Hoofdstuk 3
Ik begin te lopen. Ik weet nog niet waar naar toe, maar ik moet zo snel mogelijk dat briefje krijtraken. Ik loop de uilentoren voorbij, ga naar binnen, naar de trappen toe. Maar als ik daar sta, bedenk me ineens. Ik had eigenlijk best wel honger, en ik was bijna vergeten dat het etenstijd is. Ik draai me om en loop naar de grote zaal. Daar aangekomen kijk ik even waar Neil zit en loop naar hem toe en neem plaats bij de Ravenklauw tafel.
'Hey Fay!' zegt Neil.
'Hoi Neil' mompel ik en pak een broodje en besmeer hem met jam. 'Heb je kruidenkunde nog overleefd?' vraag ik hem.
'Ach! nee, waarom moest je mee sleuren naar dat mens? Je weet dat ik dat vak haat!'
'Maar je bent er niet aan dood gegaan'
'Nee, nog net niet nee' mompelt hij. Als ik mijn eten op heb sta ik op en kijk ik even om Neil te wenken dat hij mee moet.
'Maar ik heb me eten nog niet op!' zegt hij dramatisch.
'Alsof dat een probleem is, pak alles wat je heb, prop het in je mond en kom mee!' commandeer ik.
In de leerlingenkamer loop ik direct naar het haardvuur dat aan is en gooi het briefje erin. goed onthouden, morgenavond, half 8, open plek in het bos, alleen. Ik kijk hoe het briefje weg smeult. 'Wat doe je?' ik draai me snel om en kijk in de ogen van Neil.
'Ehh niets?' stamel ik.
'Jawel, ik zag je iets in het vuur gooien'
'Echt niet! Mankeert er soms wat aan je ogen! Zag je niet dat ik hier allen maar even zat!?' snauw ik naar hem toe. Hij doet z'n handen in de lucht als een soort van overgave.
'Woho, rustig maar, het is al goed' zegt hij een beetje bang. Ik heb hem niet vaak bang zien worden, maar dat zal wel aan mij liggen.
'Oke, sorry. Ik had niet zo tegen je moeten praten' zeg ik even later tegen Neil.
'Inderdaad ja, let eens een keer op je woorden' antwoord hij. We gaan samen op de bank zitten en beginnen te praten over de lessen, het eten, de leraren, mijn actie en van alles en nog wat.
'Zeg, heb je plannen voor morgen?' vraagt Neil ineens.
'Ehh nee, op zich niet' zeg ik.
'Kunnen we morgen dan niet naar bibliotheek toe om daar ons huiswerk te maken?'
'Sure, hoe laat?' het moet natuurlijk niet te laat anders komt het in de knoop met de plannen van die avond.
'Ehm.. is half 6 goed?'
'Ik denk het wel' ik moet even gapen maar sla snel mijn hand er voor. Ik loop naar boven toe en draai me op de trap nog een keer om en wens hem welterusten. Hij zegt welterusten terug en blijft nog even zitten. Ik kleed me om en ga in bed liggen. Daar denk ik aan wat er morgen gebeuren zal.
Reageer (1)
Wow spannend, snel verder..
1 decennium geledenBen benieuwd...