2,3 ~ Catilynn Dreamcatcher;
Ik heb het gevoel dat ik moet kotsen, zoveel eten heb ik naar binnen gewerkt. De trein rijdt verschrikkelijk hard, maar je merkt er bijna niks van. De stoelen blijven staan, het eten valt niet om en ook de televisie beweegt geen millimeter als we naar de boetes kijken. Ik zie hoe in district 1 een broer en zus naar voren geroepen worden, gecoacht door hun vader.
In district 2 biedt een grote, gespierde jongen zich als vrijwilliger aan. Ik zie mezelf in plaats van Getila gaan. Een klein meisje van hooguit dertien uit 9 trillend het podium op klimmen en jongen met een grote brandwond op zijn gezicht uit 12 die zijn kleine zusje met moeite van zich los krijgt.
Ik weet dat al deze mensen dood moeten gaan als ik er levend uit wil komen. Als ik Dean wil wreken. Als ik mijn moeder haar verdriet kan laten ophouden.
Jack stoot me aan. ‘Hoe gaan we dat doen met die broer en zus? Komen ze allebei bij onze groep?’
De Beroeps. Ik verstijf bij de gedachten dat ik daar waarschijnlijk ook bij moet horen. Maar dat is niet wat ik wil. Mijn broer werd in de nacht vermoord door een van zijn medespelers, omdat hij gewond was en een last voor hen. Ik zou nooit van mijn leven bij de Beroeps willen horen. Ik zou nog liever de hele spelen in een grot wachten tot er nog één medetribuut over bleef om die vervolgens te vermoorden.
‘Ik-’ begon ik. Maar ik wist dat het niet slim zou zijn om het nu hem duidelijk te maken. ‘Ik zou het niet weten. Kunnen we ze dat niet beter zelf laten uitzoeken? Als we geluk hebben vermoorden ze elkaar gelijk.’
Jack grijnsde bij dat idee. Dat ze zelf mochten uitvechten wie bij ons ging horen. ‘Dat is een mooie oplossing.’
Ik knikte en stond op. Ik voelde Lenaliss’ ogen in mijn rug branden toen ik de coupé uitliep naar mijn kamer.
Reageer (1)
abo erbij, en snel verder
1 decennium geleden