001

'Waky waky!' gilde Mai in mijn oor. Ik draaide me grommend om en legde mijn kussen over mijn hoofd heen. Mai begon op mijn bed te springen en te zingen. Ik zocht met mijn hand naar haar enkel en toen ik die gevonden had, trok ik haar met een ruk onderuit. 'Maar je moet opstaan. Over een uur vertrekken we!' zei ze en sprong van mijn bed af. Mai was mijn beste vriendin sinds groep drie. Ze wist dat ik half-vampier was en had er totaal geen problemen mee. Een jaar geleden gingen we ons haar verven en ik kreeg de eer om haar haren helemaal rood te maken. Het staat haar prachtig. Bij mij had ze gekleurde plukken gemaakt. Elke maand komt er een bij. 'Wacht! Zei je nou over een uur?' schreeuwde ik en schoot overeind. 'Uhu.' zei ze en liep naar beneden toe. Mai sliep vannacht bij mij omdat we over een uur, blijkbaar, op schoolreisje gaan. We weten nog niet waar we gaan slapen maar we gaan naar de kust. Ik stapte uit bed en liep naar mijn badkamer toe. Snel nam ik een douche en trok een BH en een slipje aan. Zo ging ik voor mijn kast staan en trok er een setje kleren uit. 'Ben je klaar?' vroeg Mai en kwam mijn kamer inlopen. Ik knikte en draaide een rondje. 'Wat zien wij er goed uit vandaag!' kirde ze en klapte in haar handen. Snel gingen we voor de spiegel staan en maakte een foto. 'Kom nu moeten we naar beneden want jij moet eten.' zei ik tegen Mai en snel liepen we naar beneden. 'Hebben jullie alles?' vroeg mijn vader en zette een bord neer voor Mai. We knikten en klopten op onze koffers. 'Ja.' zeiden we tegelijk. 'Hier.' zei mijn vader en gaf me drie hele grote, zwarte flessen en een paar bekers waar je normaal milk-shakes in doet. 'Dank je pap.' zei ik en stopte ze helemaal onder in mijn koffer. Dat waren mijn shakes. Ik ben dus half-vampier wat bij mij inhoud: Ik moet leven van bloed. Ik doe dat op dierenbloed. Dat zit dus ook in die flessen. Ik kan slapen en huilen maar er zit geen bloed meer in mijn lichaam. Ook ben ik supersnel, koud en heb ik gouden ogen. Mai at snel haar bord leeg en zette het in de vaatwasser. 'Kunnen we gaan?' vroeg mijn vader en liep naar onze auto toe.