Foto bij Runaways

Ik keek naar de tikkende klok die boven mijn slaapkamerdeur hing. Ze tikte en tikte, ze was het enige dat geluid maakte op dit late uur. Geduldig wachtte ik tot de wijzers allebei op 12 stonden, daarna stond ik recht en rekte me uit. Mijn rug deed pijn aangezien ik al een paar uur in dezelfde positie had gezeten. Geluidloos nam ik een grote reistas uit mijn kast en begon met kleding erin te doen. Daarna gaf ik mezelf moed door in te ademen, terwijl ik mijn deur zachtjes opende. De snurkende geluiden die uit de slaapkamer van onze ouders kwamen, gaven aan dat de kust veilig was. Ik ging naar de kamer naast die van mij, deed de deur open en zag dat Nicky al klaarstond met een hoopje kleren in zijn armen. 'Heb je alles?' vroeg ik fluisterend. Hij knikte als bevestiging. Hij stak zijn kleren mee in mijn reistas en vervolgens gingen we naar Joy's kamer. Ook hij stond klaar met zoveel mogelijk belangrijke dingen, zoveel als zijn armen konden dragen. Zijn ogen lieten zien dat hij bang en onzeker was, juist zoals Nicky en ik. Alhoewel we niet precies wisten wat we gingen doen of waar we zouden landen, we waren vastbesloten om nooit meer naar dit huis terug te keren. Nadat alle spullen in de volle reistas zaten, slopen we geluidloos het huis uit. Het gewicht van de reistas was bijna niet te dragen maar de last die op onze schouders hing, was honderden keren zwaarder. Nicky en Joy draaiden zich om naar het huis waar we zolang gewoond hadden en lieten een droevige blik in hun ogen zien. 'Het komt wel goed, jongens. Vergeet het niet, we zijn niet alleen. We hebben elkaar dus het zal wel goed komen,' zei ik. Een korte glimlach verscheen op mijn broers hun gezicht maar die werd al snel weggespoeld door de plotse regen die als emmers water over ons werd gegooid. 'Kom op!' zei ik gehaast. We renden weg, ver weg, zonder een echte bestemming te hebben en met gewonde harten die het niet gemakkelijk hadden met alles plots achter te laten. Ik wist dat ik ooit spijt zou krijgen dat ik deze beslissing had genomen maar alles was beter als thuis te blijven. Een plotse angst overviel me, waardoor ik nog sneller ging lopen. Het voelde aan alsof er een monster achter me aan liep. Nicky en Joy leken hetzelfde gevoel te hebben, want ze liepen sneller als ooit eerder. Ineens gleed Joy uit in een plas water die zich gevormd had, en viel op de vuile grond. 'Joy!' riep ik. Snel ging ik naar hem toe en samen met Nicky trokken we hem terug recht. Hij had tranen in zijn ogen en zijn lichaam trilde van de koude en de emoties. Ik legde mijn arm tegen zijn rug terwijl we op die manier verder liepen. Ik voelde me nu al schuldig tegenover mijn broers want ik wist dat het vanaf hier altijd moeilijker zou gaan. We waren tenslotte drie pubers die een kapot gescheurde kindsheid hebben gehad en nu zelf op weg gingen naar onze slechte start naar de volwassenen wereld. Ik keek naar Joy's gezicht dat nu allesbehalve een glimlach droeg en toen ik naar Nicky's gezicht keek, zag ik de paarse vlekken die er eigenlijk niet hoorden te zijn. Alhoewel mijn hart gevuld zat met een intense haat, waren mijn broers de enige personen waarvoor ik verder ging met leven. Ze steunden op me en hadden me nodig. Ik kon ze dus onmogelijk in de steek laten, nu hadden ze me meer nodig als alle andere keren. Ik was zelf nog maar een onzekere puber maar ik werd al met zo'n verantwoordelijkheid geconfronteerd.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen