19
xxx
'ga je het niet lezen?' vraagt naruto grijnzend. je glimlacht naar hem en knikt. als je het boek opend zie je een foto van een man staan met zwart haar en paarse ogen, verbaasd kijk je naar de foto, om een of andere reden kwam hij je bekend voor. je ogen glijden naar onder. MICHIO AYAME. meteen begrijp je dat dit je vader was. 'hij ziet er echt sterk uit.' mompelt naruto die over je schouder meekijkt. je knikt en leest wat er onder de foto staat. 'hier staat dat hij een S-rank criminal was.' mompel je terug en slikt even. 'en over 1 ding heeft orochimaru niet gelogen.' zeg je droevig. vragend kijkt naruto je aan. 'mijn vader was echt de broer van orochimaru.' zeg je terwijl je naar je handen kijkt, je voelt naruto zen grip steviger worden rond je middel. zuchtend draai je de pagina om. 'wow.' mompel je terwijl je verbaasd naar de foto van je moeder kijkt. 'je lijkt echt op haar.' zegt naruto ook verbaasd. je knikt en bestuurd de foto wat beter, op zoek naar een verschil tussen jullie gezichten maar die vond je niet. HOSHI OOKAMI. je glijd met je duim over haar naam. 'nou? wat staat er?' vraagt naruto opgewonden. 'niemand weet waaraan ze gestorven is, er staat wel dat ze konoha verlaten had toen ze zwanger was.' zeg je nadenkend. 'naruto, weet jij iets over een ookami clan in konoha?' vraag je verbaasd maar hij schud zijn hoofd. 'mischien staat dat er ook ergens in.' zegt hij terwijl hij voorzichtig een pagina omslaat.
'hier staat het.' zeg je verrast nadat jullie halverwege het boek waren. 'wat?' vraagt naruto verbaasd. 'informatie over de ookami clan.' zeg je gelukkig. 'wat staat er?' vraagt hij. ' een lid van de ookami clan word herkent aan de tattoe op haar linkerschouder in de vorm van een pootafdruk van een wolf(zie pic).' lees je luidop. plots voel je dat naruto je haar aan de kant schuift en over je schouderblad wrijft. 'wel, dan behoor jij tot die clan kumi.' zegt hij met een tedere blik. 'heb ik een tattoe op mijn schouder?' vraag je verbaasd. hij knikt en kijkt je lachend aan. 'wat staat er nog?' vraagt hij. 'nou elk lid van de clan heeft een wolf als beschermer.' zeg je naar shadow kijkend. 'er staat ook dat de clan een soort van magiër heeft waarvan buitenstaanders de kracht niet kennen.' zeg je. 'waar is je clan nu?' vraagt naruto. 'de clan leefde in konoha, maar vertrok toen hun laatste magiër: hoshi ookami, het dorp verliet met haar man michio ayame.' lees je luidop. 'wat ga je doen?' vraagt naruto na een tijdje. 'weet ik niet.' zeg je. zachtjes doe je het boek dicht. 'ik heb honger.' zegt naruto plots. lachend kijk je hem aan. 'kom op laten we naar ichiraku gaan.' zegt hij grijnzend. 'weer ramen?' vraag je verbaasd terwijl je naast hem gaat staan. 'eet je ooit wel groenten?' vraag je terwijl je je handen op je heupen legt. 'nou, nee.' zegt hij. 'kom op we gaan naar mijn huis.' zeg je terwijl je richting je huis begint te lopen. 'kom je ook shadow?' vraag je aan de zwarte wolf. meteen staat hij naast je en volgt je naar huis. 'geen ramen?' vraagt naruto droevig. je zucht en kijkt hem streng aan. 'nee.' zeg je terwijl je hem meesleurt.
als jullie bij je huis aankomen duw je naruto naar binnen en zet hem in de zetel. 'blijven zitten.' zeg je streng terwijl je naar de keuken loopt om het eten te gaan maken. 'kumi?' roept naruto vanuit de woonkamer. 'wat?' roep je vragend terug. 'heb je zin om morgen met mij naar de hotspring te gaan?' vraagt hij. 'als ik morgen niet op een missie moet ga ik graag mee.' zeg je terwijl je de groenten wat aanstooft. plots voel je 2 armen om je middel. 'had ik niet gezegd dat je op de zetel moest blijven zitten?' vraag je grinnikend. 'het was saai.' moppert hij terwijl hij zijn gezicht in je nek legt. je zucht en gaat tegen hem leunen. 'nooit gedacht dat je voor mij zou vallen.' verbaasd kijk je hem aan. 'hoe bedoel je?' vraag je. 'nou, je kunt elke jongen in konoha krijgen, en dan nog kies je voor een idioot als ik.' mompelt hij. lachend maak je jezelf los uit zijn greep en doet de laatste dingen aan het eten. 'nou, je bent anders als de rest.' zeg je terwijl je het eten op borden doet. 'en dat vind ik aantrekelijk.' zeg je terwijl je hem een kus op zen wang geeft. lachend kijkt hij je aan en begint met eten.
'dat was best lekker.' zegt naruto verbaasd na hij 13 borden heeft leeg gegeten. je grinnikt en doet zijn borden in het afwasmachine. als je je omdraait staat hij vlak voor je. vragend kijk je hem aan, zachtjes legt hij zijn lippen op de jouwe en duwt je zachtjes tegen het aanrecht. genietend leg je je armen om zijn nek. al snel word de kus ruwer en zijn handen glijden over je lichaam. plots trekt hij zich geschrokken terug. 'sorry.' zegt hij naar de grond kijkend. verbaasd kijk je hem aan. 'waarvoor?' vraag je terwijl je zijn hoofd in je handen pakt en hem naar jou laat kijken. een blos komt op zijn wangen en hij kijkt je moeilijk aan. plots dringt het door bij je en je kunt het niet helpen om in de lach te schieten. 'wat is er zo grappig?' vraagt hij verbaasd. 'je geraakte opgewonden, niet?' vraag je hem met een glimlach. beschaamd kijkt hij de andere kant op. 'naruto, dat is toch normaal voor onze leeftijd.' zeg je lief terwijl je hem een knuffel geeft. hij kijkt je nog steeds wat moeilijk aan. 'ik wil gewoon niet dat je denkt dat ik zo een perv als ero-sennin ben.' mompelt hij. 'ik weet dat je niet zo erg bent.' zeg je lachend. 'maar ik weet ook dat je wel een perv bent.' zeg je terwijl je hem in zen zij port. 'hoezo?' vraagt hij je met een wenkbrauw opgehaalt. 'je pervy jutsu.' zeg je grijnzend. meteen komt er weer een blos op zijn wangen. 'het is een goede afleidingstechniek.' zegt hij een beetje in paniek. lachend kijk je hem aan. 'tuurlijk.' zeg je terwijl je naar boven loopt. 'wat ge je doen?' vraagt naruto verbaasd. 'ik ben zo terug mompel je. als je in je kamer komt doe je je slaapkleren aan: een kort shortje een een t schirtje. je doet je haar los en gaat er snel met een borstel door. voor je terug naar beneden gaat doe je nog een kamerjas aan. als je beneden komt zie je naruto uit het raam kijken. 'wat is er?' vraag je verbaasd. 'het regent.' zegt hij. je kijkt uit het raam. 'nou ik laat je niet naar huis gaan door die regen.' zeg je zuchtend. 'waar moet ik dan slapen?' vraagt hij verbaasd. 'nou je kunt kiezen, ofwel slaap je op de zetel, of je slaapt bij mij.' zeg je nadenkend. 'ik slaap wel op de zetel.' zegt hij. knikt en geeft hem nog een kus. 'ik ga slapen, slaap lekker.' zeg je. hij knikt. 'trusten.'
Reageer (1)
Het is toch een lief stel zeg
1 decennium geledenSnel verder