Capite 19; The Battle with the Underworld
Een sierlijk wit licht bewoog zich door de lucht, op weg naar zijn bestemming. Het was stil en kil op Olympus en de lucht zag er grauw uit. Het witte licht vloog naar de school en glipte naar binnen. Het licht was zo fel dat je het van verre aan kon zien komen. De goden kende dit licht, het was de engel Gabrielle. Alle 12 goden plus de kinderen en de docenten zaten in de grote zaal, nog voor de laatste keer te eten. Toen de deur open ging en het licht naar binnen vloog, trok het iedereen zijn of haar aandacht. Het licht was zo fel in mijn oog dat het bijna pijn deed. Het streek neer voor de 12 goden en transformeerde in de blonde, zachte engel. Hij was niet zo groot als dat ik me had voorgesteld van een engel, maar zijn vleugels waren reusachtig. ‘Ik ben hier om jullie succes te wensen’ zei Gabrielle. ‘Dat is erg lief van je, Gabrielle’ zei Zeus. ‘De troepen zijn vertrokken uit de Onderwereld en zullen hier over ongeveer 30 minuten arriveren’. ‘Dan hebben we geen tijd te verliezen’ zei Zeus. ‘Ik heb de andere engelen nog geprobeerd over te halen om mee te komen vechten, maar ze zijn te bang voor de Onderwereld’ sprak Gabrielle. ‘Jij vecht niet mee’ zei Zeus streng. ‘O jawel, sorry mijn heer, maar de engelen en de Onderwereld hebben een lang verleden en ik heb nog een appeltje met ze te schillen, dus ik blijf’. Gabrielle ging zitten en bleef in de lucht zweven. Hij zat op iets wat ik niet kon zien, maar ik vermoedde dat hij ook nergens op zat. ‘Mijn lieve kinderen, het is tijd om jullie voor te gaan bereiden op de strijd’ zei Athena. ‘Trek jullie harnassen aan en bewapen jezelf goed’. Iedereen stond op en liep naar zijn of haar kamer, in stilte.
Ik zat op mijn bed en bekeek het harnas dat ik zojuist had aangetrokken. De stilte was pijnlijk in de school. Je kon een speld horen vallen en als je iets zei of je maakte geluid, voelde je je gelijk schuldig, zó stil was het. Ik pakte mijn schicht en schild en liep de deur uit, richting de grote zaal.
Toen ik daar aan kwam, zag ik iedereen bewapend en beschermd staan, te wachten totdat we aangevallen zouden worden. ‘Daar zijn de goden’ zei Zeus. Overal flitste witte lichte op en verschenen er goden in witte kledij. Ook verschenen er hier en daar de witte ‘monniken’ zoals ik ze noemde. Dit was dus onze bescherming. We waren met een flink aantal, maar ik was bang dat het niet genoeg was. ‘Dit wordt een heftige strijd’ zei Gabrielle die naast Zeus stond. ‘Ik kan het voelen’. Ik keek mijn vader recht aan en kreeg een knipoog. ‘Ze zijn er’ zei Gabrielle ineens geschokt. Iedereen bleef muis stil en wachtte totdat er iets zou gaan gebeuren.
Alsof er bommen werden afgestoken, zo hard waren de knallen van de aanval. We keken allemaal geschokt om ons heen en ik dacht dat de muren van de school werden afgebroken. Het dak werd open gebroken en tientallen gevleugelde monsters vlogen naar binnen. Zeus openden de aanval en schoot een monster neer met een bliksemstraal, daarna volgde de rest van de aanvallen. Als tweede werden de muren van de grote zaal opgeblazen, zodat we eigenlijk op een open veld stonden. Ergens op de berg zag ik Hades, Persephone, Hekate en Charon staan, die lachend toekeken hoe de wezens ons aanvielen. Als eerste nam ik het op tegen twee levensgrote bloedhonden. Ze waren zo vals als het maar zijn kon en ik wist dat ik geen verkeerde beweging moest maken. Toen er een op mij afsprong, doorboorde ik hem met mijn zwaard en elektrocuteerde hem. De tweede kwam dichterbij mijn lichaam en beet me in mijn arm. De pijn was ondragelijk dus ik stak de hond snel neer en elektrocuteerde hem. Snel keek ik naar mijn wond en zag dat hij hevig bloedde. Ik moest mijn pijn negeren en doorvechten.
Ik zag hoe de 12 goden de ene naar de andere vermoorden. Ook Gabrielle had een gouden staf vast en schoot daar kleine witte bollen mee af die met een enorme vaart steeds groter werden en zo gauw het iets raakte, explodeerde ze. Ik was het neersteken zat, want het koste veel te veel moeite. Ik besloot om de wezens vanaf een afstandje te elektrocuteren. Ik sprong van de tafel af waar ik op stond en rende de andere kant van de berg op, die aan de grote zaal lag. Vanaf hier zou ik ,en niet aangevallen worden, en kon ik zelf heel goed aanvallen. Ik begon de ene na de andere wezens te elektrocuteren en verschillende volgde mijn voorbeeld. Toen ineens gebeurde er iets waar ik totaal geen rekening meer mee had gehouden. De 4 leiders stonden ook op de berg en hadden mij gezien. Hades, Persephone en Hekate liepen rustig de berg af en begonnen de goden aan te vallen. Goden konden natuurlijk niet vermoord worden, maar ze konden natuurlijk wel verwond worden, wat soms nog meer pijn betekenden dan de dood zelf. Mijn blik was zo gefocust op de 3 leiders dat ik de 4e helemaal vergat. Toen ik in mijn ooghoek iets achter me zag, draaide ik me pijl snel om. En daar stond Charon in zijn boot met verschillende levende skeletten achter zich. ‘Verrassing’ zei Charon met zijn krakerige stem. Ik keek achter me en zag dat iedereen te druk was met vechten. Ik stond er alleen voor en dat betekende, dat ik zwáár in de problemen zat.
Hierna volgt Capite 20..... Het einde van dit deel....
Er zijn nog geen reacties.