Eenentwintig

      'Ik zou willen dat jij er een van kon krijgen,' zei ik toen we in het museum stonden en een prachtige, met diamanten ingelegde ketting bekeken. Hij scheen van een prinses te zijn geweest en het bordje vermeldde dat hij al honderden jaren oud was.
      Zo had een man ook over haar gedacht en haar de ketting geschonken omdat hij zo veel om haar gaf. Ik had echter maar net genoeg geld voor een snoepketting, maar dat was genoeg.
      Het bord vermeldde namelijk ook dat de prinses en de prins nooitlang getrouwd waren, terwijl wij dat al vele jaren waren.