Chapter two
In huis is het zo warm als een sauna. Zweetdruppels komen op mijn voorhoofd. Ik gooi mijn tas in de hal en loop naar binnen. In de kamer zit mijn moeder. Ik zeg niks en loop snel naar boven. Ik wil ook niks tegen mijn moeder zeggen na vanochtend. Mijn arm doet nog steeds pijn. Ik ben verbaasd dat niemand de blauwe plek is opgevallen, of ernaar gevraagd heeft. Gelukkig ook maar, want ik zou het ook helemaal niet willen vertellen.
In mijn kamer is het wat koeler. Ik loop naar mijn bureau en zet mijn laptop aan. Het raam staat wagenwijd open, daarom is het hier koeler. Ik kijk uit het raam. Eigenlijk heb ik best een mooi uitzicht. Ik kijk zo over alle huizen heen. Net zo'n minidorpje.
De laptop is inmiddels opgestart en ik ga naar Twitter. Eerst eens even kijken naar de mentions. Hm... niet veel nieuws. Ik scroll naar beneden. Hé, waar zijn al mijn tweets van Jim? Heeft hij me geblokkeerd? Ik typ zijn naam in. Inderdaad, hij heeft me geblokkeerd. Ik kijk op msn. Ook geblokkeerd! Nu kan ik hem helemaal niets meer uitleggen. Hij negeert me ook al op school; Jessica moet echt erge dingen gezegd hebben.
Geïrriteerd doe ik de laptop weer dicht en loop ik naar beneden. Mijn moeder staat in de keuken iets klaar te maken. Ik loop langs haar zonder iets te zeggen. Dan draait ze zich ineens om.
"Ik werd net gebeld," zegt ze. "Je moet naar de leerplichtambtenaar." Ze draait zich weer om en gaat verder met koken.
"De leerplichtambtenaar?" herhaal ik verbaasd. Mam kijkt me weer aan.
"Ja! Denk je dat ik dat leuk vind?" zegt ze kattig. "Gedraag je een keer normaal, dan hoeven we ook niet op een gesprek met de leerplichtambtenaar!" roept ze.
"Maar waarom?" vraag ik. Ineens slaat ze met een pollepel op het aanrecht.
"Je hebt vijf keer gespijbeld. Leg jij maar uit!" schreeuwt ze. Ik kijk naar de grond.
"Sorry..." zeg ik zacht.
"Sorry? Met sorry schiet ik toch niks op?" Ze slaat haar arm naar achteren en geeft me een klap. Ik val neer op de grond.
"Weet je hoe kwaad ik hierom kan worden?" vraagt ze en ze geeft me een trap.
"Ik, eh… Ik snap je niet," stamel ik. Ze komt met haar hoofd dichterbij.
"Je snapt het niet. Je snapt niet waarom ik boos ben dat jij vijf keer hebt gespijbeld," zegt ze. Ik krabbel overeind.
"Nee, ik snap niet waarom je me daarvoor slaat," zeg ik met mijn mond bijna dicht.
"Wat zeg je nou? Waarom ik je sla? Nou, omdat dat je zal leren!" roept ze. Dan komt er nog een; nog een klap, recht in mijn gezicht.
"Auw!" gil ik en grijp naar mijn neus. Het voelt alsof er een baksteen tegen mijn neus is gegooid. Als ik mijn handen terughaal, zie ik dat ze rood zijn. Mijn moeders kwade gezicht ziet er nu een beetje geschrokken uit. Het is stil. We kijken elkaar aan. Dan doe ik mijn hand weer onder mijn neus en ren weg. Ik moet hier weg, ik moet hier echt weg! Het is gewoon echt niet normaal meer. Al die keren... Ik had gewoon gelijk weg moeten gaan. Ik schud mijn hoofd en barst in tranen uit.
"Wacht!" roept mijn moeder. Ze probeert mijn hand te grijpen, maar ik ruk hem los.
"Ik wil hier niet meer wonen!" schreeuw ik.
"Je kunt niet bij papa wonen," antwoordt ze en ze blijft stilstaan bij de deur. Ik ren weg. Weg van het huis.
"Ik ga naar iemand anders," zeg ik als laatste. Ik veeg mijn tranen weg. Ik ga wel naar Lynn.
Er zijn nog geen reacties.