Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 3
Met een zucht liet ik mezelf op de bank vallen in mijn appartement. De bank kraakte onder het plotselinge gewicht en ik wist dat het niet lang zou duren voor ik er een keer doorheen zou zakken, de bank was immers al oud. Er hing een muffe lucht en ik stond op om een raam open te doen zodat er wat frisse lucht binnen kon komen. De kamer was donker, de muren waren grijs beschilderd om het gevoel van wanhoop en eenzaamheid alleen maar te benadrukken. Maar eenzaam voelde ik me niet, noch wanhopig. Ik voelde me rustig, kalm zelfs.
Ik liep naar de trap en mijn hand greep zich vast aan de leuning die stevig vastzat aan de muur – een van de weinige dingen die nog stevig was in het appartement – terwijl het zachte gekraak onder mijn voeten steeds luider werd met iedere stap die ik op de trap zette. Het appartement was letterlijk een bouwval, maar het was alles wat ik me nu even kon veroorloven als vaste verblijfplaats.
Het gekraak en de geur deed me denken aan vroeger, aan waar ik opgegroeid was. Zacht ging ik op het bed zitten dat wonder boven wonder niet kraakte, en keek wat om me heen. Ineens kwamen alle herinneringen terug die ik al jaren verdrongen had. De eerste keer dat we naar het strand gingen, die keer dat we een ijsje gingen halen met de auto en daarvoor helemaal omgereden waren omdat ik perse een ijsje van de andere winkel wilde hebben. De keer in de auto dat we met zijn allen vrolijk meezongen met liedjes op de radio. De eerste keer dat we naar de bioscoop gingen en dat ik helemaal verbaasd was van het grote scherm in de zaal wat allemaal mensen had aangetrokken. De grapjes waar we altijd om lachten. De eerste keer dat hij me teleurstelde, en de vele keren die volgden. Alles kwam weer boven en vormde een chaos in mijn hoofd.
De gedachten hadden me zover gekregen om toch een oud fotoboek te openen. Ik had het meegenomen toen ik uit huis ging – wat ik al op vrij jonge leeftijd deed, hoewel het niet vrijwillig was. Als ik door de foto’s kijk zie ik hoe we van gelukkig naar steeds minder gelukkig naar ongelukkig zijn gegaan. En we hadden het allemaal niet zien aankomen. De laatste foto in het fotoboek is een foto van ons drie. Mama, papa en ik. Het zou nooit meer hetzelfde zijn vanaf dat moment.
Toen alles veranderde ben ik vertrokken. De jeugdzorg had me uit huis geplaatst en in een tijdelijke opvang gezet met meerdere ‘probleemkinderen’, zoals ze het noemen. Daarna ben ik, toen ik oud genoeg was, begeleid gaan wonen. Dit was nu vier jaar geleden. Een week geleden ben ik twintig geworden en niet snel daarna is mijn vader overleden. Het doet me realiseren hoe snel iets over kan zijn en hoe mensen, zoals mijn moeder, sommigen keer op keer vergeven voor alles wat ze doen. Maar het doet me ook realiseren hoe achteloos mensen elkaar volgen, als een kudde schapen. Niemand komt los uit de kudde en durft iets anders te doen of te denken.
Ik ben weggehaald voor het te laat was. Voor ik het niet overleefd had. Mijn broer kan dat helaas niet zeggen.
Reageer (2)
Ow ...... ik lees verder
1 decennium geledenWow ik liet bijna mijn blackberry vallen toen ik dat laatste stukje las over haar broer:( maar leuk stukje snel verder:)
1 decennium geleden