Hatred is an expression of passion.
Haat. Ik staar wat naar de grote, rode letters op mijn blad. Ik weet niet hoe lang ik al staar, maar waarschijnlijk al heel lang. De leerkracht zei dat we moesten opschrijven waar we aan dachten bij het woord op ons blad. Het enige wat ik kon bedenken was liefde. Waarom weet ik niet. Ik hoopte dat het gewoon een rare kronkel in mijn hersens was, en niks al te ernstig. Misschien moest ik dan wel naar één of andere instelling met allemaal rare oude mannen die een straaltje kwijl uit hun mondhoek hebben lopen! Ieww nee, niet aan denken.
'Kijk haar eens, het meest gehate meisje weet niet wat ze moet doen!' Weer zo een jongen die denkt dat hij alles weet. Ik snap niet waarom er meisjes voor hem vallen: zijn ze echt zo blind? Langzaam komt er een grijns op mijn gezicht, en de jongen stopt met lachen. Volgens mij is het voor het eerst dat iemand me ooit heeft zien lachen sinds ik hier op school zit. Allemaal staren ze me aan, op zoek naar de reden waarom ik lach. Met grote, sierlijke letters schrijf ik de jongen zijn naam op het blad. Ik hoor de meisjes 'Ooh'-en, en de jongens 'Ai'-en. Volgens mij zou mijn vroegere beste vriendin trots op me geweest zijn. Ze was er altijd over bezig dat ik voor mezelf moest opkomen. Ik probeerde het wel, maar het wilde gewoon niet lukken. Ik balde mijn vuisten in een onwillekeurige handeling, en een traan rolde over mijn wang. Van verdriet. Van HAAT.
Ik begin nog meer woorden op mijn blad neer te pennen: woede, angst, liefde. En passie.
Passie en liefde die ik voelde voor de jongen die uiteindelijk zijn rug naar me toe keerde in mijn tijd van nood. Woede tegen en angst voor zijn vrienden. Ze haatten me allemaal.
Ik sluit mijn ogen, en probeer rustig tot tien te tellen. Maar in plaats van het normale, kalmerende effect, krijg ik een flashback.
Ik had vanavond met Hem afgesproken. We zouden gezellig door het park wandelen en dan iets gaan drinken. Volgens mij wist hij wel dat ik op hem verliefd was, maar ik wist het niet zeker. Op dat moment was ik nergens zeker van. Ik bekeek mezelf in de spiegel: ik had mijn best wel gedaan. Een zwarte skinny jeans, met een flashy groen tanktopje en een stoere armband met studs. Om het helemaal af te maken, had ik mijn moeders leren jasje even 'geleend'. Ze wist er niks van, en ik zou ervoor zorgen dat dat ook zo bleef. Al deze moeite had ik gedaan om ouder over te komen. Hij was zeventien, ik veertien. Ik gedroeg me misschien wel wat volwassener dan mijn leeftijdsgenoten, maar je wist maar nooit. De onzekerheid golfde van me af.
'Mam, ik ben weg!' riep ik naar boven. Voor ze kon antwoorden had ik de deur al achter me dichtgetrokken. Snel liep ik naar het parkje, twee straten verder. Ik zette er flink de pas in: de wolkjes warme lucht die ik uitademde kon een blinde zelfs nog zien.
Ik zag hem al van ver. Hij stond op me te wachten, aan de grote poort. Hij was gesloten, maar Hij had gezegd dat hij wist hoe we binnen moesten komen. Wist ik veel hoe... Snel liep ik naar hem toe. 'Hoi', zei hij. Ik gaf hem een kus op zijn wang. 'Hoi', glimlachtte ik terug. 'Zullen we?' Het leek net alsof hij ook heel onzeker was, maar ik weet nu dat het angst was. Angst voor wat zijn vrienden me gingen aandoen...
Tranen liepen over mijn wangen. De leraren keken al lang niet meer op als er tranen over mijn gezicht liepen. Meestal deden ze net alsof ik lucht was. Wat ik waarschijnlijk ook ben voor de meesten.
Ik was blij toen de schoolbelging. Vrijheid. Ik kon het bijna proeven op mijn lippen. Ik negeerde de hatelike blikken, en liep naar mijn huis. Normaal vermeed ik het parkje, maar vandaag wilde ik graag gaan. Waarom weet ik niet. Misschien om Hem eens goed de les te spellen?
Het was minder zwaar dan ik gedacht had. Ik zag Hem niet, ik zag zijn vrienden niet, er was niets wat me deed denken aan die bewuste avond. Daarom dat er voor het eerst een glimlach op mijn gezicht verscheen toen ik thuiskwam en riep: 'Mam, ik ben thuis!' Snel liep ik naar boven, waar mijn drie maanden oude zoontje in zijn wieg lag te slapen. Het resultaat van die ene nacht die ik zo gehaat had. Vroeger als ik naar mijn zoontje keek, voelde ik altijd woede, irritatie, en een sprankje liefde. nu was het liefde die alles overschaduwde.
Wat er op mijn blad stond?
'Haat is een uiting van passie.'
Ik ben nooit meer naar die school geweest.
Er zijn nog geen reacties.