Foto bij The Story Of Moon deel 10

In the forest. Things can change.

Moon deel 10

Toen ik wakker werd, lag ik in mijn kamer, het was heel erg donker. Ik werd wakker van het getril op mijn nachtkastje, mijn telefoon. Na lang worstelen vond ik het knopje van mijn nachtlampje, en zag dat Aron naast me lag. Ik gaf hem een kus en nam mijn telefoon op. "Met Moon" zei ik op slaperige toon, het was inmiddels half 3 s'nachts. "Moon ik mis je" klonk de stem. Ik schrok, ik herkende deze stem uit duizenden. Het was Chris. "Chris, ik wil niet met je praten, of heb je wat belangrijks te zeggen?""Ja Moon, ik hou van je, kom bij mij, naar mijn huis, dan komt alles weer goed " zei hij op smekende toon. "NEE CHRIS HET IS VOORBIJ. " schreeuwde ik en hing op. Ik was aan het hijgen van woede. Hoe kon hij me zomaar lastig vallen, ik had een ander, en dat moest hij maar accepteren. Ik zag weer dat Chris belde, maar deed mijn telefoon uit. Toen ik weer mijn rug omdraaide zag ik dat Aron recht op in bed zat. Ik kwam met mijn hoofd dichterbij. " Moet je niet slapen?" vroeg ik op onschuldige toon. "Vampiers slapen niet, " glimlachte hij. "Dus je hebt het hele gesprek gehoord? " " Ja, gaat het wel?" " Ja wel een beetje. Alleen ik schrok toen ik wakker werd, ik weet helemaal niet wat er gebeurd was, na dat ik in de zee viel."" Ik heb je naar huis gedragen, en je moeder was ongerust, maar ik zei dat alles goed was, en ze liet me gaan. Natuurlijk keek ze heel begripvol en vond me er onwijs schattig uitzien. " hij lachte. "Oke. " ik kwam dichterbij met mijn gezicht en zoende hem op zijn mond. Hij keerde zich niet weg, na zijn ontdekking, die hij eigenlijk al sinds gister wist. Hij was een vampier, ik een weerwolf. Twee vijanden van elkaar. Maar onze liefde was onbeschrijfelijk. Toen stopte hij. "Moon je moet gaan slapen, je kan morgen misschien wel uitslapen, maar je hebt je rust nodig." ik glimlachte en gaf hem nog een kus. Deze keer was hij lang en teder. Toen deed ik het lichtje van mijn met kant bedekte nachtlampje uit, en kroop tegen Aron aan. Hij was alleen stervens koud. Hij voelde dat ik rilde en wikkelde de deken om me heen. Langzaam maar vredig viel ik in een steeds diepere slaap.

Ik werd wakker, de plek naast me was leeg. Ik schrok me natuurlijk helemaal dood. Waar kon hij zijn? Was het een droom? Op dat moment, hoorde ik een geplof op mijn laminaat. Aron was door het raam weer naar binnen geklommen. "Wat was je doen?" vroeg ik. "Jagen" zei hij, ik zag nog een bloedachtig streepje op zijn wang zitten. Hij deed zijn handen door zijn haar en zag dat ik nogal raar naar hem keek. "Wat is er ? " vroeg hij geschrokken. "Jaag je op mensen?" hij moest lachen. "Nee op dieren, ik ben vegetarisch." "O, oke. " hij liep naar mijn bed, pakte het grote tweepersoons dekbed en sloeg het om zich heen, hij liep naar me toe, en knuffelde me, met de tweepersoons dekbed zodat ik het niet koud kreeg. Ik glimlachte. Hij tilde me op en samen vielen we op het bed, met nog steeds het dekbed om ons heen. Toen ik zijn blik zag, wilde ik nooit meer wegkijken. De blik van pure liefde. Hoe konden wij nou vijanden zijn? Moet je ons nou zien. Hij wreef met zijn neus langs de mijne, en glimlachte. "Moon, je bent prachtig, bijna net zo mooi als een vampier" hij keek weg, en bedacht zich dat hij zich iets versproken had. "Sorry." grinnikte hij. "Ik ga douchen, en vloog naar mijn badkamer, dat een kamer was naast de mijne, waar ik direct toegang tot had. "Is goed. " riep hij me nog na. Ik zat nog te denken onder de douche, terwijl ik de Dove douchecreme over mijn lijf smeerde. De vorige dag, toen ik hier stond. Zat ik nog te denken over het feit dat ik een monster was, en of ik het Aron zou vertellen. Nou ik had het dus verteld, en zo zag je maar weer, ik was niet het enige monster. Waarom noem ik mezelf monster, vroeg ik me af. Ik ben een prachtige wolf, zei een prachtige stem in mijn borstkas. Ik moest lachen. Ik stapte de douche uit. Deed mijn roze badjas aan. Veegde het damp van de spiegel, en begon me op te maken. Natuurlijk schrok ik me dood, toen Aron opeens achter me stond. Hij sloeg zijn armen om mijn buik heen, zodat zijn handen zich weer aan elkaar sloten aan de onderkant van mijn buik. Hij kuste me in mijn nek. Ik gooide mijn hoofd naar echter en sloeg mijn andere arm in zijn nek. "Aron, stop , zo ben ik nooit klaar met opmaken." grapte ik. "Maar je bent al zo mooi" zei hij op smekende toon. Ik grinnikte. Hij liep weer weg. Ik trok mijn kleren aan, dat bestond uit een spijkerbroek, die lichtblauw kleurde. En een zwarte blouse, met daaronder een knalroze shirtje. Ik kwam mijn kamer binnen toen ik klaar was met alles. Aron lag op mij bed. "Zullen we gaan? " vroeg hij. Ik keek hem vragen aan "Waarheen?" " Moon, je weet toch dat als je als weerwolf, jezelf in topvorm moet houden?" "Uhm , ik weet het alleen omdat je me het nu verteld."ik moest lachen. "Nou kom , we gaan rennen. " en hij stak zijn hand naar me uit. Ik pakte zijn hand, toen ik dat deed, zwaaide hij me over zijn rug. Hij was blijkbaar uit het raam gesprongen, en naar het bos gerend, want toen ik mijn ogen weer open deed, stonden we midden is een open vlakte met allemaal mosgroene bomen om ons heen. "Nou Moon, ga je gang." zei hij. "uhm, ik weet niet eens of ik dat vol houd, ik ben niet zo'n snelle renner." "Oke dan ga ik maar weer. " en hij liep op mensentempo weg. Ik keek geschrokken, gaat hij me hier zomaar achterlaten? Dacht ik bijmezelf. Ik rende met al mijn kracht naar hem toe, en zag tot mijn verbazing dat ik die 20 meter, in 3 seconde had afgelegd. Toen ik voor Aron stond begon hij te lachen. "Zie je nou wel, je kan wel hard rennen, kom we gaan samen. " en hij sprinte weg. Ik wilde me natuurlijk niet laten kennen en begon achter hem aan te sprinten. Alles ging zo snel, de bomen leken een zwarte muur, de heide die onder mijn voet verder groeide, leek ook niet meer dan een beige vlakte dat zich voor me uitstrekte. Natuurlijk, wist ik na sommige verhalen die Aron me had verteld, over wat vampiers konden. Dat hij onwijs snel kon rennen. Dus ik zag hem 20 meter voor me, wat mij overigens heel erg mee viel. Ik was aan het nadenken terwijl ik zo snel rende, dat geen een mens me zou kunnen zien. Ik hou van dit leven, ik voel me vrij, en ik hou van Aron. Ik wil hem nooit meer kwijt, en als dat wel gebeurd. Dan verscheurt mijn hart in duizende stukjes. "IK HOU VAN JE" schreeuwde ik. Hij stond met een klap stil, zodat ik keihard tegen hem aan botste en op hem viel. Mijn ademhaling was normaal, niet eens hijgend, of versnellend. Alsof ik van de koelkast naar de keukentafel was gelopen. We waren gelukkig niet omgevallen, want zoals ik wist was Aron heel sterk. Ik had wel een beetje pijn. "Gaat het?" grijnsde hij. Ik grijnsde terug, en gaf hem zoen. Aron keek opeens strak naar de bosjes, aan de overkant van de vlakte. Zijn ogen werden pikzwart. "Moon ga achter me staan" beval hij. "Waarom? " "Moon NU!" beval hij nog een keer. En wat mijn ogen zagen dat uit de bosjes kwam, was iets wat ik totaal niet had verwacht vandaag..

Reageer (5)

  • ITwizz

    zoo spannend! meer,meer,meer? (A)

    1 decennium geleden
  • cssst

    aah wat komt er uit de bosjes ? (lol)

    snel verder!

    1 decennium geleden
  • schaakwitje

    wat komt...(A)
    (H)

    1 decennium geleden
  • yriz

    Nice!!(dance)

    1 decennium geleden
  • FireGirl

    meer!!!(Y)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen