnen ze alles en konden ze na een lange tijd naar zijn wereld gaan. Zijn prachtige witte paard was veranderd in een ruimteschip waarmee ze dagenlang naar zijn wereld reisden. Daar aangekomen was iedereen blij met haar komst en verwelkomden haar met vele geschenken van de prachtige planeet. Ze had nergens in haar leven iets gezien dat zo mooi was als hier en ze wilde nooit meer naar aarde terugkeren. Omdat iedereen haar zo aardig vond, besloten ze het toe te staan hen te laten trouwen. Het was een reusachtig feest waar ze tot diep in de nacht dansten. Later bouwden ze samen een eigen huis en kregen ze vele kinderen en ze leefden nog lang en gelukkig.


Elena geeuwde en keek naar haar zusje. Ze lag vredig op haar borst te slapen met een glimlach die om haar mond trok, even onschuldig en braaf als zij zelf. Tevreden sloot ze haar ogen weer en probeerde te slapen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen