Ik had gedacht dat deze makkelijk zou zijn, aangezien ik het leuk vind om Science Fiction te schrijven, maar het is wel moeilijk, want ik heb al zoveel SA's geschreven die op 'toekomst' slaan, dat ik er niet echt inspiratie meer voor heb... Aight, ik ga het wel proberen.
Deze SA staat parallel (niet helemaal, maar hij heeft er wel mee te maken) aan mijn SA 'Ruby', die je bij mijn story 'Stand Alones' kunt vinden.

'Nee, nee, dat kun je niet doen!' Ik probeerde de sterke armen van me af te schudden, door hevig te spartelen en vooral niet toe te geven aan de grote groep mannen die me hier stond te arresteren.
'De regels zijn duidelijk,' sprak de man die mijn armen vast had. Hij draaide ze op mijn rug, waardoor ik mijn tanden op elkaar moest klemmen van de pijn, zodat ik het niet uit zou schreeuwen, en sloeg me - letterlijk - in de boeien.
Shit. Nu was er geen enkele manier van ontsnappen meer mogelijk. Mijn lichaam vulde zich met paniek en het enige wat ik nog kon doen was om me heen schoppen, tegen de schenen van de irritante vent die voor me stond, nog meer tegenstribbelen, ook al had het allang geen zin meer.
Ik was verloren. Nee, nog erger. Lisa. Zonder mij was Lisa ook verloren. Nu het beeld van mijn kleine zusje, met haar onschuldige, grote blauwe ogen en haar lange, lichtblonde haren, op mijn netvlies verscheen, begon mijn lichaam nog meer protest te bieden tegen de soldaten van de Staat, die op het moment aan het proberen waren me gevangen te nemen en me de ergste straf die er bestond wilden geven.
Eigenlijk kon het me niet zoveel schelen, die afschuwelijke straf die me te wachten stond, het enige wat me kon schelen was Lisa.
Lisa was mijn jongere zusje, negen jaar oud was ze nu, en ze was de enige familie die ik had. Mijn ouders hadden dezelfde straf gehad als die mij nu te wachten stond en waren dus opgeslokt door het zwarte gat van tijd en met andere familie hadden we geen contact. Als ik ook zou verdwijnen, dan was Lisa helemaal alleen.
En alleen zou ze nooit kunnen overleven zonder allerlei vuile werkjes te moeten doen.
'Amy?'
Haar zachte, engelachtige stemmetje drong mijn oren binnen en mijn hart stond even stil. Moest ze dit echt zien? Moest ze echt zien hoe haar oudere zus werd weggevoerd door de Staat? Moest dit beeld echt in haar onschulde ogen verschijnen? Misschien zou ze het wel nooit meer weg kunnen vegen, misschien stond het wel voor eeuwig op haar netvlies gebrand.
Toch draaide ik mijn hoofd om haar aan te kunnen kijken. Daar stond ze, in de deuropening van de bovenverdieping, met de teddybeer die ze al sinds haar geboorte vasthoudt, met haar grote ogen, die eruit zagen alsof ze ieder moment zouden kunnen overstromen met tranen.
'Lisa,' zei ik en ik wilde dat mijn stem dapper klonk, maar dat kon niet, want ik was bang. Natuurlijk was ik bang. Ik stond op het punt naar de toekomst gestuurd te worden. De toekomst. Het einde van de wereld. De Staat was erin geslaagd de exacte tijd van het einde van de wereld uit te rekenen en aangezien ze ook over tijdmachines beschikten tegenwoordig, hadden ze een perfecte straf gevonden voor zij die de Staat tegenspreken. Juist. Je werd met een tijdmachine naar de exacte plaats en tijd van het einde van de wereld gestuurd, zodat je de apocalyps zelf mee moest maken.
Ik huiverde, probeerde mijn afschuwelijke speculaties uit mijn gedachten te verbannen, voor Lisa. Ik moest haar laten zien dat ik dapper was, niet bang voor de apocalyps, dapper tot het einde, net als pap en mam.
Ik voelde hoe mijn lichaam verslapte en zag dat de soldaten het ook merkten.
Ik moest iets zeggen. Nu.
'Alstublieft,' mompelde ik. Ik had hun volledige aandacht. Natuurlijk. Ik was ineens een zwak, klein meisje, in plaats van die rebel die ze dachten dat ik was. Ik hief mijn hoofd en keek de man voor me doordringend aan. 'U moet me beloven... Vind alstublieft een goed gezin voor mijn zusje. Ze kan niet alleen overleven.'
'Amy!' riep Lisa geschrokken.
Er verscheen een grijns op het gezicht van de man, terwijl hij aandachtig op zijn horloge tuurde en op het punt stond een knopje in te duwen.
Eerst begreep ik niet wat hij aan het doen was, maar toen het besef tot me doordrong, begon ik te schreeuwen.
'Nee! Niet nu! Alstublieft!' Niet nu Lisa staat te kijken! Tranen stroomden over mijn wangen. Ik kon niet langer sterk zijn. 'Lisa!' riep ik. 'Lisa!'
Mijn zusje huilde en ik voelde me verschikkelijk. Ik had haar niet zo'n afscheid moeten geven, ik moest sterk zijn, dat had ik mam toch beloofd toen ze zelf verdween?
'Amy, wees sterk, wees alsjeblieft sterk voor Lisa, wat er ook gebeurd.'
Had ik het haar niet beloofd? Waarom was ik nu dan zo'n afschuwelijke zwakkeling? Omdat ik naar de apocalyps werd gestuurd. Ja, natuurlijk.
Mijn zichtveld begon waziger te worden en ik voelde hoe mijn lichaam vervaagde, heel langzaam en het enige wat ik nog kon zien waren Lisa's diepblauwe ogen. Ik schreeuwde haar naam en toen was alles zwart.
Ik was in de apocalyps beland, in de brandende hel en het enige wat ik nog kon doen was wachten, wachten op het einde, net als mijn ouders jaren geleden ook hadden moeten doen. Gedoemd. Gedoemd om het einde der tijden mee te maken.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen