25. Problems, problems and still problems
Ik loop met een goed gevoel naar beneden; Ginny wenste me een goedemorgen, maar ook Harry glimlachte toen hij me deze ochtend in de leerlingenkamer zag. Wat wil zeggen dat niemand boos op me is of niemand iets vernomen heeft. Mijn gelukzalige gevoel verdwijnt echter als sneeuw voor de zon wanneer ik Draco en Harry hun schouwspel bezig zie beneden aan de trap. Ze staan beschuldigende woorden naar elkaars hoofd te gooien, waardoor verschillende leerlingen zich rondom hen groeperen. “Ze moet je niet Potter, waarom blijf je achter haar aan lopen als een schoothondje?!” “Jij moet het zonodig zeggen Draco, ik heb je gisteren wel gezien! Trouwens, je bent een Zwadderaar.” “Daag je me uit Potter?!” Draco loopt dreigend naar Harry toe, maar ik spring tussen beiden. “Hou toch op met kibbelen, belachelijke kinderen! Waarom ben ik toch ook bevriend met jullie?” Tranen wellen op in mijn ogen en ik loop zo snel ik kan naar de meisjestoiletten, waar ik me huilend in één van de toiletkotjes opsluit. Ik ga op het toilet zitten, trek mijn knieën tegen mijn borst en laat mijn gezicht er op rusten. Mijn broek wordt langzaamaan nat, want de tranen blijven gewoon verder stromen, zonder op te houden. “Gaat het met je?” Ik hef mijn hoofd geschrokken op en staar door het brilletje van een meisje met twee staartjes. “Jenny.” Een geforceerde glimlach verschijnt op mijn gezicht en ik stel mezelf ook voor. “Alles goed met je? Ik weet wat er met je is; meisjes roddelen hier wel eens.” “Ja, het gaat wel. Ik weet alleen niet wat ik moet doen.” “Je moet je hart volgen, vooral niet luisteren naar wat anderen zeggen. Als jij het goede in Draco ziet, dan moet je hem vasthouden en niet omdat hij anderen pest hem daarom laten vallen. Zelf moet ik niets van hem hebben.” Ik begin te lachen, maar vind het wel lief dat ze me probeert op te beuren. Het lukt haar eigenlijk wel aardig, waarschijnlijk omdat ik haar niet echt ken. “De lunch staat klaar, dus ik zou me maar haasten.” Jenny probeert me uit het toilet te duwen, wat niet lukt. “Dank je.” “Graag gedaan.”
Ik loop de grote zaal in en zie meteen dat Harry naar me zwaait, maar ik neem de andere kant van de tafel en loop op Yiva af. “Mag ik bij je komen zitten?” “Ja, natuurlijk!” “Hebben je ouders toch terug laten komen? En waarom zit je trouwens alleen?” “Ten eerste; ik heb blijven zagen totdat ik terug mocht komen. Ik wou niet de hele tijd bij hen alleen zitten. Ten tweede; zonder jou ben ik hier niet echt veel. Ik heb Evie, maar die zit aan de tafel van Zwadderich om te eten, wat logisch is. Hermelien en de rest moeten me niet, dat voel ik zo.” We blijven stil eten, maar wanneer ik merk dat Draco mijn blik probeer te vangen, zeg ik dat ik nog wat moet vertellen. Wat ze gemist heeft. Ze knikt lief, net zoals een vriendin zou doen, maar dan eten we weer in stilte verder.
“Ga je mee? Toverdranken.” Ik knik en loop dan samen met haar naar de kelders, waar we als eerste aan een tafel zitten. “Dawn, kan ik je dan even spreken?” “Nee.” Draco kijkt me vragend aan, maar gaat dan toch naast Korzel en Kwast zitten omdat Sneep bruusk naar binnen komt. Hermelien komt naast mij zitten en Ron en Harry nemen plaats achter ons. “Wat heb jij met Draco?” “Dat is hetgeen wat ik je nog moet vertellen.” Ze knikt en we proberen ons dan volledig te concentreren op de les, wat moeilijk lukt met drie meiden aan een lesbank. “Dames, jullie komen na de les nog eens naar mij om jullie straf in ontvangst te nemen.” We zuchten alle drie eens en letten nu dus wel echt goed op, zodat we onze straf met eer in ontvangst zouden kunnen gaan nemen.
“Wel dames, jullie mogen een eigen toverdrank in elkaar proberen te flansen. Alle drie een.” We knikken en nemen bepaalde ingrediënten uit de glazen kast, terwijl Sneep de kelder uit beent. “Drakenschubben, hypogriefvleugels, uilenballen, rattenstaarten, acht ogen van de Acromantula,....” Ik laat het brouwsel even pruttelen, roer er nog eens in en schep er dan een lepel uit. “Zien jullie effect?” “Waar ben je Dawn?” Ik zie hoe Hermelien en Yiva ongerust in het rond kijken en het echt menen, maar ik sta recht voor hen. “Ik sta voor jullie.” “Wat heb je gebrouwen dan?” “Geen idee.” Ze beginnen te lachen wanneer ik weer stilaan begin te verschijnen en we plaatsen dan onze toverdranken met een etiket op het bureau van Sneep. Onzichtbaarheidsdrank - Droomdrank - Nachtzicht-drank. “Yiva kan ik je nu even spreken?” “Is goed.” “Ik ga naar Ginny, is dat goed?” Ik knik en ben blij dat Hermelien vanzelf heeft gezegd dat ze ons alleen wil laten. Samen met Yiva loop ik naar beneden, maar wanneer Harry en Draco van twee verschillende kanten op me af stormen, spurten we beiden het kasteel uit, het donker in.
Voor het verboden bos stoppen we en kijken in het rond of dat Harry en Draco niet zijn achter gekomen, maar ze zijn nergens te zien. “Kom op.” Yiva trekt me mee het bos in, maar ik blijf wat terughoudend staan. “We mogen niet, weet je nog. De regels.” “Wat boeit ons die regels.” Ze trekt aan mijn arm en gaat dan ergens na vijftig meter op een boomstam zitten. “Kom op.” zegt ze terwijl ze met haar ene hand naast haar klopt. Ik ga vertwijfeld zitten, maar begin dan toch alles te vertellen wat er gebeurd is tijdens haar afwezigheid.
Ik loop de grote zaal in en zie meteen dat Harry naar me zwaait, maar ik neem de andere kant van de tafel en loop op Yiva af. “Mag ik bij je komen zitten?” “Ja, natuurlijk!” “Hebben je ouders toch terug laten komen? En waarom zit je trouwens alleen?” “Ten eerste; ik heb blijven zagen totdat ik terug mocht komen. Ik wou niet de hele tijd bij hen alleen zitten. Ten tweede; zonder jou ben ik hier niet echt veel. Ik heb Evie, maar die zit aan de tafel van Zwadderich om te eten, wat logisch is. Hermelien en de rest moeten me niet, dat voel ik zo.” We blijven stil eten, maar wanneer ik merk dat Draco mijn blik probeer te vangen, zeg ik dat ik nog wat moet vertellen. Wat ze gemist heeft. Ze knikt lief, net zoals een vriendin zou doen, maar dan eten we weer in stilte verder.
“Ga je mee? Toverdranken.” Ik knik en loop dan samen met haar naar de kelders, waar we als eerste aan een tafel zitten. “Dawn, kan ik je dan even spreken?” “Nee.” Draco kijkt me vragend aan, maar gaat dan toch naast Korzel en Kwast zitten omdat Sneep bruusk naar binnen komt. Hermelien komt naast mij zitten en Ron en Harry nemen plaats achter ons. “Wat heb jij met Draco?” “Dat is hetgeen wat ik je nog moet vertellen.” Ze knikt en we proberen ons dan volledig te concentreren op de les, wat moeilijk lukt met drie meiden aan een lesbank. “Dames, jullie komen na de les nog eens naar mij om jullie straf in ontvangst te nemen.” We zuchten alle drie eens en letten nu dus wel echt goed op, zodat we onze straf met eer in ontvangst zouden kunnen gaan nemen.
“Wel dames, jullie mogen een eigen toverdrank in elkaar proberen te flansen. Alle drie een.” We knikken en nemen bepaalde ingrediënten uit de glazen kast, terwijl Sneep de kelder uit beent. “Drakenschubben, hypogriefvleugels, uilenballen, rattenstaarten, acht ogen van de Acromantula,....” Ik laat het brouwsel even pruttelen, roer er nog eens in en schep er dan een lepel uit. “Zien jullie effect?” “Waar ben je Dawn?” Ik zie hoe Hermelien en Yiva ongerust in het rond kijken en het echt menen, maar ik sta recht voor hen. “Ik sta voor jullie.” “Wat heb je gebrouwen dan?” “Geen idee.” Ze beginnen te lachen wanneer ik weer stilaan begin te verschijnen en we plaatsen dan onze toverdranken met een etiket op het bureau van Sneep. Onzichtbaarheidsdrank - Droomdrank - Nachtzicht-drank. “Yiva kan ik je nu even spreken?” “Is goed.” “Ik ga naar Ginny, is dat goed?” Ik knik en ben blij dat Hermelien vanzelf heeft gezegd dat ze ons alleen wil laten. Samen met Yiva loop ik naar beneden, maar wanneer Harry en Draco van twee verschillende kanten op me af stormen, spurten we beiden het kasteel uit, het donker in.
Voor het verboden bos stoppen we en kijken in het rond of dat Harry en Draco niet zijn achter gekomen, maar ze zijn nergens te zien. “Kom op.” Yiva trekt me mee het bos in, maar ik blijf wat terughoudend staan. “We mogen niet, weet je nog. De regels.” “Wat boeit ons die regels.” Ze trekt aan mijn arm en gaat dan ergens na vijftig meter op een boomstam zitten. “Kom op.” zegt ze terwijl ze met haar ene hand naast haar klopt. Ik ga vertwijfeld zitten, maar begin dan toch alles te vertellen wat er gebeurd is tijdens haar afwezigheid.
Er zijn nog geen reacties.