Capite 18; The last day of Peace
Toen ik de volgende ochtend wakker werd en mezelf had aangekleed, liep ik richting de eetzaal. Ik had een enorme steen in mijn maag en kon aan niets anders denken, dan het gevecht dat over een paar dagen zou gaan plaatsvinden. Toen ik de eetzaal binnen kwam, zag ik alle kinderen al rond de tafels zitten. Ze waren bijzonder vrolijk voor hun doen in de ochtend, of misschien kwam dat gewoon omdat ik zelf zo droevig was. De 5 docenten stonden voor aan de grote zaal. Ik schepte eten op en ging voor de twee grote tafels staan. Ik twijfelde waar ik zou gaan zitten. Bij mijn vrienden of bij mijn ‘vijanden’. Ik besloot om iets te doen wat niemand zou verwachten. Ik schoof aan bij de 6 kinderen die altijd ruzie zochten. Toen ik bij hun aan tafel ging zitten, werd het onmiddellijk doodstil in de kamer. ‘Ik wilde even wat zeggen’ zei ik terwijl ik me richtte op Kimberly en Chelsea. ‘De gebeurtenissen van de afgelopen tijd hebben me een hoop bijgeleerd. Ik denk dat het verstandig is om de vrede te sluiten en gewoon aardig tegen elkaar te doen, want we gaan elkaar hard nodig hebben de komende dagen’ zei ik. Ik zag dat de 6 onderling blikken uitwisselden. ‘Ik denk dat je gelijk hebt’ zei Maartje, dochter van Artemis, als eerste. ‘We hebben elkaar veel te hard nodig om ruzie te gaan maken’ zei ze terwijl ze ook haar aandacht op de andere 8 richtte. ‘Je hebt gelijk, Jonathan’ zei Chelsea. ‘Even leek het gewoon zo alsof alle familie leden van Zeus gewoon voorrang kregen en dat pikten we niet’ ging Kimberly verder. ‘Maar de laatste tijd merk ik gewoon, dat we een grote familie zijn’. Ik glimlachte en liet mijn blik vallen op de derde grote tafel, die genoeg stoelen had voor 15 personen. ‘Zullen we daar dan maar gaan zitten?’ stelde ik voor. ‘Goed plan’ zei Chelsea en met z’n vijftienen schoven we aan de gezamenlijke tafel aan.
Terwijl we ons eten op aten, leerde we de andere kinderen ook snel kennen, want we wisten eigenlijk bijna helemaal niets van elkaar. Toen ineens verschenen de 12 goden in de grote zaal, en wist ik dat het tijd was. Ik haalde nog een keer diep adem en richtte toen mijn blik op Zeus. ‘Wat ben ik blij om jullie allemaal aan een grote tafel te zien. Ik hoopte dat ooit dat moment zou komen’ zei Athena met een grote glimlach. ‘Hellaas hebben we vreselijk nieuws voor jullie’ zei Zeus. Hij haalde diep adem en keek ons een voor een aan. ‘Hades komt samen met heel zijn duistere leger onze school aanvallen’. ‘WAT!’ schreeuwde Kimberly uit. ‘Wanneer?’ vroeg Coendro. ‘Morgen’ antwoordde Poseidon. Iedereen keek met grote ogen naar de goden en durfde niets te zeggen. ‘En nu?’ vroeg Chelsea met een stem die ik nog niet eerder had gehoord. ‘Jullie krijgen vandaag harnassen en jullie laatste training’ zei Hephaistos. ‘We zullen zoveel mogelijk goden om hulp vragen, bij deze zware strijd’ zei Zeus. ‘In Olympia wonen honderden goden, dus als het goed is moeten we goede bescherming kunnen regelen’. Het bleef weer een lange tijd stil en niemand had nog honger. ‘Geen tijd te verliezen’ zei Anemoi ineens. ‘Kinderen kom onmiddellijk met ons 5e mee, we hebben een hoop te doen’. Iedereen stond op en de goden verdwenen weer, behalve Zeus, die gaf mij een teken dat ik hém moest volgen. Ik stond op en liep achter hem aan, richting de tuinen.
‘Ik wil jou nog in alle rust iets kunnen vertellen’ zei Zeus. We liepen nu in de vredige tuinen van de berg Olympus. ‘Het gaat over jouw moeder’. Ik keek gelijk op en keek hem met grote ogen aan. ‘Vele sterfelijke vaders en moeders van semigoden, zijn allang gestorven. Ze zijn gestraft omdat ze een kind hadden gebaard met een onsterfelijke. Maar jouw moeder’. Hij stond even stil en keek in het niets. ‘Ze leeft nog’ zei hij. Mijn hart maakte een sprongetje en alle gedachtes verdwenen uit mijn hoofd. Ik had nog een sterfelijke moeder. Ik kon aan helemaal niets meer denken, zelfs niet aan de gevechten die me te wachten stonden. ‘Waar is ze?’ vroeg ik aan mijn vader. ‘Ergens op aarde, ik heb haar vorige adres nog’ zei mijn vader. ‘Zo gauw de gevechten achter de rug zijn en ik leef nog, ga ik haar zoeken’ zei ik met volle overtuiging. ‘Dat gaat niet’ kaatste Zeus terug. ‘Dat is verboden’. ‘Dat kan me totaal NIETS schelen’ zei ik. ‘Let maar op mijn woorden. Zo gauw de gevechten achter de rug zijn, vertrek ik naar de aarde’. ‘En ik laat je dan gaan’ zei Zeus met een lieve lach. ‘Op een voorwaarde, dat je de groeten van me doet’. ‘Doe ik’. ‘Maar onthoud wel, het is niet zonder risico’s’. ‘Geen enkel risico is erg genoeg, als ik daarmee mijn moeder zou kunnen zien’ zei ik. ‘Ga nu snel naar de lessen van de 5 docenten’ zei Zeus. ‘Morgen, want een groot gevecht op ons’. ‘Dank je’ zei ik tegen mijn vader. Hij knikte en ik draaide me om en liep richting de laatste lessen voor het gevecht.
Bij de lessen kregen we les van de 5 docenten, tegelijkertijd. We kregen allemaal een mooi harnas met een teken erop. Op mijn borst stond een blauwe bliksemschicht afgebeeld. We leerden nog wat laatste vechttechnieken en hier en daar nog wat magie. ‘Dit waren de laatste lessen voor het gevecht’ sloot Anemoi af. ‘Ik wens jullie allemaal veel succes, en hopelijk staan de oergoden bij ons morgen’. Iedereen knikten en liep richting zijn of haar kamer.
Toen ik op mijn kamer kwam, legde ik mijn harnas samen met mijn wapen en schild naast mijn bed. Morgen zou ik deze hard nodig hebben. Ik genoot nog van het laatste moment vrede en stapte daarna mijn bed in. Morgen zou ons een zwaar gevecht te wachten staan.
Capite 19 en 20 komen tegelijkertijd en zijn het einde van dit deel van deze storie. Ik ben er al zeker van dat ik een deel 2 ga schrijven, aangezien ik nog heel veel leuke ideeën heb en ik nog een aantal dingen heb achtergehouden. Deel 2 zal gewoon in deze storie komen, dus je hoeft niet een andere abo te nemen. In deel 2 zullen meer griekse mythes voorkomen. Ik maak na Capite 19 en 20 de titel bekend. Capite 19 en 20 zullen morgen of overmorgen komen.
Reageer (2)
snel verder(flower)
1 decennium geledenYaay je gaat verder!
1 decennium geledenSnel weer wat schrijven