Huub en Penny

snel rende marleen richting haar huis. felicia veegde wat bloed op haar hand weg. het was verwond door de scherpe punten van gebroken hout. marleen stormde haar huis binnen waar haar moeder in een stoel zat.
moeder: vanwaar die haast?
marleen wijst hijgend met haar vinger naar haar oog.
marleen: ma! van wie heb ik deze kleur ogen?!
moeder:....
marleen: niemand uit onze famillie heeft dat!
moeder: wat is is er..?
marleen luisterde al niet meer en is naar haar kamer gerend. ze ploft op haar bed neer en knijpt in een klein knuffeltje. dan kijkt ze naar haar arm,
marleen: dat teken..ik wil niet...
ze pakt een zakmes uit haar la en steekt een paar keer in haar arm. bloed stroomt van haar arm af.
marleen: het moet weg, weg weg!!!

felicia klopt op de deur van haar vriendin. huub doet open.
felicia: huub, wat doe jij hier?! waar is penny?!
huub wees met zijn duim naar achteren,
huub: ze is gewoon in huis. ik ben nu even visite.
felicia: je mag wel een vriend zijn, maar kom op...
huub: huh, is het nou zo erg dat ik de deur van penny open doet?
felicia gaf geen antwoord en duwde huub naar buiten. voordat hij naar binnen kon lopen smeet ze de deur achter haar dicht.
penny: hey feliii
felicia: ik moet je wat vertellen.
penny drinkt haar glas water met een bloedpil op.
felicia: nog steeds aan die bloedpillen?
penny: wil je soms dat ik trekt krijg aan mensenbloed?!
felicia:..nee
penny: *lacht* nou dan! maar wat wilde je me vertellen?
felicia: ik heb haar gevonden.
penny: je wolvenzuster?
felicia: ja..
penny: das snel! en, weet ze het al?
felicia: mwja, ze had er wel moeilijk mee.
penny: lijk me wel logisch.
felicia:...
penny: kom, we gaan wat gezelligs doen! dit is een triest begin van de dag.
felicia: nee dank je, ik ga maar weer.
ze loopt het huis uit en geeft huub tussendoor een vriendelijke stomp.