Foto bij Third Try

Arme Percy. :'D

Hij had het nu twee keer geprobeerd met een diner, maar beide keren was het in de soep gelopen - woordspeling volledig onbedoeld. Dat leek Percy voldoende bewijs dat dit niet de juiste manier kon zijn, dus probeerde hij iets anders te verzinnen. Maar wat? Aangezien hij nogal vertwijfeld begon te worden, deed hij wat hij altijd deed als hij het niet meer wist. Hij bracht een bezoekje aan de bibliotheek.
      Dat leverde hem echter schokkend weinig op. Er waren voldoende boeken te vinden, maar die hadden allemaal betrekking op het meest voorkomende, ouderwetse huwelijk: dat tussen de man en de vrouw. Dat maakte een groot deel van de inhoud al nutteloos voor zijn situatie, aangezien hij absoluut geen parelketting of oorbellen voor Oliver zou kopen. Verder zeiden vrijwel alle boeken hetzelfde, maar veel van het advies dat ‘succes garandeerde’ had hij in zijn eentje al geprobeerd op te volgen, vrij succesloos. Het enige waar hij iets in kon zien was het idee in een van de boeken om er een heel weekend van te maken, in plaats van een avondje. Een korte vakantie zou betekenen dat hij niet alleen ver weg was van zijn familie en al zijn bekenden, maar ook van die duivelse kat.
      Oliver was verrast toen Percy het voorstel deed om een weekend in Parijs door te brengen, maar stemde wel enthousiast in. Percy had het gevoel dat Oliver ook begon te merken dat er iets aan de hand was en dat hij zo zijn eigen theorieën had, maar hij was blij dat Oliver in ieder geval geen vragen stelde en hij dus niet hoefde te kiezen tussen het verpesten van de verrassing of keihard liegen.
      Ze vertrokken op vrijdagavond via het Floo Network naar de Franse hoofdstad, waar ze een hotel hadden geboekt. Tot daar verliep alles prima. Ook de eerste dag was prachtig. Parijs werd erg vaak opgehemeld, en Percy was dan ook verrast dat hij eigenlijk helemaal niet teleurgesteld was en dat de stad de hoge verwachtingen waar wist te maken.
      De tweede en laatste dag, de zondag, was de dag waarop Percy zijn derde poging wilde ondernemen om Oliver eindelijk die ene vraag te stellen. Hij had eten daarbij afgezworen, dus zou hij het moeten doen voordat ze bij het restaurant aankwamen, waar ze heen zouden wandelen. Ze hadden ’s ochtends uitgeslapen en de hele middag op hun gemak door de stad geslenterd, dus ze waren beiden in een geweldig humeur, en vanuit het parkje waarin ze waren beland konden ze af en toe zelfs een glimp opvangen van de Eiffeltoren.
      Percy was net op zoek naar een bankje waar ze konden gaan zitten voor het grote moment, toen Oliver opeens zijn hand losliet. Percy keek verrast om en zag dat de ander een oude vrouw overeind hielp die gevallen scheen te zijn. Percy kon natuurlijk niet gewoon blijven toekijken, dus raapte hij de lijn op waar een klein keffend hondje aan zat. Het beest sprong meteen tegen zijn broekspijp op, maar hij probeerde het te negeren. Voor het eerst besefte hij zich dat er nog ergere huisdieren mogelijk waren dan hun kat.
      “Merci,” mompelde de vrouw beduusd, toen ze weer stond.
      “Gaat het? Hebt u zich bezeerd?” vroeg Oliver.
      “Ik denk niet dat ze Engels praat,” merkte Percy op.
      “Jawel,” zei de vrouw, en ze klonk opgelucht. “Ik ben hier op bezoek bij mijn zus. Ik ben Engelse, maar ik ging er van uit dat jullie alleen Frans zouden spreken.”
      “Weet u zeker dat het goed met u gaat?” wilde Oliver opnieuw weten. “Moeten we u niet naar het ziekenhuis brengen?”
      “Nee, bedankt jongen.”
      Oliver liet zich echter niet zo gemakkelijk afschudden, zeker niet als hij zich zorgen maakte, en dat wist Percy. Het kwam dan ook niet echt als een verrassing dat hij aandrong. “Kunnen we u dan niet tenminste begeleiden naar uw hotel of het huis van uw zus? Gewoon voor de zekerheid.”
      Even had Percy nog de hoop dat de vrouw ook dit aanbod zou afwijzen, maar toen knikte ze. “Als jullie dat zouden willen doen zou dat toch wel erg fijn zijn. Mits dat niet voor problemen zorgt voor jullie, uiteraard.”
      “Natuurlijk niet,” verzekerde Oliver haar, terwijl hij haar zijn arm aanbood. “We hebben voldoende tijd, we zijn toch op vakantie.” Dat was waar, maar Percy zat wel in tijdsnood. Hij protesteerde echter niet en liep achter de anderen aan door het park, nog steeds opgescheept met de irritante hond die het nodig scheen te vinden om steeds zoveel mogelijk voor zijn voeten te lopen.
      De zus van Mrs Richardson, zoals de vrouw bleek te heten, woonde minder ver weg dan Percy had gevreesd. Hij was opgelucht toen hij het keffende onding in de woning zag verdwijnen, maar die opluchting verdween toen ze werden uitgenodigd voor het avondeten. Oliver keek even naar Percy, maar toen hij alleen zwakjes zijn schouders ophaalde werd het aanbod aangenomen. Mrs Richardson, haar zus en haar zwager bleken alledrie erg vriendelijke, interessante mensen te zijn, en Percy en Oliver hadden een gezellige avond waarop ze veel boeiende verhalen hoorden over het leven in Frankrijk - en toch was dit niet helemaal wat Percy voor ogen had gehad.

Reageer (3)

  • Butterflygirl

    Je bent zo gemeen😭

    7 jaar geleden
  • harryisnietecht

    Ik heb zo'n meelij met Percy, het wil ook nooit lukken voor hem! (huil)

    1 decennium geleden
  • Muldwych

    Oh, oh. Percy krijgt nog eens een vreselijke hekel aan Oliver zijn liefheid! Arme jongen!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen