H41

Ik sta op en haal mijn hand door mijn haar. Dit was me wel een duel! Ik kijk naar Nicos hij staat nog steeds op de zelfde plek, zijn hand hangt in de lucht, boven de plek waar ik net lag. Blijkbaar wou hij me helpen opstaan...
'Oeps, sorry Nicos. Ik had niet door dat je me wou helpen...'
'Maakt niet uit, hoor. Over hoe ik weg kwam... een van mijn trucs, maar die vertel ik je later, ik ben kapot, hoe kan jij zo goed vechten?' Pijnlijk wrijft hij over zijn arm, 'Ai'
Ik glimlach hem vriendelijk toe,'Instinct.' Maar dan gruwel ik, ik zie overal ogen. Blijkbaar zijn er verschillende groepjes naar ons gaan staan kijken.
'Ehmm...'Verlegen kijk ik rond. Ik zie dat Trisa en Sji mij verbaast aan staan te gapen. Afschuwelijk, ik haat aandacht.
Dan klinkt gelukkig de boze stem van de leraar.
'Wat is dit? Waarom vechten jullie niet? Ik heb ook gezien dat mevrouw Lilith en Nicos het goed deden, maar dan hoeven jullie ze niet aan te gapen alsof het dieren zijn? Nou?'
De andere komen in beweging en ze gaan weg. Ik haal opgelucht adem. Ik haat het als mensen naar me kijken alsof ik... ik... gevangen zit ofzo..
'Dank u,' zeg ik tegen de leraar en ik wil me omdraaien. De slanke hand van de elf komt op mijn schouder te recht.
'Mevrouw Lilith, dat was knap voor iemand die nog nooit gevochten heeft.' Ik heb het gevoel dat ik wordt geacht te blozen, maar dat doe ik niet. Ik bijt op mijn lip en knik. Dan ruk ik me los en ga ik op een bankje zitten.
De rest van de les kijk ik naar de vechtende leerlingen.

'Lilith! Je was geweldig!' Trisa springt op en neer met mijn hand in de mijne. Geïrriteerd draai ik met mijn ogen. Serieus, iedereen geeft me complimentjes, okal heeft Nicos gewonnen!
'Nicos won, geef hem je complimentjes maar,' zeg ik snauwend tegen haar. Nu is het haar beurd om geïrriteerd te kijken.
'Lilith, Nicos vecht heel veel, hij weet hoe hij moet vechten. Dit was jouw eerste keer. Dus het is wel knap!' Alsof ik dat boeiend vind.
'Fijn,' mompel ik. Dan ga ik mijn kamer binnen. Ik wil niet dat de andere mee naar binnen gaan.

Op mijn kamer loop ik naar het raam, ik kijk naar buiten. Ik heb uitzicht op de kleine vliegbaantjes op de daken van het lage gebouw.
Er is daar iets aan de hand, ik kijk nog iets beter. Er staat daar een grote bruine draak, en er komen mensen aan gesneld, naar de draak. Is er iets met die draak? Verbaast kijk ik naar beneden. Maar ik zie dat het niet aan de draak ligt. Op de rug van de draak tilt de rijder iemand op. Volgens mij is het een jongen, een jongen met zwart haar.
Ik zie Eragon en Saphira landen en op de jongen af gaan. Ik druk mijn neus tegen het glas. Wat is daar toch aan de hand?