Hoofdstuk 8- The way we met
mijn gesnik word verstoord door een jongens stem, die mij bekend voorkomt. langzaam keek ik op. ik smolt bijna toen ik in de grote groene ogen van een jongen met een volle bos krullen. ergens kende ik hem van, maar ik kan niet plaatsen waar ik hem eerder had gezien. 'Gaat het met je, meisje?' vroeg hij bezorgd. snel veegde ik mijn tranen weg, en slikte mijn brok in mijn keel door. 'Ja, gaat wel.' zei ik snel. ik stond op en wilde mijn spullen pakken. maar hij pakte mijn hand en keek me doordringend aan. 'Wat is jou probleem?' vroeg ik nors. 'laat me gewoon los.' en ik rukte me uit zijn greep. 'Wacht, meisje.' riep hij terwijl ik wegliep. verbaast draaide ik mij om, ik herkende die stem. hij was diezelfde jongen die me riep, toen ik naar huis rende. 'Ik heb jou een keer gezien, in het park.' zei hij met een hese stem. 'Ik weet niet of ik het goed zag, maar je werd zowat aangereden.' tranen prikte weer achter mijn ogen. verdomme, ik wou niet de hele tijd huilen. ik wou niet zwak zijn, en altijd verdrietig. maar mijn tranen waren te sterk. ik zakte tegen de muur op de grond, en begon weer te huilen. de jongen kwam naast me zitten en sloeg een arm om me heen. normaal had ik het niet toegelaten als een vreemde me zo aanraakte, maar nu vond ik het niet erg. het leek wel alsof we al jaren vrienden waren, terwijl ik niet eens zijn naam wist. nog steeds had ik het gevoel dat ik hem ergens van kende. maar waarvan? langzaam wreef hij over mijn arm. toen ik eindelijk uitgehuild was keek hij me weer bezorgd aan. 'Gaat het weer een beetje?' vroeg hij weer. ik knikte langzaam. hij pakte een flesje water uit zijn plastick zak, en gaf het aan mij. 'dankje.' zei ik verlegen. ik dronk een flinke slok. 'Waar ga je eigenlijk heen?' vroeg hij terwijl hij naar mijn bagage kijkt. ik volgde zijn blik en keer treurig naar mijn koffer. 'ik.. ik ben..' stotterde ik. 'ik ben weggelopen.' de jongen keek mij verschrikt aan. 'Wat? waarom?' vroeg hij. 'Dat gaat jou niets aan!' riep ik harder dan de bedoeling is. hij liet zn arm weer vallen en keek gekwetst naar zijn schoenen. 'Sorry, ik bedoelde het niet zo. maar ik ken je nauwelijks en het is privé.' verontschuldigde ik mij. de jongen keek mij doordringend aan. zijn licht groene ogen twinkelde in het zo licht. ik kon bijna verdrinken in zijn ogen. en maar te zwijgen over zijn lach. al zijn sneeuw witte tanden waren zichtbaar als hij glimlachte, wat hij dus nu deed. 'Maakt niets uit hoor, ik snap het ook wel.' zei hij en stond op. hij stak een arm uit en trok me overeind. 'Ik ben trouwens Harry.' zei hij zwoel. ik kreeg een rilling in mijn maag, iets wat ik nog nooit gehad had. ik schonk hem mijn liefste glimlach en schudde zijn hand. 'Mijn naam is Janette.' zei ik. 'als je wilt, kan je je spullen bij mij thuis zetten.' stelde hij voor. 'ik trakteer je op wat te eten, want volgens mij lust je wel wat.' en hij keek naar het flesje, die nu al leeg was. beschamend gooide ik het flesje weg. 'Ja, dankje.' antwoorde ik. hij sloeg mijn rugzak op zn rug en pakte mijn koffer achter zich aan. 'Kom je?' vroeg hij lachend. ik knikte en hinkelde achter hem aan. hij zag het, maar besloot er niets van te zeggen.
Er zijn nog geen reacties.