H28
En ik zit weer op mijn laptop.
Vijf minuten later heb ik mijn besluit genomen. Ik loop door de gang, draken en hun rijders ontwijkend. Ik heb mijn ei bij me, op mijn rug in zijn buidel. Ik heb besloten op verkennings tocht te gaan, maar eerst ga ik ontbijten in de eetzaal. De eetzaal is net als de hal met standbeelden op de begaandegrond, ik hoef maar één verdieping omlaag. Bij de trap aangekomen, ben ik de enigste die hem gebruikt. Langs me heen springen draken door de gaten naar beneden of boven, het maakt me jaloers.
Dan sta ik voor de zaal die de eetzaal moet voorstellen, en ik loop naar binnen. Om meteen weer naar buiten te lopen, verkeerde, ik moest naar de rechter zaal, niet naar deze. Ik ben perongelijk net de trainings kamer ingelopen. En opeens stond ik even tussen vechtende rijders. Ik loop snel door naar de echte eetzaal.
Eerst trek ik de poort op een kier, is dit de eetzaal. Ik zie lange tafels en grote kommen eten. Ik vind van wel en ik ga naar binnen. Al snel blijkt dat ik goed gegokt heb. Dit is de eetzaal. Ik ga zitten op een bank en pak een bord. Aarzelend kijk ik wat ik kan eten. Ik zie sla en groenten. Ik zie ook vlees, maar dan maar een schaarse hoeveelheid.
Ik besluit brood te pakken met kaas en tomaatjes. Ik neem een hap.
Mmm, dit is echt mijn lekkerste hap eten! Vroeger had ik alleen brood, maar met kaas is het heerlijk. Snel neem ik nog een hap, en nog een. Dan is mijn broodje weg. Ik besluit nu iets anders te nemen, ik pak een kippenbout en een glas melk. Heerlijk.
'Hallo? Ben jij Lillith?' Een enge vrouwelijke stem berijkt me, en ik open mijn ogen. Ik heb niet zitten slapen, echt niet. Mijn ogen waren dicht van plezier. Ik kijk op naar het meisje. Het is eer urgal, ze heeft kleine gekromde horns en een vrij mooi gezichtje voor urgals. Ook heeft ze puntige oren. Volgens Mell krijgen alle volkeren als ze draken rijder worden langzaam puntige oren, hoelanger hij of zij rijder is hoe puntiger. Uit haar oren maak ik op dat ze nog niet al te lang rijder is.
'Zeg, ben je je tong verloren?' Het meisje kijkt me met een frons aan.
'Nee,' is mijn antwoord.
'Nee, ik heet geen lillith of nee, ik ben mijn tong niet verloren.'
'Dat laaste.' Ik kijk naar haar draak, de draak is roze. Ik moet er enigzins om lachen. Het ziet er raar uit, urgal met roze kleding.
'Wat?' Ze zag zeker mijn lach. Oops.
'Niets, het is niets. Ik lach om mijn eigen stomheid, ofzo,' zeg ik gewoon maar. Ze ziet er wel sterker uit dan ik en ze heeft een draak.
'Hmm... Je hoeft echt niet zo iets te zeggen. Zeg gewoon wat je denkt!' Ze kijkt me streng en onderzoekend uit.
'Oke,' ik besluit haar de waarheid te zeggen, 'Je roze draak en roze kleding staan raar met je huid.'
Even kijkt ze me raar aan, en dan... dan moet ze lachen.
'En zo zit dat! Mooi, kan ik je nog ergens mee helpen?' Lachen kijkt ze me aan... raar.
'Euh, ja hoor,' zeg ik.
Reageer (1)
wel lief van dat urgal meisj
1 decennium geleden