What happened before
Ik keek hoe Katniss op weg ging naar het bos, om daar samen met Gale te jagen, te praten en te ontbijten. Soms was ik wel eens jaloers op haar. Op een echte vriend hebben. Die je begreep, en die je vertrouwde. Ik had dat niet. Ik was alleen. Heel alleen. Ik had alleen Katniss, mijn huisdieren en een schamel handje meisjes die zich weleens mijn vriendinnen noemden. Maar ik vertrouwde ze niet zo. Soms waren ze gemeen, soms waren ze ineens aardig.
Moedeloos liep ik naar de keuken. De boete. Vandaag was de boete. Stel nou dat ik, of Katniss, of Gale of Rory of weet ik veel wie getrokken werd. Ik zuchte. Ik kon me beter stoppen met zorgen maken. Hoeveel kans bestond er nou dat ik of Rory nou getrokken werden, hoevaak deden we immers mee. Er was 1 kans op 200 ofzo. Maar Katniss, Katniss en Gale, zij hadden zich moeten inschrijven bonnen. Behoorlijk vaak. Voor hen was er wel 50 op 200 kans dat ze getrokken werden. Gelukkig was dit een van de laatste keren dat Gale en Katniss getrokken zouden kunnen worden. Maar toch. Er knaagde iets aan me.
Even later knaagde er nog iets. Maar dat waren ik en mijn moeder die langzaam stukjes brood met tomaatjes erop naar binnen werkten. Ik wist dat Katniss met Gale zou eten in het bos. En dat ze daarna naar huis zo komen. Ik kende Katniss door en door. 'Je moet je omkleden,' zei mijn moeder met een monotone stem. Soms leek het net of ze een robot was. En dan was ze weer mijn leuke lieve moedertje. Ik knikte en liep naar de kast. Ik Katniss en mijn moeder deden soms samen met kleding. We waren alle drie fijn gebouwd dus kon dat. En moest dat. Omdat we dus harstikke arm waren.
Ik pakte mijn allermooiste jurk en trok hem aan. Voorzichtig stapte ik in een paar fijne witte laarstjes. Ik zag mijn moeder graaien in een bak bij onze wastafel. Waar we ons toch haast niet konden wassen omdat er alleen maar koud water uit de kraan stroomde. Na een tijdje zag ik mijn moeder bovenkomen met een mand vol spulletjes. Elastiekjes. Wat potjes en flesjes. Borstels, van alles. 'Kom maar lieverd,' zei ze terwijl ze een stoel naar het midden van de kamer schoof. Ze klopte op de houten zitting. Ik nam plaats en gaf me totaal over aan mijn moeder. Ik had vertrouwen in haar.
Ik voelde hoe de zachte haren van de borstel mijn hoofdhuid kietelden en mijn moeders ranke kundige vingers mijn haar vlechten. Mijn moeder vertelde over de dingen die ze aan het doen was. Ze smeerde een zachte creme op mijn gezicht en ik keek vol bewondering toe hoe mijn moeder haar schaarse make up colletie bestaande uit twee oogschaduws een mascara eyeliner lipgloss en lippenbalsem bestond. Met volleerde hand bracht mijn oogschaduw en mascara aan op mijn ogen en een lichtroze lippenbalsem op mijn lippen. Ze trok de deur van onze gezammelijke kast open. En die toonde een bloedmooi maar natuurlijk opgemaakt meisje...
Reageer (1)
Ah. Wat een zielig plaatje.
1 decennium geledenIk denk alleen niet dat ze make-up hebben in district twaalf, als ze al nauwelijks te eten hebben...
Je beschrijft het wel mooi
X.