Foto bij 26. I found the answer

“Paralitis!” Yiva valt verlamd naast me neer en ik spring angstig op. “Wie is daar?” schreeuw ik terwijl ik rond mijn eigen as draai. Achter enkele bomen staat een donkere schim me aan te staren en richt zijn toverstok weer op me. “Avada Kedavra!” “Petrificus totalus!” Ik spring opzij, de spreuk ontwijkend, terwijl ik mijn eigen spreuk op de schim afvuur, maar het is al te laat. Mijn lichtblauwe stralen spatten uiteen op een boom die achter de schim stond. Hij is verdwenen, denk ik bij mezelf. Ik kijk weer in het rond en loop dan naar Yiva. “Enervatio.” Yiva begint lichtjes weer te bewegen, maar ik geef haar niet veel tijd om volledig te ontwaken, want ik trek haar mee het verboden bos uit. “Help, help ons!” Yiva valt net aan de rand weer op de grond en ook ik struikel over enkele grote keien, die me op mijn knieën krijgen. Hagrid komt met denderende passen op ons af en neemt Yiva in zijn armen. “We gaan naar Perkamentus. Wat is er gebeurd?” “We zaten in het verboden bos - en geef me nu geen preek -, maar plots werden we aangevallen door een donkere schim. Ik weet niet wie of wat het was, maar ik heb me proberen te verdedigen.” Hij blijft zonder me aan te kijken doorlopen en wanneer we het kasteel in komen, staren alle leerlingen bezorgd naar ons. Mijn kledij zit onder de modder, net als mijn gezicht en ook vertoont mijn broek verschillende scheuren. Vermoeid houd ik me aan Hagrid recht en loop dan op het gemak de trappen op naar Perkamentus. “Hagrid, breng jij Yiva naar Mevrouw Plijster, dan spreek ik even met Dawn.” Hij knikt en loopt dan weer weg, terwijl ik op een stoel ga zitten voor het bureau van Perkamentus.

"Dawn, je weet dat iedere leerling een verbod heeft wat betreft het verboden bos." Ik knik en blijf stil op de stoel zitten. Mijn borst gaat gecontroleerd op en neer, doordat ik mijn adem ook probeer te controleren. “Je weet niet wat er zich daar in het bos allemaal kan afspelen. Ik wil niet verzekeren wie of wat je daar heeft aangevallen. Misschien een volgeling van Voldemort, misschien Voldemort zelf. Ik wil je er nog eens goed op hameren dat het verboden bos dan ook echt verboden is! Je mag gaan.” De stoel schuift achteruit en schraapt piepend over de vloer waarna ik beschaamd de deur uitloop en met de woorden van Perkamentus nog steeds in mijn achterhoofd. Ik loop zonder op te kijken langs Draco - ook hij merkt me niet op - en beslis om eens bij Hedwig te gaan kijken of er geen nieuwe post is. De zon staat laag aan de horizon wanneer ik boven kom en laat alle boomtoppen een schaduw werpen op de grond. Alle toppen wijzen verschillende richtingen uit, maar enkele toppen wijzen bijna helemaal naar elkaar. Moest de zon iets hoger hebben gezeten of ik van een ander perspectief zou kijken, zouden ze elkaar misschien wel raken. Plots schiet de tekst van de eerste opdracht weer in mijn geheugen. Ik ga achter het derde raam van links gaan staan, met Hedwig op mijn arm en staar naar de boomtoppen. Zoals ik voorspeld had, raken ze elkaar bijna, maar toch nog niet helemaal. Ik spring een gat in de lucht en ren meteen weer naar beneden, langs Draco, Patty, Evie, Korzel en Kwast, op weg naar Hermelien en Harry.

Samen zitten ze aan de tafel in de leerlingenkamer nog enkele onderwerpen te bespreken. Ik sprint naar binnen, val bijna over het trapje - voor de zoveelste keer - en plaats me op een stoel naast Hermelien. “Ik weet waar het gouden ei zich kan bevinden! Morgen zal het zeker duidelijk zijn.” “Ben je het helemaal zeker?” “Nee, niet helemaal. Maar ik denk dat ik gelijk heb!” “Je moet het wel zeker zijn Dawn. Je kan niet twijfelen, als het morgen niet klopt zijn we onze volgende aanwijzing verloren.” “Vertrouw haar nu eens Hermelien. Het komt wel goed.” Het is voor de eerste keer dat ik Harry zo hoor praten. Hij lijkt relaxed en laat alles gewoon maar over zich gaan, waardoor snap ik niet goed.

De maandag verloopt traag, waarschijnlijk omdat we de hele tijd verlangen naar de tijd waarop we kunnen gaan kijken of dat ik wel goed geredeneerd heb. Na het avondmaal, lopen we alle drie naar de uilenvleugel en plaatsen ons achter het derde raam van links. De zon begint langzaam aan onder te gaan en laat weer een lage schaduw van de boomtoppen op de grond schijnen. “Daar!” Na enkele minuten verschijnt dan toch waarop ik had gehoopt en ik markeer de bomen met een rode strik rond de top. “Kom op.” Harry trekt me mee, waarop ik Hermelien mee trek. Wanneer we door de grote deur lopen, komt Ron naar binnen, die meteen weer naar buiten stormt omdat Hermelien hem aan zijn bovenarm beet neemt. “Dawn heeft de plaats van het gouden ei gevonden!” Hij begint uitbundig te lachen en we lopen dan met z’n vieren het verboden bos in. Ik natuurlijk alweer de raad van Perkamentus vergeten.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen