H37
Voor de 2e keer in 4 dagen sta ik voor de deur van Eragon's verblijf. Hard timmert Nicos naast me op de deur. De oehoe in de houten takken probeert ondertussen te ontkomen door de takken kapot te pikken. Oh Eragon doe open. Net als ik bang ben dat hij niet thuis is gaat de deur open. Eragon met grote wallen onder zijn ogen doet open. Ik voel gewoon dat hij de duistere magie opmerkt die ik en Nicos bij ons hebben.
'Lilith? Nicos?' zijn stem klinkt vermoeit maar verbaast.
'Eragon! Deze oehoe-' Nicos hoeft niet eens alles te zeggen en Eragon begrijpt meer dan Nicos.
'Lilith? Is dit een oehoe die jouw vader heeft gestuurt?' Zijn ogen zijn pleetjes.
'Ja, ik ben bang dat hij me naar hier is gevolgt... het spijt me,' mijn ogen kijken naar de vloer. Ik heb iets ergs naar zijn school gelokt.
'Het is niet erg,' zegt Eragon en ik ben opgelucht,'Wat wel erg is, is dat niemand hem heeft op gemerkt, niet eens de wachters... Hij had je kunnen vermoorden.'
'Dat had hij gekunt ja, maar ik viel hem eerst aan.' Ergens ben ik trots op mezelf, ik kan goed voor mezelf zorgen.
'En ik hielp!' Ook Nicos klinkt trots, maar dat irriteerd me alleen maar.
'Oke, ik weet genoeg, naar jullie les.' Eragon stuurt ons weg. Maar dan roept hij mij iets toe.
'Lilith, vergeet Mellissa niet.'
Lilith, vergeet Mellissa niet. Lilith vergeet Mellissa niet. Lilith... Lilith! Mellissa! De woorden van Eragon blijven door mijn hoofd spoken. Ik kan megewoon niet concentreren op mijn tweede uur gym vandaag. Terwijl ik opdruk denk ik maar aan Mellissa.
Ik heb haar in de steek gelaten, ik heb gedaan wat ik nooit mocht doen... maar ik heb nu andere, die ongeveer even oud zijn als ik... Ik heb Mellissa niet meer nodig... Maar dat is geen reden om haar te verwaarlozen. Ik besluit na school naar haar toe te gaan!
'Gaat het?' Trisa die naast me aan het opdrukken is klinkt bezorgt.
'Jawel...' Mompel ik.
'Én we gaan parkoertjes lopen!' De stem van de opgeluchte meester klinkt door de trainings hal. Hijgend komen ik en de rest overeind.
'Én start!'
'Dit was een marteling,' kreunt Trisa naast me. Hijgend lopen we naar wiskunde. Mulk, Sji en Nicos lopen achter me. War, Nina en Xioner zitten een klas hoger van de opleiding.
Ik geef geen antwoord op Trisa, ze heeft gelijkt.
'We moeten hierzo zijn,' gromt Mulk. Mulk zegt niet vaak veel, alleen het hoognodige.
Ik knik. We gaan het ruime klaslokaal binnen. Gesamenlijk gaan we achter, voor, naast en dichtbij elkaar zitten. Trisa en ik voor Nicos en Sji en Mulk voor Trisa. Ik leg mijn hoofd op mijn wiskunde boek, ik haat wiskunde. Toen ik les kreeg van mijn vader had ik er enorm veel moeite mee. Ik sla een van mijn schriften open en begin er in te tekenen. Dan kijk ik vol afschuw naar wát ik heb getekend, het is een oehoe, en hij vliegt weg. Ik zet mijn nagels in mijn hand palm. Nee, die oehoe mag niet ontsnappen.
Dan hoor ik een schuifend geluid, iemand is voor me komen zitten. Naast Mulk.
Reageer (1)
wie zou dat zijn
1 decennium geleden