19 - 08 - '12

Zonsondergang

      Je staart al een eeuwigheid naar de scheiding tussen hemel en aarde. Het is bloedheet om je heen en je veegt herhaaldelijk met de rug van je hand het vocht van je voorhoofd, terwijl je ogen aan dat kleine, onbeduidende randje zijn vast gepint.
      Neem wat water terwijl je kijkt en blijf kijken. Denk aan die keer dat je hier samen met je geliefde hebt gelopen. Hoe prachtig het toen was en houd je blik op die prachtige zee gericht, waarop het verzengende licht van de zon wordt weerkaatst en in jouw ogen op kleine, zilveren steentjes lijken die langzaam en flikkerend over het wateroppervlak dansen. Zie hoe de golven onafgebroken naar de waterlijn razen en met kleine schuimtoppen ten onder gaan tegen de enkels van half verbrande toeristen. Neem dit moment in je op en vergelijk het met die keer dat jullie hier samen waren. Denk aan de natte kus die je hebt gegeven. Het zweet op jullie bovenlip en de hete handen over jouw rug, terwijl jij met je kleffe vingers over de haargrens hebt gestreken en de kus beëindigde door met zachte dwang je hoofd naar achter te trekken en te wijzen op datgene waar jij nu je aandacht niet meer vanaf kunt brengen.
      Vlak boven die grens van lucht en water is een prachtige, oranje, bol verschenen. Het is alsof hij terug staart in jouw diepgrijze ogen, die net zo vast lijken te liggen als betonblokken. Het enige wat ze zien is de oranje bol, die zo veel licht uitstraalt dat hij als een alchemist de stenen op het water heeft veranderd in goud.
      Vergelijk dat moment met wat je nu ziet. Een witgele, halve bol, die langzaam wegzakt in het water, zonder maar één keer te spetteren. De lucht verkleurd langzaam naar een bleke kleur blauw en jij ziet hoe het zilver in het water terechtkomt op de onderkant van de wolken, terwijl de golven zich stil lijken te houden. Alsof ze ontzag hebben voor de felle bol die hen langzaam binnentreed zonder, zo lijkt het, hen aan te raken.
      Je staat op en klopt het zand van je korte broek. De zonnebril die al die tijd in je haren heeft gezeten, glijdt als vanzelf op je neus, die wat rood ziet van de felle zon. Neem je hoed van de grond en loop blootsvoets terug naar de duinen, waar je vandaan kwam. Ondertussen wend je je blik niet één keer af van de scheidingslijn tussen de zee en de atmosfeer boven je hoofd.
      Wetend dat je hier morgen niet zult zijn, vanwege het noodweer dat werd voorspeld, stap je in je auto, die een middag lang in de bloedhete zon heeft gestaan. Het is er benauwd en je draait eerst het raampje open alvorens je instapt en je opnieuw met een hand langs je voorhoofd. De motor start zodra je de sleutel in het contact heb omgedraaid en het is maar een kwestie van tijd voor je weer thuis bent, waar je je voeten maar eens moet gaan wassen, omdat ze ruiken naar zeelucht en het zand tussen je tenen plak, maar dat is het enige nadeel aan deze dag.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen