The End
Percy begon langzamerhand de moed te verliezen. Waarom werden ze iedere keer gestoord net op het belangrijkste moment? Hij had nooit geloofd in dingen zoals het lot of een hogere macht, maar als die toch bestond zag het er erg naar uit dat die niet wilde dat Percy en Oliver trouwden.
Toch was Percy vastbesloten om door te zetten, alleen had hij geen flauw idee meer hoe. Hij was niet erg creatief en alle dingen die enigszins haalbaar en passend leken had hij al eens geprobeerd. Hij had nog steeds geen benul wat zijn volgende stap zou worden toen hij op een avond thuiskwam, na twee uur overgewerkt te hebben omdat er zoveel mensen ziek waren op het Ministry, en hem een verrassing te wachten stond. “Heb je gekookt?” vroeg hij, met een blik op de volledig gedekte tafel en de potten en pannen.
“Nadat je me die uil had gestuurd om me te laten weten dat je moest overwerken besloot ik dat ik mijn vrije tijd dan net zo goed nuttig kon inzetten,” zei Oliver, die aan de tafel zat en de krant aan de kant legde. “Het is niet eerlijk dat jij iedere keer voor het eten verantwoordelijk bent.”
“Dat is geweldig, Oliver. Bedankt.” Percy ging zitten, en tilde nieuwsgierig het deksel van een pan op.
“Ik heb geprobeerd pasta en worstjes te maken omdat dat simpel leek, maar ik vrees dat de worstjes desondanks een beetje aangebrand zijn,” waarschuwde Oliver hem.
“Ach, zo erg is het vast niet,” zei Percy, al vertelde zijn wantrouwende blik van een moment eerder op het zwarte ding in de pan een ander verhaal. “Ze zijn gewoon goed doorbakken.”
Oliver trapte er niet in. Hij glimlachte verontschuldigend. “Dat is heel vriendelijk van je, maar je weet dat het een leugen is. Ik kan gewoon niet koken. Misschien had ik beter gewoon iets kunnen halen.”
Percy wilde een antwoord geven. Het lag al op het puntje van zijn tong, maar toen keek hij op, in die vertrouwde, lachende bruine ogen, en vergat hij volkomen wat hij net had willen zeggen. In plaats van een tweede poging om Oliver te verzekeren dat de worstjes eetbaar waren, rolde er een heel andere zin uit, totaal ongepland. “Trouw met me.”
Olivers ogen verwijdden zich en hij leek nogal overdonderd. Percy kon het hem niet kwalijk nemen, want hij was zelf bijna net zo verbijsterd. “Wat?” vroeg Oliver, alsof hij zijn oren niet kon geloven.
Percy slikte. Dit was totaal niet wat hij voor ogen had gehad als hij ooit aan dit moment had gedacht, maar hij kon het aanbod nu moeilijk terugtrekken. En waarom zou het hier en nu eigenlijk minder goed zijn dan welk ander moment dan ook? “Ik vroeg je met me te trouwen.”
Oliver opende verbijsterd zijn mond en sloot hem weer zonder iets te zeggen. “Omdat ik de worstjes heb laten aanbranden?”
Percy grinnikte nerveus. “Nee. Omdat - Omdat jij jij bent. Omdat ik van je houd, en ik me er vrij zeker van ben dat dat wederzijds is en omdat ik de rest van mijn leven met jou wil doorbrengen. En nou ja, eigenlijk dus ook omdat je de worstjes hebt laten aanbranden - want dat ben jij, Oliver. De enthousiaste Quidditchfanaat die veel meer goedheid in zich heeft dan gezond kan zijn voor een mens; die geen enkel levend wezen, menselijk of miauwend, voor de deur kan zetten; die absoluut niet kan koken maar het toch iedere keer weer probeert omdat hij zo geweldig koppig is en omdat hij mij een plezier wil doen.” Percy besefte dat hij afdwaalde, en probeerde terug te komen op het punt dat van belang was. “Merlin, dit is niet hoe het hoorde te gaan. Weet je dat ik dit moment al weken loop te plannen?”
“Hoe kon je in Merlinsnaam weten dat ik je vandaag een stel verkoolde worstjes zou voorschotelen?”
Percy schoot nerveus in de lach. “Dat wist ik niet. Ik had me dit ook heel anders voorgesteld, geloof me, maar als dit niet het juiste moment is, dan weet ik het ook niet meer. Ach, ik doe dit helemaal verkeerd.” Hij kwam overeind van zijn stoel en ging op één knie voor Oliver zitten. Oliver leek inmiddels over de eerste schok heen te zijn en er speelde nu een slecht verborgen grijns om zijn lippen.
“Wat, geen wit paard, bossen rozen en orkest op de achtergrond?”
“Ik kan je een bord pasta aanbieden,” merkte Percy droogjes op.
Oliver schudde zijn hoofd. “Nee, dankje. Misschien een uienring?”
“Een uienring? Als dat is wat je wilt, kan ik deze dus wel weer terugbrengen?” Percy greep in zijn jaszak en trok het rode doosje tevoorschijn waar hij de afgelopen tijd zo vaak naar had zitten staren. Toen hij het openklapte had Oliver even geen slim wederwoord meer. “Ben je er klaar voor?” vroeg Percy.
Oliver grinnikte ademloos. “Dat vraag je me nu? Als je nog bedenkingen hebt had je dat van tevoren moeten verzinnen.”
Percy glimlachte en haalde diep adem. “Oliver Wood, zou je me de eer willen doen met me te trouwen?”
“Ja.” Oliver was zo snel met zijn antwoord dat hij bijna door Percy heen praatte, maar dat maakte niet uit, want het was het juiste antwoord en Percy kon wel barsten van geluk.
“Je kunt je niet voorstellen hoe lang ik erop heb gewacht dat te horen.”
Oliver lachte, maar zijn enige antwoord was een enthousiaste kus dwars over de tafel heen, waarbij hij een van de nieuwe glazen omgooide, dat met een doffe plof omviel en wonderbaarlijk genoeg nog ongedeerd was, maar wel bijna van de tafel af rolde.
“Kijk uit,” waarschuwde Percy hem, al kon het hem eigenlijk bijzonder weinig schelen.
Oliver zette gehoorzaam het glas weer overeind. “Weet je, eigenlijk heb ik helemaal niet zo’n honger.”
Het eten werd die avond koud, maar dat was niet erg, want er stond nog een restje niet-aangebrande lasagne in de koelkast.
Reageer (14)
IK HOU WEER VAN JE. Zo lief. Zo ontroerd. So many feels😭
6 jaar geledenawww <4
1 decennium geledenMijn god ik viel bij “Omdat ik de worstjes heb laten aanbranden?” van m'n stoel af van het lachen en nu kijkt de halve camping me raar aan. Oops.
1 decennium geledenMaar I HAVE TOO MANY FEELS.
Ahwww, wat een ontzettend lief verhaal <3
1 decennium geledenDit vind ik veel meer bij ze passen dan het hele overdreven romantische gedoe dat Percy eerst probeerde op te zetten. :'D Superleuk verhaal weer, ik had het veel eerder moeten lezen (eigenlijk was dat onmogelijk door een gebrek aan wifi, maar toch, ik ben laat).
1 decennium geleden