begin van de lente.


Ik zat samen met Ravyn en Kohaku in de bibliotheek, zoals gewoonlijk.
Ravyn was er weer bovenop gekomen, alleen heeft het wel een paar weken geduurt.
Ook heb ik Fred en George niet meer gezien de laatste tijd.
ik hoop maar dat alles goed met ze is, want ik krijg ook geen brieven meer en ik begin me eerlijk gezegt een beetje zorgen te maken.

ik was met mijn huiswerk voor bezweringen bezig, alleen kon ik mijn aandacht er niet echt goed bijhouden.
Kohaku zat een heel opstel te schrijven terwijl dat niet hoefde. Ze kwam met ht excuus aan dat het misschien handig zou zijn voor later.
Ravyn was aan het lezen in een heel dik boek met waterwezens op de voorkant.
Ik keek de lange gang in en zag nog andere leerlingen zitten.
Er kwam een groepje Hufflepuffers langs en ze lachte naar mij.
Duidelijk vrienden van Evan dacht ik.
'Wat is er?' vroeg Kohaku ineens en ik keek verstoord op.
'Niets.' zei ik snel.
'Wel, je maakt je zorgen over iets.' zei Kohaku en ze legde haar veer neer.
Ook Ravyn keek van haar boek op.
Ik keek ze een voor een aan. 'Er is echt niets.' hield ik stug vol.
Kohaku bleef me aanstaren met die grote bruine ogen van der.
'Ow oke... ik maak me zorgen over Fred en George.' zei ik met een zucht.
'Waarom?' vroeg Ravyn.
'Ik heb ze de laatste dagen niet meer gezien. En ik heb ook geen brief meer van ze ontvangen.' zei ik en ik keek de gang weer in.
'Dat is erg! misschien is er iets met ze gebeurt!' zei Ravyn meteen en ik glimlachte.
Ravyn was een hele liefe meid, maar ze was altijd overbezorgt.
'Of ze Willen je gewoon niet zien.' zei Kohaku met een scheve glimlach en ik gaf haar een por.
Maar ze zei juist het gene waar ik zelf ook heel erg bang voor was!
Dadelijk blijkt het waar te zijn en willen ze me inderdaad niet meer zien.
Wat heb ik dan gedaan?
Ik boog me weer over mijn huiswerk en liet zo merken dat ik er niet meer verder over wilde praten.
Ravyn ging weer verder met lezen.
Alleen Kohaku was helemaal uit haar doen.
'Je moet ze wel blijven schrijven hoor!' zei ze ineens. 'Dadelijk zijn ze misschien vergeten wie je bent!'
Haar stem klonk luider toen ze dat zei.
'We zullen we zien oke.' zei ik, maar de tranen brandde achter mijn ogen.

Dat weekend.


Het was moi weer buiten.
Het had namelijk niet geregend en de grond was droog.
Ook waren er knoppen die al openstonden en de lucht rook heerlijk naar gras en bomen.
Ik zat bij het zwarte meer tegen een boom aan.
Er was geen mens te bekennen, en eerlijk gezegt vond ik dat altijd heel erg fijn.
Ik tekende het meer na, met en kolonie waterfeeen erbij, waarover ik had gelezen.
Ik deed mijn sjaal goed, want er kwam een aardige wind te staan.
Ik legde mijn potlood naast me neer en hield mijn tekeblok goed bij.
Toen deed ik mijn ogen dicht en luisterde naar de wind die door het bladerdek boven mijn hoofd heen raasde.
Het was heerlijk.
'H...hallo Lyne.'
Ik deed mijn ogen abrupt open en zag in eerste instandsie niets.
Maar toen zag ik de jongen waar ik al de hele week aan aan het denken was.
'H..hoi.' zei ik, en ik verslikte me bijna van blijdschap.
Fred had ook zijn sjaal aan maar hij bleek het niet koud te hebben.
'Mag ik misschien naast je komen zitten?' vroeg hij en het duurde even voordat ik antwoord durfde te geven.
Hij keek me nog steeds vragend aan en ik knikte.
Hij kwam aan mijn rechterzij zitten en keek ook naar het meer.
'Hoe gaat het?' vroeg hij ineens.
'Goed.' antwoorde ik, zonder hem aan te kijken.
'Sorry dat we niet terugschreven... we hadden een paar probleempjes enzo. George en ik.' zei hij en ik knikte.
'Is al goed hoor.'
'Hea, was je aan het tekenen?' vroeg hij en ik wees naar mijn tekenblok.
'Ja. Maar ze zijn niet zo heel erg goed gelukt.'
'Maakt niet uit. mag ik ze zien?'
Ik gaf mijn tekenblok met een hol gevoel aan Fred en die bekeek mijn tekeningen.
'Wat nou niet goed gelukt, deze zijn onwijs mooi!' zei hij en ik glimlachte.
'Mooi hoor.' zei hij weer en hij gaf het aan mij terug.
Toen zeiden we een hele tijd niets meer.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen