Chapter 4
Daviënne Aphrael Price
De mensen die allemaal overeind waren gekomen en me boos en wantrouwend aankeken hadden grootendeels allemaal hun redenen om me te haten en dachten hoogstwaarschijnlijk dat ik stond te popelen o een Deathdeater te worden. Ik besloot uiteindelijk toch iets de zeggen, meer als een zielloos "hoi" met een vaag handgebaar kreeg ik er op dat moment niet uit maar het was in elk geval iets. Iemand beende zich van achter door de menigte, het leek erop dat Neville net de kamer was binnengekomen. 'Hoe ben jij hier binnengekomen?' vroeg hij met een giftige ondertoon in zijn stem, juist, hij mochte me dus ook totaal niet. 'Door de deur,' antwoordde ik doodgewoon. 'Hoe anders?'
Een paar mensen gromden en ik keek rond. De kamer bestond uit drie kleuren, geel, rood en blauw. De kleuren van Hufflepuff, Gryffindor en Ravenclaw, van elk van deze afdelingen hing er een barnier, alleen Slytherin ontbrak maar aangezien ik de enige uit die afdeling was in deze kamer was dat neit heel erg voor de hand liggend. 'De deur van het hoofdkwartier van Dumbledore's Army is niet zichtbaar voor hen die niet weten waar hij is of hem niet heel hard nodig hebbe.'
Ik glimlachte. 'Dus daar ben ik, het hoofdkwartier van Dumbledore's Army,' zei ik. 'Maar over je vraag, ik wist niet dat die deur hier zat maar vond hem toch dus ik denk dat we er vanuit kunnen gaan dat ik hem nodig had.'
'Waarom zou jij hier moeten zijn? hij is onzichtbaar voor de Carrows en hun handlagers.'
Het was een meisje uit Hufflepuff die dat had gezegd en ik had nooit de moeite gedaan om haar naam te onthouden. Ik zuchtte en haalde mijn hand door mijn haar. 'Ik ben geen Carrow en ook geen handlager van de Carrows, eerlijk gezegd werd ik door ze achterna gezeten omdat ik een tweedejaars Hufflepuff uit de lucht had gehaald.'
Ik kreeg wat sarcastische blikken toegeworpen. Natuurlijk, ik mocht niet verwachten dat ze geloofden dat ik iets goeds had gedaan. Toen brak er opeens een discussie los en begon iedereen door elkaar heen te praten over het feit dat ze me ongmogelijk konden vertrouwen, maar dat het dankzij Neville onmogelijk was dat de Carrows of een van hun handlagers deze plek vonden. Uiteindelijk gaapte ik en opeens keek iedereeen weer mijn kant op. 'Jullie zijn het er intussen over eens dat geen Carrow of een handlager van hen hier kan komen?'
Iedereen knikte. 'Ligt het dan voor de hand dat ik geen Carrow of een van hun handlagers ben?'
Weer iedereen knikte. 'Dan zijn we het daar ten minste over eens,' zuchtte ik.
'Maar aan de andere kant is het ook weer wel vanzelfsprekend dat je dat wel bent,' zei Finnegan.
Ik keek hem vragend aan maar besefte meteen daarna wat hij bedoelde. 'Hij heeft gelijk,' zei Dean Thomas. 'Het is niet erg vreemd dat wij jou wantrouwen, je bent ten slotte een Slytherin.'
'Wat betekend dat ik ambitie heb, niet dat ik meteen puur kwaad ben. Maar oké, ik ga wel weer.'
Ik draaide me om wou de deur weer opentrekken. 'Wacht!'
Reageer (3)
Ugh niet stoppen op zo een punt, eigenlijk gewoon helemaal niet stoppen zodat ik natuurlijk eerieig veder kan lezen <3
1 decennium geledenxx
VERDEEEEEER PLZZZZZZZZZZZZZZZZZ
1 decennium geledenWie oh wie riep dat?
1 decennium geledenJe schrijft zoooo goed