003

Gillend renden Mai en ik de bus uit. 'Vaste land!' riep Mai waardoor ik weer helemaal dubbel lach. 'Koelkast!' gilde ik toen ik het hotel zag. Ik stoof naar binnen maar werd terug getrokken aan mijn haar. 'Haar, haar, haar.' zei ik en liep terug. 'Dames en heren.' begon onze leraar. 'We gaan zometeen naar binnen. Gedraag je. Het is een goed hotel. We zullen met zijn allen in een grote kamer slapen. Bij deze slaapkamer zit natuurlijk een woonkamer en er zijn een stuk of tien badkamers. Loop maar mee.' zei hij en meteen liep iedereen achter hem aan. We waren net hondjes. 'We zijn hier voor kamer 10.' zei hij tegen het meisje aan de balie. 'Aaah! Is dat one direction?!' gilde ze en wees naar een aantal mensen uit mijn klas. Owja, dat had ik nog niet verteld. Ik zat bij de jongens van 1D in de klas. Ze zijn geweldig, maar Mai en ik zijn geweldiger! 'Ja.' zei de leraar droog terug. 'En wat dan nog?' 'Uhm k k kamer tien was het hè?' stotterde het meisje. Mai en ik begonnen keihard te lachen. Ze liep rood aan en gaf snel het pasje van de kamer. 'Mee komen!' riep Mnr. de Vos en meteen liep iedereen weer achter hem aan. Hij gooide de deur open en snel liepen we naar binnen. 'OMG! Het is zo mooi en groot!' gilde ik en deed een raar dansje. 'Je bent gek!' riep Louis. 'Dank je. Hou ook van jou!' riep ik terug. Harry draaide zijn hoofd naar me toe en keek me raar aan. 'Wat?' zei ik zonder geluid te maken en haalde mijn schouders op. 'Andy!' bulderde mijn leraar naar me. 'Oeoeoeoeoe.' hoorde ik van meerdere kanten. Snel liep ik naar hem toe. 'Moest je niet wat in de koelkast zetten?' vroeg hij en wees met zijn duim over zijn schouder naar de grote zilveren koelkast in de keuken. 'Shit!' riep ik en sprintte naar mijn koffer aan de andere kant van de kamer toe. 'Wat gaat die nou doen?' vroegen sommige mensen maar ik negeerde ze allemaal. Snel pakte ik mijn flessen en liep terug naar de koelkast. 'Slimpie.' zei Mai die de deur voor me openhield. 'Dank je.' zei ik en zette snel de flessen in de deur. Ik schreef een briefje en zette die erbij. NIET AANKOMEN! 'Prachtig.' zei ik en sloot de deur.