Foto bij Hoofdstuk één

Omdat ik meer abo's heb dat ik verwachtte, heb ik hier alvast hoofdstuk 1 voor jullie (: Ik bedoel, 26 abo's met alleen maar een proloog!?
En daarbij hebben een paar hele lieve vriendinnetjes het voor elkaar gekregen dat ik vannacht even in de top stond ^^ Jullie zijn geweldige quys! <3
So, enjoy chapter one ^^

Inmiddels had ik flink de pas erin. Het boompje dat ik als markeerpunt had gebruikt kon ik al bijna niet meer zien en de auto was al lang aan de horizon verdwenen. Het leek of ik in de verte iets zag verschijnen, een gebouw misschien. Maar het was te vaag om duidelijk te kunnen zijn en met deze hitte had het net zo goed een fata morgana kunnen zijn. Hoe lang zal ik al aan het lopen zijn? De zon stond duidelijk op een andere plek maar ik had niet het idee dat er veel tijd was verstreken. Hoewel ik niet echt goed had opgelet, daarvoor was ik te diep in gedachten verzonken. Ik stopte even om in mijn schoudertas naar mijn telefoon te zoeken. Hij lag niet bovenop dus ik graaide wat door mijn spullen maar ik kon hem niet vinden. Ik had hem wel meegenomen, dus hij moest er wel in zitten. Ik liet mezelf in het roodkleurige zand langs de weg zakken en haalde, voorwerp voor voorwerp, mijn tas leeg. Toen alles, tot de zijvakjes toe, naast me in het zand lag liet ik mijn ogen over de rij voorwerpen glijden. Sjaal, vest, spiegel, portemonnee, iPod, flesje water, camera…Geen telefoon. Ik voelde hoe de paniek toenam en graaide wanhopig met mijn handen door mijn tas. Maar die was helemaal leeg. ‘Rustig Julah.’ fluisterde ik mezelf met gesloten ogen toe. Toen ik alle spullen weer in mijn tas had gestopt trok ik het ding tegen mijn buik en sloeg mijn armen om mijn benen. Met mijn hoofd tegen mijn knieën rustend om mezelf te kalmeren bleef ik zo even zitten. Zonder mobiel was ik hopeloos. Ik had geen flauw idee waar ik was, laat staan waar ik heen moest. Ik zag al voor me hoe ik hier voor altijd rond zou dwalen. Voor altijd in the middle of nowhere van Australië. Een bromgeluid deed me opkijken. Ik kneep mijn ogen fijn om in de verte te turen en zag een rode auto snel dichterbij komen. Je zou bijna verwachten dat de auto een grote stofwolk achter zou laten in deze omgeving, maar er lag een asfaltweg dus dat was niet het geval. Naarmate de auto mij naderde minderde hij vaart. Stilletjes wenste ik dat hij gewoon door zou rijden, maar dat deed hij natuurlijk niet. De auto remde en er leunde een dikke man uit het raam. ‘Alles oké meissie?’ bromde hij.
‘Eh. Ja hoor.’ Snel stond ik op en klopte het zand van mijn kleren.
De man bekeek me van top tot teen en keek me vragend aan. ‘Kan ik je ergens mee helpen?’
‘Nee hoor. Ik ben onderweg naar eh..’ Ik wist niet hoe ik mijn zin af moest maken dus maakte ik een soort wijzend gebaar naar de horizon. Natuurlijk kwam ik niet overtuigend over, maar ik hoefde geen lift van een wildvreemde Australiër. Ik knikte vriendelijk naar hem en begon te lopen. De man bromde wat en reed langzaam met me mee.
‘Even verderop is een benzinestation met een cafeetje.’ Hij wees naar waar ik net een gebouwtje dacht te zien. ‘Misschien heb je daar wat aan.’
‘Oh. Bedankt.’ mompelde ik. De man lachte naar me en reed weer weg.
Na een paar minuten gelopen te hebben kon ik duidelijk zien dat het inderdaad een gebouwtje was. Misschien kon ik daar wel bellen en als ik geluk had zaten Marc en de rest daar gewoon op me te wachten. Ze konden me toch niet echt hier achter laten. Toch?

Reageer (14)

  • Ledecky

    En dit is de laatste, ik ben te lui.

    1 decennium geleden
  • Ledecky

    Nou ja, als jij mij onderspamt, ga ik dat ook bij jou doen.

    1 decennium geleden
  • Ledecky

    Snel verder!

    1 decennium geleden
  • Ledecky

    Ik ben de enige die 2 reacties durft te plaatsen ^^

    1 decennium geleden
  • Ledecky

    Dit. Is. Gewoon. Awesome.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen