Capite 20; The Coward
Veel plezier
Mijn blik ontmoette die van Charon en ik was doodsbang. Ik had al voor veel wezens gestaan, maar dit was een god, wat betekende dat hij niet dood kon gaan en ik wel, aangezien ik een semigod was. Ik keek achter me en zag dat de goden het zwaar hadden en ik wilde ze gaan helpen, maar dat kon ik niet. Er bleven maar nieuwe wezens verschijnen en er kwam geen einde aan. Toen ineens gebeurde er iets geweldigs. Het begon te regenen. En niet zomaar regen, het waren witte lichtjes. En zo gauw ze de grond raakten, veranderden ze in engelen. Gabrielle had dus toch de engelen kunnen overtuigen. Ik keek toe hoe de wezens en de leiders van de Onderwereld benauwd begonnen te zien. Dit hadden ze niet verwacht. Hades gaf een luide kreet en spreidde zijn armen. Duistere wolken begonnen rondom hem te tollen en hij begon te transformeren. Hij splitste zich in 12 gevleugelde grijze wezens die de goden aanvielen. Persephone begon niet te transformeren, maar te groeien. Ze werd ongeveer twee keer zo groot en kreeg een rode gloed over haar ogen. Ze nam het op tegen de 5 docenten, die het ook erg zwaar hadden. Coendro, Kimberly, Chelsea, Danny, Jonna, Sandra en Fenarry, namen het op tegen Hekate, die zich in drieën had gesplitst. De rest nam het op tegen het duistere leger.
Ik draaide me weer om en keek Charon aan. Naast me dwarrelde er drie lichtjes naar beneden en transformeerde in 3 engelen. ‘Geen zorgen Jonathan, wij helpen je’. Ik voelde me nu veel zekerder en was klaar voor het gevecht. De Engelen stortte zich op de skeletten, terwijl ik er zelf ook door aangevallen werd. Elektrocuteren had nu geen zin, dus ik moest het hebben van mijn vechtkunsten. Ik sloeg verschillende ledenmaten van de skeletten af en vermoorden ze, voor zover dat nog kon. Meer skeletten waren er niet, want die kwamen niet langs de drie engelen. Charon keek mij aan en stapte langzaam uit zijn bootje en zweefde naar mij toe. ‘Nu alleen jij en ik nog, zoon van Zeus’ zei hij met een dreigende stem. Hij hief zijn armen en verschillende geesten verschenen om me heen. Dit had ik kunnen weten. Charon bracht de geesten van de doden mensen over naar de Onderwereld, dus die had hij in zijn macht. De geesten vielen mij niet aan, maar tastten wel mijn zicht aan. Ze vlogen rondom mijn lichaam en ogen, waardoor ik slecht kon zien. Charon richtte zijn zwarte staf op mij en schoot er zwarte bollen uit. Ik probeerde ze te ontwijken, maar dat lukte niet. Ik werd er door een geraakt die openklapte tegen mij aan. Zwarte draden verschenen eruit en probeerde me de grond in de trekken. Ik greep me vast aan de berg om niet in de grond gezogen te worden. Ik probeerde een alles of niets poging, dus ik liet de berg los en richtte mijn schicht op Charon en vuurde een bliksemstraal af, die precies tussen de ogen raak was. De zwarte draden verdwenen en ik stond weer gewoon op mijn benen. Nog twee bliksemstralen vuurde ik af, die ook weer beide raak waren. Ik zag dat Charon veel pijn leidde, dus ik ging door met aanvallen. Nu was het mijn kans om toe te slaan. Toen ineens klonk er weer een explosie. Het waren de paardenstallen die openbroken en alle pegasussen vlogen naar buiten en begonnen ook te vechten tegen de duistere wezens. Miracle kwam op mij afgevlogen en ik sprong op zijn rug. Toen Charon weer kon zien, was hij mij kwijt, want ik was weggevlogen. Ik wachtte op het juiste moment en vloog toen met Miracle op hem af, en stak mijn zwaard tussen zijn ogen. Hij werd volledig geëlektrocuteerd en zakte in elkaar.
‘GENOEG’ hoorde ik een luidde stem ineens schreeuwen. Het was Zeus die het zat was. Hij stopte zijn schicht in zijn zak en begon met zijn blote handen te vechten. Vanuit zijn handpalmen laaide bliksemvonken op, die hij vervolgens op het deel van Hades afvuurde. Het monster werd volop getroffen en viel op de grond. Terwijl werd Hekate ook tegen de grond aan gewerkt en de drie delen smolten weer samen in een.
Verschillende engelen en goden waren ernstig gewond en lagen doorbloed tussen de vermoorden duistere wezens. De gesneuvelde engelen begonnen licht te geven en vormde zich tot een hoopje sterrenstof. De stof steeg op en flitste terug de hemel in, daar zouden ze nu voor altijd vast zitten. Engelen en goden konden dan wel niet sterven, maar als ze ernstig gewond waren, dan zouden ze gevangen komen te zitten op een bepaalde plek, en daar nooit meer uitkomen. Voor de engelen was dat de hemel, maar voor de goden, was dat de Onderwereld. Terwijl ging het gevecht gewoon door. Ik draaide me om naar de engelen, maar ook zij waren gesneuveld. De skeletten waren uiteengevallen door de val van Charon. Charon lag er futloos en gewond bij en ik wist dat hij niet meer in staat zou zijn om te vechten. Persephone en Hades daarin tegen waren nog gewoon volop in actie. Er waren nog steeds verschillende duistere wezens over, dus ik besloot om te gaan helpen. Verschillende wezens werden getroffen door mijn bliksem. Andere werden vermoord door water, vuur, pijlen, zwaardsteken of andere dingen. Ik zag dat de docenten die het tegen Persephone opnamen, het erg moeilijk hadden, dus ik besloot hun te helpen. Ik vuurde verschillende bliksemstralen af, die gelijk terug gekaatst werden door Persephone. Ze was ontzettend sterk en had de docenten al verschillende keren tegen de grond gewerkt. Elke keer als er een deel van Hades vermoord was, vormde het weer tot een nieuwe. De 12 goden bleven vechten en er kwam geen einde aan. Toen ineens waren alle duistere wezens verslagen en stonden Persephone en Hades er alleen voor. ‘Hades!’ schreeuwde Persephone, die nu omsingeld werd door alle 15 de kinderen en de docenten. Ook verschillende engelen omsingelde Persephone. ‘Hades, red me!’ De 12 wezens oftewel Hades was zo vol met haat en was er zo zeker van om te winnen, dat hij haar niet eens hoorde. Iedereen die om Persephone heen stond vuurde zijn of haar aanval af en de aanvallen knalden allemaal tegelijkertijd tegen haar op. Ze gilde het uit en haar ziel werd uit haar lichaam gerukt en schoot gelijk de grond in. Haar lichaam viel als een leeg omhulsel op de grond en bleef daar liggen. Pas toen Persephone gesneuveld was, keken de wezens op en vormden zich weer tot Hades. Zijn ogen schoten over de dode wezens en de levenloze lichamen van Hekate, Charon en Persephone. Iedereen keek naar Hades, wachtend op zijn aanval. Maar in plaats daarvan, hief hij zijn armen op en verdween met een duister zwart licht. ‘Lafaard!’ schreeuwde Zeus. Het gevecht was eindelijk afgelopen en nu pas drong het tot me door hoeveel goden en engelen er gesneuveld waren.
‘Aargh, jongens’ hoorde we ineens Anemoi ineens zeggen. Iedereen draaide zich om en zagen precies hetzelfde als wat op mijn netvlies stond. Eris, de godin van de ruzie en tevens onze docent, lag doorbloed op de grond en staarde voor zich uit. ‘Ik ga het niet redden’ zei ze met een zwakke stem. ‘Sterven is onmogelijk, maar ik zal voor altijd in de Onderwereld zitten’. Verschillende tranen liepen over de wangen van de goden. ‘Je zit voor altijd in ons hart, Eris’ zei Zeus met een zachte stem. Een kleine glimlach verscheen op haar gezicht en haal ziel verliet haar lichaam. Het lichte bolletje schoot de grond in en ik wist dat ze nu gevangen zat in de Onderwereld. Haar lichaam bleef als een leeg omhulsel achter, tussen al de andere goden en engelen, die gesneuveld waren bij de strijd.
‘Hoe moet het nu verder?’ vroeg ik om de stilte te doorbreken. ‘We bouwen samen de school weer op en zullen verder moeten leven’ sprak Zeus. ‘We moeten wel verder leven, anders zijn de goden en Engelen voor niets gesneuveld’. Zeus richtte nu zijn aandacht op Gabrielle, die vooraan de groep met Engelen stond, die het overleefd hadden. ‘Mijn dank is groot, eeuwenoude vriend van me. Je staat bij ons in het krijt’. Gabrielle maakte een lichte buiging en veranderden toen in een wit licht die samen met de andere witte lichten, weer terug naar de hemel vertrok.
We hadden het gevecht met de Onderwereld gewonnen. Hades was ontsnapt en was ook spoorloos. Ooit op een dag zou hij terug komen, dat was iets wat vast stond. De school werd opnieuw opgebouwd en we moesten verder met ons leven. Alle 15 kinderen waren nog in leven en waren geen vijanden meer van elkaar. Ik keek uit op de zon die langzaam onder ging. Verschillende goden waren al druk aan het werk aan de school. Nu het gevecht voorbij was, kon ik maar aan een ding denken. Waar in vredesnaam, op heel de aarde, was ergens mijn moeder?
The end so far……
Reageer (1)
Kom je snel met een deel twee? Ik wacht erop en heb er zin in!
8 jaar geleden