Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 2
“Een enkele reis Londen alstublieft,” kwam er kil uit mijn mond. Iets te kil dus ik gooide er maar snel een beleefde glimlach achteraan om het jonge meisje in het loket niet meteen een rotdag te geven. Ik wist hoe het voelde als klanten je afsnauwden terwijl je ook alleen maar je werk deed, dus daarom gedroeg ik me ook beleefder bij anderen die aan het werk waren. Ze legde het kaartje op het draaiend platform en ik legde het geld op de andere kant. Met een druk op de knop lag mijn geld bij haar en het kaartje bij mij. Ik bedankte haar voor ik me omdraaide en wegliep, naar het platform waar mijn trein zo aan zou komen.
Zodra de trein was aangekomen en ik me naar binnen had weten te persen, zocht ik naar een plaats. De trein was al redelijk vol omdat dit een van de laatste perrons was om op te stappen op weg naar Londen, dus het was geen mogelijkheid om rustig alleen te zitten. Na een klein stukje lopen vond ik een lege plaats en ik ging meteen zitten, zette mijn tas tussen mijn benen in op de grond. Ik keek even op naar de persoon die tegenover me zat en gaf een kort knikje als begroeting voor ik wat comfortabeler ging zitten. Ik zou nog drie kwartier in deze trein zitten dus ik kon er maar beter goed voor gaan zitten.
Mijn hoop op een rustige reis was inderdaad snel weg toen ik doorhad dat een gezin aan de andere kant van het gangpad was gaan zitten. En dan geen gezin waarvan de kinderen al relatief volwassen waren dat ze zichzelf konden vermaken met een telefoon of een goed boek, nee. De twee kinderen waren hooguit een jaar of 6 en maakten een kabaal – hun ouders smekend om vermaak terwijl deze beide al bijna met hun handen in het haar zaten van ergernis. Een zucht verliet mijn mond en ik staarde naar mijn reflectie in het raam terwijl de trein langzaam begon te rijden. Pas toen ik mezelf bestudeerde had ik door dat mijn make-up uitgelopen was en dat mijn haar zo warrig zat als het maar kon zitten. Ik pakte de tas en plaatste deze op mijn schoot waarna ik er een spiegeltje, watjes en een borstel uithaalde en mezelf wat fatsoeneerde.
“Mooie dag, is het niet?” hoorde ik ineens iemand zeggen en mijn hoofd schoot omhoog. Ik was alles behalve in de bui om met iemand te praten, maar de jongen die tegenover me zat was dat blijkbaar wel. Een zwakke glimlach wist ik op mijn gezicht te toveren voor ik een beleefd knikje gaf.
“Zeker.”
Hij merkte op dat ik niet echt zin had in een gesprek en trok zijn wenkbrauw op terwijl hij me bestudeerde. Een zucht verliet wederom mijn mond.
“Goed, je wil overduidelijk praten,” zei ik na een minuut of vijf vol gestaar wat me nu lichtelijk begon te irriteren. “Of je hebt een probleem met staren – dat kan natuurlijk ook.” Een grinnik verliet zijn mond en dit keer kwam er een zwakke, maar gemeende, lach ook op mijn gezicht tevoorschijn. “Waar ga je heen?”
“Londen,” reageerde hij, blij dat ik toch had besloten een gesprek met hem te starten.
Na een gesprek wat we vol wisten te houden voor de rest van de reis arriveerde de trein in Londen. Ik stond op en pakte mijn tas en liep rustig naar de deuropeningen van de trein, wachtend tot deze volledig stil stond en de deuren zich automatisch openden. Eenmaal op het perron keek de jongen me aan. “Zeg, het klinkt misschien vreemd, maar zou ik je nummer mogen?”
Ik dacht even na voor ik mijn hoofd schudde. “Ik heb het even gehad met mensen. Als je in mijn leven hoort te zijn, dan kom ik je vanzelf weer tegen.”
Reageer (2)
Nathan ?
1 decennium geledenoehhh i think(and hope) it's nathan:) maar snel verder:) ik heb eigenlijk niet zoveel op te merken je schrijft goed:D dus hup hup en schrijven:D
1 decennium geleden