H15
Snel loop ik naar een rek met de witste en kleurlooste kleren van het hele winkeltje, ik hoor dat Mellissa ondertussen ook binnen is. Ze kreunt nog erger dan ik toen ik moest overgeven. Ze legt haar hand op mijn schouder en weet me om te draaien, ze kijkt me smekend aan. Langzaam schud ik mijn hoofd. Dan draai ik mezelf weer om, en bekijk het kleding rek.
Ik trek een willekeurig gewaad uit het rek en bekijk het goed. Het is een wit gewaad, een lange jurk dus eigenlijk. Ik schud mijn hoofd, geen jurken voor mij. En ik hang het terug.
Ik trek een tweede willekeurig kleding stuk uit het rek. Deze keer een stevig wit katoenen vest, mijn ogen glijden over de lange mouwen, misschien wel handig voor in de wind. Het is een lang vestje, lange mouwen, lang qua lengte. Ik bekijk het met een goedkeurend knikje. Mellissa die opgelucht adem had gehaalt toen ik het gewaad weg hing, snakt nu naar adem omdat ik deze over mijn arm heen gooi. Nadat ik had gezien dat de binnen kant van het vest van wol is wist ik het zeker. Met een grijns kijk ik over mijn schouder naar Mellissa's trieste ogen. Waarschijnlijk vraagt ze zich af waarom ze geld aan me besteed. Om die gedachte grijns ik nog meer, maar er is werk aan de winkel, en ik moet nog een t'shirt achtig ding en een broek vinden. Ik zucht en went me weer tot het bekende rek. Snel werk ik door.
Opgelucht ademhalend loop ik overstraat. Snel en naar lucht snakkend haalt Mellissa achter me adem, ze kan het nog steeds niet geloven dat ze naast de saaist gekleedste persoon van de wereld loopt. Ik kijk omlaag, naar mijn kleding. Mijn vest hangt mooi over mijn lichaam en onder mijn vest zit een wit linnen t'shirt met lange mouwen. Het t'shirt heeft een hoge kraag en sluit warm om mijn keel. Mijn broek is van katoen, net als mijn vest, maar dan zonder de voering van wol. Maar toch is het een warme broek. In tegen stelling tot de andere kleding stukken, op mijn cape/mantel na, is mijn broek niet wit, hij is grijs. Dat maakt het nog saaier en nog erger voor Mellissa. Met haar laaste beetje hoop tikt ze me op mijn schouder om mijn aandacht te trekken.
'We kunnen nog ruilen. Alsjeblieft bedek je, al dat wit en zwart staat verschrikkelijk met dat mooie witte haar van je! Please, het kan echt niet.' Hmm, "dat mooie witte haar" is een nieuwe reden, wel een goede. Even kijk ik in een winkel ruit, mijn gestalte ziet er inderdaad een beetje... een beetje.... maar ach, wat zal dat, wat maakt dat uit? Niemand ziet me als ik met mijn mantel over mijn oren, bijna kotsend door de lucht vlieg op een paarse draak. Probleem opgelost.
'Ik bedenk me niet,' zeg ik tegen Mellissa terwijl ik mijn belofde tegen mezelf om níét te praten breek.
Terwijl Mellissa het er bij neer leg valt mijn blik op een grote gezocht poster. Mijn ogen worden groot als ik de persoon op de poster herken. Ik ben het.
Reageer (1)
zou haar ***vader haar zoeken
1 decennium geledenen idd spanning