|| 06
‘Wow, dus we zijn nu in Faron?’ Vroeg June enthousiast. Ik moest zachtjes grinniken van haar reactie. We reden door South Hyrule field wat niet anders dan een grote grasvlakte was, er stonden wel meer bomen dan op de andere plekken die ik gezien had. ‘Ja, dit is Faron en het duurt niet lang voor we er zijn,’ antwoordde Jake vrolijk. De kar hobbelde redelijk wat kwam omdat Jake een rare route langs de rotswand nam waarmee we hoopten de eventuele monsters te omzeilen. Vorig jaar waren het er veel meer, maar sinds alles weer normaal was waren er eigenlijk nog maar een paar overgebleven. ‘Wow daar is er één!’ Riep June uit met een lichte piep in haar stem. ‘Geen zorgen, als we hier blijven rijden gaat hij vast door met zijn eigen zaken.’ Antwoordde Jake totaal zorgeloos. Mijn ogen speurden het lege landschap achter de bomen af. Het duurde even een aantal tellen maar daarna zag ik hem ook. Veel woorden had ik er niet voor, behalve dat hij groen en extreem lelijk was. Maar de knots in zijn hand liet de rillingen even kort over mijn rug lopen. We lieten het grote lege veld achter ons en gingen tussen een klein openingetje in de rotswand door. Het was een smal pad, maar breed genoeg voor de wagen. Er waren een hoop bomen hier maar ik kon niet veel uit de omgeving in me opnemen want opeens stonden we stil. ‘Wat is er?’ Vroeg ik naar voren ‘Kijk zelf maar,’ was het antwoord. Ik stond op van mijn houten plankje en legde mijn armen over de rugleuning van het zitje. Voor ons lag een brede touwbrug over een redelijk diep ravijn. Het leek me geen goed idee om daar naar beneden te vallen. ‘Nou wil je het proberen?' Vroeg Jake en ik keek hem even bedenkelijk aan. ‘Als je zeker weet dat het goed gaat…’ Zei ik ietwat twijfelend met een blik op het ravijn. ‘Ik ben het met haar eens,’ June’s stem klonk ook redelijk onzeker. De kar was zeker weten zwaar, dus de vraag was of de touwen het konden houden. .
´Oké dan!´ Nadat Jake dat gezegd had kwam de kar weer in beweging. Hij had blijkbaar besloten het toch te proberen. Heel zachtjes ging de kar vooruit en begon te hobbelen wat aangaf dat we op de brug zaten. Het ging goed, dat dacht ik teminste. ´Help de touwen breken door!´ Schreeuwde Jake.
Ik schrok hevig van de plotselinge reactie, maar toen ik naar voren keek en hem belachelijk met zijn handjes zag zwaaien besefte ik dat hij met me aan het dollen was en gaf een vernietigende blik naar hem. June schudde afkeurend haar hoofd. ´Je maakt de dieren bang met je slechte val-imitatie!´ Zei ze chagrijnig. Hij moest lachen. ´Dat moest gewoon, ik wist wel dat deze brug ons zou houden.´ Er zat een triomfantelijk toontje in zijn stem en ik rolde met mijn ogen, typisch mijn broer met zijn slechte pogingen om ons te laten schrikken.
Het gehobbel stopte wat betekende dat we van de brug af waren.
Ik keek een beetje om me heen en zag aan de zijkant een prachtig meertje, het glinsterde helemaal in het zonlicht. Ook groeiden er een hoop prachtige roze bloemen. ´Wauw dat is zo mooi!´ June keek ook naar het meertje wat we helaas achter ons moesten laten.
Zelfs nadat we erlangs waren gereden waren onze hoofden nog achterom gericht om nog een glimp van het meertje op te vangen. ´Verrek jullie nekken niet, we rijden er zo nog wel eens langs,´ zei Jake die ons zo redelijk grappig leek te vinden.
Ik haalde mijn schouders op en richtte me weer vooruit. We baanden ons een weg door een gebied vol met bomen. ´We moeten nu alleen nog door dat paadje tussen die rotswanden, en dan zijn we bij onze eerste stop!´ Deelde Jake mee. Ik was hier nog nooit geweest, dus ik kon niks anders doen dan me afvragen hoe Ordon village eruit zou zien.
´Oké dan!´ Nadat Jake dat gezegd had kwam de kar weer in beweging. Hij had blijkbaar besloten het toch te proberen. Heel zachtjes ging de kar vooruit en begon te hobbelen wat aangaf dat we op de brug zaten. Het ging goed, dat dacht ik teminste. ´Help de touwen breken door!´ Schreeuwde Jake.
Ik schrok hevig van de plotselinge reactie, maar toen ik naar voren keek en hem belachelijk met zijn handjes zag zwaaien besefte ik dat hij met me aan het dollen was en gaf een vernietigende blik naar hem. June schudde afkeurend haar hoofd. ´Je maakt de dieren bang met je slechte val-imitatie!´ Zei ze chagrijnig. Hij moest lachen. ´Dat moest gewoon, ik wist wel dat deze brug ons zou houden.´ Er zat een triomfantelijk toontje in zijn stem en ik rolde met mijn ogen, typisch mijn broer met zijn slechte pogingen om ons te laten schrikken.
Het gehobbel stopte wat betekende dat we van de brug af waren.
Ik keek een beetje om me heen en zag aan de zijkant een prachtig meertje, het glinsterde helemaal in het zonlicht. Ook groeiden er een hoop prachtige roze bloemen. ´Wauw dat is zo mooi!´ June keek ook naar het meertje wat we helaas achter ons moesten laten.
Zelfs nadat we erlangs waren gereden waren onze hoofden nog achterom gericht om nog een glimp van het meertje op te vangen. ´Verrek jullie nekken niet, we rijden er zo nog wel eens langs,´ zei Jake die ons zo redelijk grappig leek te vinden.
Ik haalde mijn schouders op en richtte me weer vooruit. We baanden ons een weg door een gebied vol met bomen. ´We moeten nu alleen nog door dat paadje tussen die rotswanden, en dan zijn we bij onze eerste stop!´ Deelde Jake mee. Ik was hier nog nooit geweest, dus ik kon niks anders doen dan me afvragen hoe Ordon village eruit zou zien.
Er zijn nog geen reacties.