Foto bij Cupido schiet pijlen over honderd mijlen | Opdracht 2 | Schrijfwedstrijd Aegypte & Kanda

Mijn zin: 'Cupido schiet pijlen over honderd mijlen'
Als iets schuin gedrukt staat en tussen twee aanhalingstekens, is het geciteerd uit een brief.
Kiara kan misschien een beetje ongevoelig lijken, maar dat is omdat ze zoveel verliezen in één keer moet verwerken en tegelijk een soort van vreugde voelt.

Ik pakte de brief van tafel en deed hem in een envelop. Het adres schreef ik er uit mijn hoofd op, ik wist het nog van de tijd dat we veel contact hadden.
Vroeger woonden we boven haar, toen besloten mijn ouders naar Engeland te verhuizen.
In het begin hadden we veel contact gehad, maar dat verwaterde langzaam. Ik had het altijd heel jammer gevonden, maar nooit een poging gedaan om contact met haar op te nemen, tot nu.
Mijn ouders waren overleden tijdens een auto ongeluk, dat wilde ik haar vertellen. De begrafenis was over drie dagen en ik verwachtte absoluut niet dat ze zou komen -ze woonde immers aan de andere kant van de zee en het zou veel te laat zijn om nog een vlucht te kunnen krijgen-, maar het leek me handig mijn oma te laten weten dat haar dochter èn schoonzoon overleden waren. Met een niet-gemeende glimlach, waarmee ik mijn tranen probeerde te verbergen, liep ik naar de keuken.

Het leven ging door, bedacht ik me, terwijl ik me tussen alle mensen door de metro uitwrong. Het leven ging echt gewoon door, alsof er niets gebeurd was.
Ik hapte naar adem toen ik weer op straat stond, ik had metro stations altijd al gehaat, geen ruimte om je te bewegen, geen ruimte om te ademen, maar sinds het ongeluk van mijn ouders, nu twee weken geleden, wilde ik niet meer auto rijden en een fiets had ik niet meer gehad, nadat ik was verhuisd.
Na een wandeling van een paar minuten, kwam ik bij mijn appartement.
Ik opende de deur, begroette mijn hospita, die net haar jas aantrok, en keek nog even in mijn postvakje.
Tot mijn verbazing lag er een brief in, maar toen bedacht ik me dat die van mijn oma moest zijn. Met de brief in mijn hand liep ik naar boven, mijn appartement in.
Het was een ruim en licht appartement, met veel ramen, alle meubels waren grijs, met was licht paarse accenten.
Ik installeerde me op de grijze bank, tilde mijn voeten erop, mijn caramel kleurige hakken vielen vanzelf uit.
De brief woog zwaar en snel opende ik hem, er vielen twee foto's uit.
Eén wat oudere, van mijn oma als jonge vrouw, met een klein donkerharig meisje aan haar hand, mijn moeder, en een vrij recente.
Eerst viel het me op dat ze glimlachte, toen hoe wit haar haren en hoe ingevallen haar gezicht waren geworden.
Pas daarna zag ik dat haar huid doorzichtig was, dat ze ongelooflijk mager was en dat ze enorme wallen had.
Dát was het moment dat ik de foto's en de, nog ongelezen, brief liet vallen, verstoord van de bank opstond en nooit meer naar de brief omkeek.

Of ten minste, dat was ik van plan.
Nog geen vijf minuten later pakte ik de brief op, de foto hardnekkig negerend, en begon te lezen.
"Het spijt me, kiara," verbaasd las ik verder.
"Omdat je er geen naam op had gezet, dacht ik dat de brief voor mij bedoeld was."
"Je oma was heel aardig."
"Nog steeds intens verdrietig,"
"Dood,"

Dood. Mijn oma was dood. De dood van mijn oma, mijn enige resterende familie lid, had ik te horen moeten krijgen van de jongen die op de etage boven haar woonde. Hij had na haar dood, haar etage ook overgenomen.
Goed, hij leek aardig -erg aardig-.
"Het spijt me ook van je ouders, zelf heb ik dat ook meegemaakt."
"Ik zou het leuk vinden om met je te blijven schrijven, klinkt dat raar?"

Ja, dat klonk absoluut, verschrikkelijk raar, maar voor ik het wist had ik een ellenlange brief teruggeschreven.
Ik vertelde wie ik was ("21 jaar, lang bruin haar en felblauwe ogen"), wat ik deed ("simpele studente van de Engelse taal") en hoe ik me de laatste tijd voelde ("verschrikkelijk alleen").
Naarmate de vordering van de brief, kwam ik steeds losser en toen ik het derde volgeschreven blaadje opzij schoof, had het gevoeld alsof ik hem (hij had verteld dat hij Juan heette, 23 jaar was en vaak bij mijn oma op bezoek kwam) al jaren kende, terwijl ik hem in werkelijkheid nog nooit had gezien.

We bleven elkaar schrijven, onze brieven werden steeds intiemer en ik vertelde hem dingen die ik nog nooit aan iemand had verteld.
Hoe ik mijn brood, op de middelbare school, op de wc at, om snijdende opmerkingen te voorkomen.
Hoe ik nog steeds iedereen op afstand hield.
("Mij toch niet?" had hij gereageerd)
En ook dat ik me zo alleen voelde, dat ik in één klap al mijn familie kwijtgeraakt was.
Hij vertelde over mijn oma, dat ze heel erg dement was, maar dat hij haar hielp waar hij kon.
Juan was vaak bij haar langs gegaan, ze was familie voor hem geworden.
En nu was ook hij zijn enige familie kwijt.
"Ik wil je zien, desnoods blijft het bij een foto," had hij geschreven.
Ik had de vraag genegeerd, maar hij bleef terugkomen, als een hardnekkige deur-aan-deur verkoper.
Ik was niet trots op mijn uiterlijk, nooit geweest ook. Ik had lichtbruin, dik haar, dat nooit helemaal viel zoals ik het wilde, fel blauwe ogen, een iets te grote neus.

Toen we al ruim twee maanden aan het communiceren waren, viel er uit de witte envelop, die ik in mijn postvakje had gevonden, een kleine foto.
Nieuwsgierig pakte ik het kleine rechthoekje op.
Het was een pasfoto, maar niet één voor zijn paspoort, want hij lachte breeduit, hij had een mooie lach.
Mijn aandacht verlegde zich naar zijn schitterende bruine ogen, toen weer naar zijn lach en volle, roze lippen, zijn wangen, weer zijn lach, toen naar zijn haar, dik, bruin en krullend, zijn lach.
Ik zag zijn gezicht in delen, toen pas helemaal. Mijn ogen werden meegezogen in zijn lach, als vanzelf verscheen er een brede grijns op mijn gezicht, zoals vaker gebeurde als ik zijn brieven las, of zelfs maar naar zijn handschrift kéék.
Hij was prachtig, hij was werkelijk waar prachtig.
Dat was ook het eerste wat ik zei, in mijn brief naar hem.
Toen hij klaar was, vol met nutteloze dingen over mijn dagelijks leven, stopte ik er een foto bij.
Een foto van mij in een zomerjurkje, op een boulevard in Frankrijk.
Ik wist niet waarom en voordat ik hem had gepost -zelfs voordat ik de envelop had dicht gelikt-, had ik er al spijt van, maar ik draaide mijn beslissing niet terug.
Hij had mij een foto gestuurd, nu was het mijn beurt en als hij teleurgesteld zou zijn, zou dat jammer zijn -verschrikkelijk jammer-, maar dan was hij blijkbaar niet de ware.

Ik plofte neer op de bank, schopte mijn gympen uit.
Ik haalde diep adem en opende de envelop.
"Lieve Kiara,
Weet je wel hoe mooi je bent? Zo perfect..."

Ik wist niet of ik ooit meer had gestraald.
"En zo blijkt maar weer:"
'Cupido schiet pijlen over honderd mijlen,' las ik fluisterend voor.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen