Hoofdstuk 22
Ik stoot Max aan, niet in staat wat te zeggen. Mijn ouders ze zijn er, ze komen me halen. Ik barst in huilen uit. Max ziet ze ook en zegt het tegen Hanna die meteen wat gaat regelen. Wat, dat weet ik niet. Dat kan me ook niet schelen op dit moment het enige wat ik wil, is hier weg en naar het huis van Hanna en Ben. ‘Shht, stil maar. Het komt goed. Het komt allemaal goed.’ Probeert Max mij gerust te stellen, maar ik hoor aan zijn stem dat hij ook lichtelijk in paniek is. Het enige goede is dat ze niet naar binnen kunnen aangezien daar bewakers staan. Na vijf minuten komt Hanna weer naar ons toe en probeert mij ook te troosten. Als dat niet lukt zegt ze maar gewoon waar ze geweest is. ‘Ik heb met de mesen van het ziekenhuis overlegd en volgens ons is de enige oplossing de politie bellen.’ Verteld ze. ‘En dan? Waar kunnen we ze voor aanklagen? Nergens voor toch?’ vraag ik als ik een beetje gekalmeerd ben. ‘We kunnen ze voor het ziekenhuis laten weghaeln, dat is privé terrein. Net zoals onze voortuin.’ Legt Hanna uit. Als ik het uiteindelijk begrepen heb is de politie er al. Eerst komen ze naar binnen om te vragen wat er precies aan de hand is. Als we dat hebben uitgelegd lopen ze naar buiten om eerst vriendelijk te vragen of ze willen vertrekken als ze dat niet doen worden ze opgepakt. Ik zie dat ze nee schudden en dat ze daarop handboeien omkrijgen en in de politieauto gezet worden. Gelukkig kon ik nu eindelijk naar huis.
Er zijn nog geen reacties.