H43
He, ik heb ook nog een Eragon-quiz gemaakt.
Deze is gewoon te doen.. denk ik... wel een beetje moeilijk.... eheheh..
Iedereen kijkt weer naar me. Iedereen, ook Metsa waar ik nog steeds op zit. Verbaast kijkt hij door zijn tranen heen naar me op.
'En nee, ik heb je niet geslagen omdat ik je haat, maar omdat je gek werd. Of ik werdt gek van jouw. Ik weet dat je niet slecht bent, dus je hoeft niet te krijzen.' Dan sta ik op. Zo dramatisch mogenlijk ga loop ik tussen de wezens door naar de deur.
Op mijn kamer zit ik aan mijn werktafel. Ik zit aan mijn wiskunde. Het huiswerk ging gemakkelijk en sneller dan ik dacht. Mijn gezicht rust nu door pure verveling op mijn handen.
Een zacht geklop klopt op de deur. Ik kijk niet op en blijf gewoon zitten. Ik bijt alleen op mijn lip. Al zins ik hier terug ben gekomen klopt iemand op mijn deur. Geen idee wie het is, of wát het is. Ook geen idee waarom ik denk dat het misschien een wát is.
Ik snuif. Dan sta ik toch maar op. Ik loop naar de deur en open hem. Het is Quinten Pellý hij kijkt me aan.
'Dankje, ik wist wel dat ik jouw erbij moest roepen om hem rust te geven.' Hij glimlacht en loopt dan weer verder. Ik snap niet wat hij bedoelt, rust? Ik heb Metsa geen rust gegeven, ik ramde hem twéé keer in zijn gezicht!
Met een boze frons smijt ik de deur dicht en ga naar mijn ei. Zachtjes aai ik over zijn opervlakte heen. Waarom doet iedereen zo moeilijk?
Ik besluit naar de algemene badkamer te gaan. Ik heb zin om een keertje weer echt rond te kunnen zwemmen. Oke, mijn badkuip is ook groot maar ik ben echt toe aan een baanje zwemmen zoals die ene keer in de rivier toen ik net weggelopen was! Ik kleed me om in een kort topje en een kort broekje, voor het geval dat er ook nog andere zijn.
Tevrede kijk ik in mijn spiegel, dan ga ik op weg. Het zijn maar een stuk of 3 trappen op, maar telkens als ik andere tegen kom heb ik het gevoel alsof ik bekeken wordt. Nu moet ik even zeggen dat die badkamer enorm is. Het is net een klein meertje. Een enorme badplaats. Ik duuw de deur open en ga naar binnen. Ik kom in een klein halletje met rekken vol handoeken terecht. Ik graai er een uit het rek, ik ruik of hij schoon is en ga dan de badkamer binnen. Gelukkig is het rustig.
Er drijven maar een paar rijders en een paar draken in het water.
Ik loop naar een stoel en gooi mijn handoek er overheen. Dan loop ik naar het bad. Met een soepele beweging spring ik er in.
Overwater gedoken zwem ik een stukje, ik hou mijn adem in. Dan zwem ik weer naar boven met een paar slagen van mijn armen.
Ik knipper met mijn ogen om het water eruit te krijgen en dan pas valt me op dat ik bijna neus aan neus in het water zit met iemand. Ik knipper nogmaals met mijn ogen. Dan zie ik wie het is, en ik word rood.
Reageer (1)
kzal em ook eens maken
1 decennium geleden