Het verlies van Gandalf
hier is weer een nieuw hoofdstukje, sorry dat het zo lang duurde
veel lees plezier
6. Het verlies van Gandalf
Na het incident met de wachter hadden de reisgenoten besloten om de reis door Moria door te zetten. Legolas hield zijn kinderen zich bij zich, omdat ze nog jong waren, naar elven maatstaven. Hij wilde niet dat zijn kinderen gewond raakte en zorgde dat ze goed in de gaten kon houden.
Drie dagen lang liepen de reisgenoten door de dwergenkrochten van Moria. Op de laatste dag kwamen ze bij een donkere kamer, in het midden er van stond een grote tombe waar een dun licht straaltje op scheen, dat door een gleuf naar binnen viel. Alsof het de laatste strohalm was, zeeg Gimli bij het graf neer en huilde.
‘Hier licht Balin, zoon van Fúndin.’ Zei Gandalf terwijl hij zijn hoed af nam. De andere bogen hun hoofd. ‘hij is dus dood, zoals ik al vreesde.’
Claeryan, Glóndra en Peyton keken bedroeft naar het graf van Balin, geen van de drie kende de dwerg goed, maar ze vonden het vreselijk voor Gimli.
Arme Gimli, dacht Claeryan. Je verdedigt je thuis, die heel lang in de handen van de vijand was en dan wordt je gedood. Snel liep hij weg, weg bij het graf vandaan en ging terug naar de deur. Toen alsof het was voorbestemd kreeg hij zijn kracht.
Zoals Claeryan daar stond hoorde hij een geluid van aardmannetjes. ‘Aardmannetjes.’ Wilde hij roepen. Maar er kwam geen woord over zijn lippen, en toch hoorde iedereen zijn stem. Hij had hun via telepathie een boodschap door gegeven.
Legolas, die er snel bij was. Greep Claeryan bij zijn mantel en trok hem terug, en zette hem bij zijn zussen. ‘Blijf hier en doe niks, oké?’ Legolas keek zijn kinderen elk om de beurt aan om te zien dat ze niks zouden doen. Toen hij zeker wist dat geen van de drie zich zou bewegen, snelde hij terug om mee te helpen.
Gedurende strijd verroerde inderdaad geen van drie elfenkinderen zich. Zo bang waren ze van de trol die binnen was gekomen.
Het gevecht duurde zeker drie uur, daarna werd er beraad wat er toen gedaan werd.
‘We moeten naar de brug van Khazad-dûm,’ zei Gandalf. ‘En vlug.’
Toen rende de andere hem achterna. Maar ver kwamen ze niet, want halverwege de gang kwam er overal aardmannetjes op hun af.
Glóndra stak haar armen voor uit, in de hoop een paar aardmannetjes te verbranden, maar voordat ze ook kon denken om vlammen te creëren sloegen de aardmannetjes angstig op de vlucht. De atmosfeer straalde een kwade kilte uit, die de vier elven angst aan sloegen. Want zij wisten wat het was. Een balrog uit de oude tijd.
Gandalf rende snel naar voren en spoorde de andere aan om naar de brug te rennen. Glóndra, Peyton en Claeryan renden zo hard ze konden achter de hobbits de brug over, met achter hun Legolas en als laatste Gandalf.
‘Keer terug naar het duister,’ riep Gandalf naar de balrog die achter hem was verschenen. ‘Ik ben de dragen van het geheime vlam van Anor. Jouw duistere vuur zal je niet helpen, vlam van Údoen. Je zult er niet langs komen.’
Gandalf tikte met zijn zwaard en zijn staf tegen de brug en het brak in tweeën en het duistere beest viel naar beneden, maar greep Gandalf, toen die zich omdraaide, mee de diepte in. Voordat Gandalf viel riep hij zijn reisgenoten toe: ‘vlucht dan toch dwazen.’
Tijd om te herstellen kregen ze niet. Want overal kwamen er aardmannetjes te voorschijn die met pijlen op hun schoten.
Buiten bij poort begon iedereen te huilen. Glóndra, Peyton en Claeryan stonden dicht bij elkaar en huilde. Het verlies van Gandalf had hen diep geraakt.
‘Waren we maar niet gegaan,’ jammerde Peyton met haar hoofd tegen de schouder van haar oudere zus. ‘Waren we maar thuis gebleven. Deze oorlog is veel te groot voor ons.’
Claeryan knikte. ‘Peyton heeft gelijkt, maar toch, we zijn zo ver gekomen, we kunnen niet terug. En we wisten toch niet wat er zou gebeuren.’ Zijn woorden werden snikkende tranen. Glóndra nam hem snel in haar armen.
‘Je hebt gelijk, Claeryan. We zijn te ver gekomen om terug te keren. Gandalf is niet voor niets voor ons gestorven. Misschien is er nog hoop voor ons, hier verder op ligt Lothloriën. Daar zullen we veilig zijn.’
Na dat iedereen zijn tranen had gedroogd ging het genootschap verder. Aragorn, die nu de leiding nam, Leidden hen de bossen van Lothloriën in, in de hoop op bescherming van de bewoners van het gouden woud.
Na uren door het bos te hebben bewandeld komen de reisgenoten bij een grote waterval.’Dit is de waterval Nimrodel, ’zei Legolas. ‘Laat ons hier rusten. Ik zal een lied zingen over de elf Nimrodel naar wie de waterval naar vernoemd is.’zachtjes begon hij te zingen en ieder die daar zat droomde weg.
Nadat Legolas was uit gezongen stonden ze op. Niemand wilde de plek verlaten maar wist dat ze daar niet konden blijven wilde ze veilig buiten het bereik van Moria blijven. Glondra, Peyton en Claeryan keken droevig naar de waterval, geen van drieën zei iets, maar dachten het zelfde. Het was een prachtige plek.
Naar maten het gezelschap Lothloriën introk des te meer ze het gevoel hadden dat er iemand mee keek. Gimli mompelde iets zachts tegen de jongere hobbits maar riep toen iets luider: ‘Nauw er is te minsten één dwerg die ze niet zal strikken. Ik de ogen van een havik en de oren van een vos.’
uit het niets dook er pijl en boog op die op hun gericht was.
‘De dwerg ademt zo luid, dat we hem in het donker hadden kunnen dood schieten.’ Voor de reisgenoten doken verschillende soorten elven op, allemaal knap en met lange blonde haren, Gimli keek de man die sprak boos aan. Maar zei verder niks meer terwijl de elven het groepje mee namen naar een veiligere plek.
‘Mae Govannen, Legolas Thranduilion.’ Sprak de man tegen Legolas.
‘Govannas vîn gewennen le, Haldir o Lórien.’antwoorden Legolas hem in de taal der elven.
‘A Aragorn in Dúnedain istannen le.’
‘Haldir,’ mompelde Aragorn, naar de grond kijkend.
Glondra, Peyton en Claeryan keken elkaar glimlachend aan. Ze hadden veel verhalen over Haldir gehoord en waren blij verrast dat ze hem nu daadwerkelijk zouden ontmoeten. Maar hun lachen was snel verdwenen toen Haldir de reisgenoten vertelde dat ze niet verder konden.
‘Geen zorgen, mompelde Aragorn tegen de jonge elven kinderen, toen hij hun gezichten zag. ‘ik regel het wel.’
Aragorn voelde meelij met de drie elvenkinderen, Hij wist hoe mooi het elvenrijk van Loriën was en wist ook, dat de drie elven alleen maar in het Deemsterbos hadden gewoond en nooit buiten waren geweest. Toen liep hij naar Haldir en smeekte hem in het elfs om hen door te laten.
Peyton greep ondertussen de armen van Claeryan vast.
‘Peyton, wat ben je aan het doen?’ Verbouwereerd keek hij zijn zusje aan. Claeryan vond dit alles behalve fijn.
‘Ik kijk of ik kan zien wat voor speciale krachten je zal krijgen.’ Geconcentreerd deed Peyton haar ogen stijf dicht, na vijf minuten zuchten ze diep. ‘Het lukt niet, ik krijg geen visioenen.’ Glóndra draaide met haar ogen. ‘Je kunt visioenen niet oproepen wanneer je dat wilt.’
‘Oja, en hoe komt het dat jij nu opeens alles weet over magische krachten, een paar dagen geleden kon je het niet eens geloven dat we zoiets hadden.’ Peyton trok een wenkbrauw op en keek haar oudere zus aan. Maar voordat ze een antwoord had gekregen stond op Haldir opeens naast haar.
‘Volg mij.’ Was het enige dat hij zei. en leidde het reisgenootschap naar het hart van het bos.
‘Welkom,’ zei hij. ‘In Caras Galadhon. Het grootste elvenrijk op aarde. Hier wonen heer Celeborn en vrouwe Galadriel, vrouwe van het licht.’
Reageer (3)
Deze story is egt leuk ^^
1 decennium geledenneem een abo voor geval sta al klaar als je er weer mee verder ga Xx
sorry voor het laat lezen, ben niet veel thuis geweest de afgelopen weken.
1 decennium geledensnel verder
het is je vergeven hoor
1 decennium geledenprachtig stukj trouwens
snel verder:9~