H29

Terwijl we door de gang lopen kijk ik af en toe naar het meisje naast me. Ze ziet er sterk en gespiert uit, ze is een urgal, maar ze is toch aardig. Lijkt me...
'Hoe heet je eigenlijk?' Vraag ik haar om de stilte te door breken.
'Ik heet Warjai Tiornich, en zij heet Oilviha.' Speciale namen.
'Wat denk je?' daagt zij me uit.
Ik antwoord naar waarheid, 'Speciale namen.'
Weer lacht ze,'Goed zo. Je leert het al. He, noem me War.' Verwart knijp ik mijn ogen tot spleetjes.
'Betekend "War" niet... oorlog?'
'Jup. Prima woordkeus.' Ze is een rare urgal.
'Maar goed, waar wou je heen?' vraagt ze me terwijl ze aan haar nagels zit te plukken.
'Ik... eh... Wat moet ik echt zien?' vraag ik. Ik weet echt niet waar ik heen wil.
'Trainings hal,'zegt ze terwijl ze mijn arm grijpt en me mee sleurt.
We staan stil voor de poort waar ik net perongelijk naar binnen ging, ik kijk even naar War, maar dan kijk ik weer naar de deur. Geïrriteerd tikt ze met haar schoen.
'Jij hebt echt helemaal geen moed, of ben je bang dat iemand je gaat straffen? Les 1, je mag de waarheid zeggen. Les 2, zég de wáárheid. Les 3, je mag overal onaangekondigt naar binnen.' Ze duuwt me tegen de deur,' Toon eens wat lef, open de deur.' Ik kijk haar bang aan.
War zucht en doet de deur open. 'Tada, traingings hal.'
Ik kijk de hal rond. Het is een grote vierkante zaal, even groot als de eetzaal. Maar waar daar banken en tafels stonden, staan hier vecht apratuur en zwaarden. Ik zie boksballen, parkoers en nog vele andere dingen. Aan het dak hangen rare hoepels en ik zie tot mijn grote verbazing een dwerg van hoepel naar hoepel slingeren terwijl zijn draak achter hem aan vliegt.
Dan krijg ik een bal tegen mijn hoofd. Terwijl ik me omdraai naar War zie ik de ballen storm van gisteren weer voor me. Maar deze keer is het niet dat spel. War en nog een paar jongens staan naast me. Tussen de jongens zitten één mens, één elf en twee urgal jongens. Ook zie ik een meisjes mens. Ze zijn zo zacht naast me gaan staan dat ik ze niet eens heb gehoord.
'Dit is Lilith,' steld War me voor aan de andere,' Lilith, dit zijn: Nicos, Xioner, Sji en Mulk en Trisa.' Nicos is de mens, hij heeft lange blonde haren. Xioner de elf zwart lang haar. Sji en Mulk, volgens mij een tweeling. Beide lichtbruinharige urgals. En Trisa is het mensen meisje met oranje krullen.
'Aangenaam,' zeggen ze in koor. Dan stapt Nicos naar voren en geeft me een hand.
'Naja, ik ben Nicos dus. War en ik zijn al een lange tijd vrienden... Dus War heeft een nieuw lid voor onze groep gevonden?' bij die laaste zin kijkt hij over zijn schouder naar War.
'Jup. Zullen we een spelletje doen?' Ze heft de bal die zonet tegen mijn hoofd was gegooit door een van hun.
'Sure,' zegt Mulk met een zware stem.